Herziene SG-aanwijzingen en instructies als hamerstuk gepasseerd

Na zorgvuldige onderlinge afstemming tussen de steller en de CMC, zijn op 29 januari tijdens de overlegvergadering tussen de SG en CMC verschillende herziene SG-aanwijzingen en instructies als hamerstuk gepasseerd. Zo ook ‘de moeder van alle aanwijzingen’, de SG001 en de SG008 die richtlijnen voorschrijft voor (afscheids)recepties. Alle interne regelgeving wordt momenteel tegen het licht gehouden om de wendbaarheid en flexibiliteit van de Krijgsmacht te vergroten.

SG001 – Structuur van interne regelgeving

Deze aanwijzing zorgt voor de structuur van alle interne regelgeving binnen Defensie. Dit voorkomt een wildgroei aan regels en maakt inzichtelijk welke regelgeving dwingend is en welke richtlijnen richtinggevend zijn. De regelgeving is ingedeeld in drie niveaus: Aanwijzingen (strategisch en defensiebreed van toepassing), Voorschriften (instructies over hoe te handelen binnen specifieke domeinen), en Instructies (praktische uitvoering van beleid). 

SG008 – Kaders en richtlijnen voor (afscheids)recepties

Deze aanwijzing bepaalt de financiële en organisatorische kaders voor het organiseren van afscheidsrecepties en ceremoniële overdrachten binnen Defensie. De SG008 specificeert onder meer de budgetten voor recepties bij pensionering, ambtsjubilea en commando-overdrachten. Ook zijn er maximale vergoedingen vastgesteld afhankelijk van de rang en dienstjaren van de vertrekkende medewerker, militair.

I-MGA 040 – Laboratoriumonderzoeken per operationeel niveau

Deze I-MGA 040 regelt het gebruik van laboratoriumcapaciteit binnen de militaire gezondheidszorg. Laboratoria spelen een cruciale rol bij het stellen van diagnoses en ondersteunen zowel reguliere zorg als zorg onder operationele omstandigheden. De instructie beschrijft welke laboratoriumtesten op welk operationeel niveau beschikbaar zijn en hoe deze bijdragen aan de medische zorg van militairen.

I-MGA 022 – Gezondheidsmonitoring

Gezondheidsmonitoring is essentieel voor het welzijn van Defensiemedewerkers. Deze instructie regelt het gebruik van pseudo-anonieme gezondheidsgegevens voor epidemiologisch onderzoek. De verzamelde gegevens worden ingezet om trends in de gezondheid van militairen te analyseren en gericht beleid te ontwikkelen ter preventie en verbetering van de gezondheidszorg binnen Defensie.

I-MGA 029 – Tuberculosebeleid 

Gezien de risico’s van tuberculose bij uitzendingen en internationale inzet, bevat deze instructie richtlijnen voor screening en preventie. De belangrijkste wijziging ten opzichte van eerdere versies is dat een standaard tuberculinetest bij opkomst is vervallen, omdat dit niet langer doelmatig is. Daarentegen blijft screening verplicht voor militairen die worden uitgezonden naar risicogebieden, bij bepaalde gezondheidsklachten en in specifieke risicofuncties.

I-MGA 013 – Medisch-wetenschappelijk onderzoek

Deze instructie schetst de kaders voor het uitvoeren van medisch-wetenschappelijk onderzoek waarbij Defensiemedewerkers betrokken zijn. De I-MGA 013 beschrijft de ethische en juridische vereisten, zoals AVG-privacyregels en goedkeuring door de Medisch-Ethische Toetsingscommissie (METC).

Bovenstaande aanwijzingen zijn intern te vinden op de Sharepointpagina van de CMC.

Hoofdtaak 1: Onontkoombaar aanpassen aan de nieuwe realiteit

Wat betekent mijn rol in een grootschalig conflict? Om alle defensiemedewerkers duidelijkheid te geven over hun rol in een grootschalig conflict, moeten alle defensieonderdelen en directies van de Bestuursstaf vóór 1 oktober hun analyse presenteren van de gevolgen van hoofdtaak 1 voor hun dagelijkse werkzaamheden. Dit werd verduidelijkt door Maarten Schurink, secretaris-generaal (SG) Defensie, tijdens de overlegvergadering met de Centrale Medezeggenschapscommissie Defensie op 17 juli.

“1 oktober is de eerste mijlpaal naar een praktisch en operationeel plan,” aldus Schurink. “Er wordt een verbinding gelegd tussen verschillende bedrijfsvoeringsketens en processen binnen de krijgsmacht om een soepel functionerende organisatie te creëren die klaar is voor hoofdtaak 1-scenario’s. De dreiging in de wereld neemt toe en de veiligheid van Nederland en onze bondgenoten staat onder druk. Op alle fronten moet de concrete gereedstelling voor hoofdtaak 1 als prioriteit worden genomen. Dit is de belangrijkste opdracht waarvoor iedere defensiemedewerker met de juiste mindset hard nodig is.”

Meer contact, meer communicatie, meer regie

De veranderingen die nu worden doorgevoerd roepen uiteenlopende reacties op binnen de organisatie. Sommigen verwelkomen de aanpassingen als broodnodig, terwijl anderen nog sceptisch zijn. Toch is er een positieve trend zichtbaar: er is geld beschikbaar, er worden langzaam maar zeker meer mensen aangetrokken, en de taak binnen de NAVO wordt steeds duidelijker. Het is nu aan de organisatie om deze veranderingen door te voeren in het dagelijkse werk en te sturen op deze nieuwe koers. Recent is met het nieuwe kabinet over weerbaarheid en paraatheid gesproken en de rol die departementen moeten spelen in het versterken van de Nederlandse samenleving tegen dreigingen. “De aankomende Kamerbrief (medio september) zal helpen om deze gezamenlijke aanpak te coördineren en duidelijk te maken wat er van elk departement verwacht wordt,” aldus Koen Davidse, Directeur Generaal Beleid (DGB).

Naast aanpassingen binnen Defensie en andere departementen, moeten ook gesprekken worden gevoerd met externe partijen en het bedrijfsleven. Van ProRail en NS tot Rijkswaterstaat en de Rotterdamse haven, overal is er nieuwsgierigheid en behoefte aan duidelijkheid over wat zij kunnen doen tijdens een grootschalig conflict. De eerdere ervaringen met Oekraïne tonen aan dat samenwerken met externe partners belangrijk is voor een effectief antwoord op crisissituaties.

“Ik realiseer me terdege dat deze voorbereidingen binnen de krijgsmacht en de samenleving van essentieel belang zijn om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensenlevens bespaard blijven, mochten we echt in een conflict terechtkomen,” benadrukt Schurink. “Ik hoop dat uit de gesprekken met onze mensen, de bedrijfsvoeringkolom en de samenleving ook de urgentie wordt gevoeld dat verandering echt onontkoombaar is.”

Secretaris-generaal Maarten Schurink

Nieuwe afdeling binnen Defensie

Om deze inspanningen richting externe partijen te coördineren en te operationaliseren, wordt een nieuwe afdeling opgericht binnen Defensie. “We willen de juiste personen aan het juiste defensieonderdeel verbinden, waarbij duidelijk is wat Defensie nodig heeft, wat onze rol is en wat dat van externe partijen vraagt.” Deze afdeling zal verantwoordelijk zijn voor het coördineren en implementeren van initiatieven die bijdragen aan onze weerbaarheid. Denk hierbij aan: strategische communicatie, stakeholder engagement en het in kaart brengen van lopende projecten. De afdeling werft zowel intern als extern mensen om de juiste balans te vinden tussen kennis van Defensie en ervaring in het bedrijfsleven of maatschappelijk middenkader.

Defensie bevindt zich in een belangrijke fase waarin flexibiliteit, innovatie en strategische planning centraal staan om goed toegerust te zijn op hoofdtaak 1. Dit betekent concrete voorbereidingen, nauwere samenwerking met civiele partners en een breed gedragen bewustzijn van verantwoordelijkheden zowel binnen als buiten de organisatie.

Maandelijks CMC overleg met de SG: een soepel defensie begint bij verantwoordelijkheidsbesef

Hoe loopt de weg richting een soepel functionerend defensie? Daarover spraken secretaris-generaal Maarten Schurink en de Centrale Medezeggenschapscommissie van defensie elkaar afgelopen week. Iedere maand komen de secretaris-generaal (SG) en de CMC bij elkaar. Enkele weken geleden gaf SG Maarten Schurink bij de CMC aan dat hij graag zou zien dat defensie soepeler functioneert: “Ik zou er naar toe willen dat medewerkers meer eigen verantwoordelijkheid durven nemen en de ruimte voelen om zelf meer achter het stuur te gaan zitten.” Hierop voortbordurend gaf de SG tijdens het afgelopen overleg toelichting op de vervolgstappen richting een soepel functionerend defensie.

SG Maarten Schurink benadrukte: “De intent voor de toekomst van de Krijgsmacht is verankerd in de leiderschaps- en samenwerkingsstijl Mission Command: het gezamenlijke doel om defensie tot een slimme, sterke krijgsmacht en een soepel ministerie dat klaar is voor hoofdtaak 1 te transformeren.” Nu deze visie binnen alle lagen van de organisatie is geland, maakt hij een nieuwe backbrief-ronde. Daarbij worden alle bedrijfsonderdelen gevraagd om na te denken over hoe zij hun werk kunnen uitvoeren met hoofdtaak 1 (bescherming van eigen land en NAVO-bondgenoten) in gedachten.

Verantwoordingsdruk verminderen

“Het doel van deze vervolgstap is om op een doortastende manier te interveniëren, zodat we kunnen toewerken naar een slimme en soepel werkende defensieorganisatie die is afgestemd op hoofdtaak 1. Ter illustratie: het aantal parafen op bestellingen moet omlaag en de Planning & Control-cyclus moet vereenvoudigd worden. Anders gezegd: standaardisatie nastreven waar mogelijk, maar maatwerk en snelheid wanneer nodig”, vervolgt de SG. “Ik wil de verantwoordingsdruk verminderen. Iedereen binnen het ministerie moet de ruimte voelen en beseffen dat ze eigen beslissingen kunnen maken waar nodig en in actie kunnen komen. Daar ligt de kern!”

“Ik wil de verantwoordingsdruk verminderen. Iedereen binnen het ministerie moet de ruimte voelen en beseffen dat ze eigen beslissingen kunnen maken waar nodig en in actie kunnen komen.”

Secretaris-generaal Maarten Schurink

Soepel afgestemd op hoofdtaak 1

In het licht van de huidige ontwikkelingen realiseert SG Maarten Schurink zich steeds meer dat oorlogsbedrijfsvoering de standaard moet worden. De manier waarop onze organisatie is georganiseerd moet daar in zijn ogen aan bijdragen. Waarom? “Omdat we het met de 70.000 mensen die de Krijgsmacht rijk is, hoofdtaak 1 aan moeten kunnen gaan. Elk onderdeel moet hier klaar voor staan, en als dat nog niet is gebeurd, daarover gaan nadenken”, aldus de SG.

Wat betekent hoofdtaak 1 voor de medezeggenschap binnen defensie? Dat zal de CMC ook onderzoeken tijdens de heidagen in juni.

Smeermiddel WD-40 als metafoor op weg naar een soepel Defensie

‘Doen jullie mee om van Defensie een sterke, slimme en soepele organisatie te maken?’ Met die vraag eindigde Maarten Schurink Secretaris-Generaal zijn reflectie op zijn eerste 4 maanden binnen Defensie. De presentatie aan de CMC eind februari was de laatste in de ronde die Schurink langs de verschillende krijgsmacht- en bedrijfsonderdelen maakte om zijn intent voor de toekomst van het ministerie van Defensie toe te lichten.

Den Haag, 05-10-2022 Maarten Schurink, secretaris-generaal BZK FotoMartijn Beekman / BZK

“Als symbool voor mijn intent gebruik ik WD-40; een smeermiddel dat ooit werd ingezet om Atlasrakketten roestvrij te maken. Inmiddels is het blauwe busje in ieder huishouden te vinden om, zoals op het etiket staat, ‘piepen en kraken te voorkomen, los te maken wat vast zit en stroef lopende delen weer gangbaar te maken.’ Dat is naar mijn mening precies wat we nodig hebben om beter te kunnen acteren op wat er in de wereld om ons heen gebeurt en om daar beter op te sturen.”

“Ik zou er naar toe willen dat medewerkers meer eigen verantwoordelijkheid durven nemen en de ruimte voelen om zelf meer achter het stuur te gaan zitten.”

Maarten Schurink, Secretaris-Generaal

Van controle naar vertrouwen

Volgens Maarten Schurink Secretaris-Generaal zit de krijgsmacht op allerlei fronten vast. “We denken in krimp – niet in groei. In de decennia waarin we moesten krimpen, was dat ook logisch. Maar wat in krimp werkt, werkt niet in groei. Zo opereren wij nog vanuit strikte regels en een risicoregelreflex. Ik zou er naar toe willen dat medewerkers meer eigen verantwoordelijkheid durven nemen. En de ruimte voelen om zelf meer achter het stuur te kunnen gaan zitten en te handelen naar de bedoeling achter het beleid.”

Doet de CMC ook mee?

“Dat is een vraag waar wij uiteraard geen nee tegen zeggen,” aldus CMC-Voorzitter Michiel Bussink, “maar realiseer je dat de geschetste vernieuwingen het nodige vragen van de organisatie. Het werken vanuit ruimte, eigen regie en groei zijn fundamenteel anders dan de manier waarop wij gewend zijn. We hebben immers hele generaties laten opgroeien met krimp; ook mentaal. Het vergt een gedrags- en cultuurverandering om dat eruit te halen.”

“Ik schets daarbij nadrukkelijk alleen contouren om ruimte te geven aan eigen regie en initiatief. We doen het samen!”

Maarten Schurink, Secretaris-Generaal

Maarten Schurink Secretaris-Generaal: “Geef het goede voorbeeld. Waar lukt het wel om ruimte te pakken en vanuit de intent te werken. Ik heb met deze reflectie een eerste aanzet gegeven van de richting die ik op wil. Ik schets daarbij nadrukkelijk alleen contouren om ruimte te geven aan eigen regie en initiatief. We doen het samen!”

Nieuwe SG Defensie Maarten Schurink maakt kennis met de CMC

Op de vierde dag van het inwerkprogramma van de nieuwe Secretaris-generaal (SG) Defensie, Maarten Schurink, voerde hij een open gesprek met de leden van de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC) over leiderschap, verbinding, ontkokering en talentontwikkeling.

“Ik heb er zin in! Fijn om met jullie kennis te maken en te horen waar de CMC mee bezig is. Ik ben bezig met een kennismakingsprogramma binnen de organisatie en merk de bevlogenheid binnen deze club. Kijkend naar de rode draad in mijn carrière, zet ik in op organisatieontwikkeling en verandering om tot een mooi resultaat te komen. Eerdere overheidsorganisaties waar ik voor heb gewerkt gaven aan er beter aan toe zijn, dan voor mijn komst. Dat verschil hoop ik ook binnen Defensie te kunnen gaan maken”, aldus Schurink.

Samenwerking, innovatie en groei

“Ik zie het als mijn taak om binnen de Defensieorganisatie samenwerking, innovatie en groei vorm te geven. De CMC zie ik net als mijn voorganger Gea van Craaikamp als een belangrijk orgaan om hier samen in op te kunnen trekken. Als gesprekspartner, informatiebron maar zeker ook als adviesorgaan. Doordat jullie voelsprieten in de hele organisatie hebben, kunnen jullie als geen ander onderzoeken hoe een en ander binnen de organisatie valt.”

“Samenwerking, daar ligt naar mijn mening de sleutel tot verandering, waarbij ik me realiseer dat structuur- en cultuurverandering lang duren. Dat betekent niet dat je hoeft te wachten om met elkaar na te denken over wat voor soort Krijgsmacht we willen hebben. Mede door de geopolitieke ontwikkelingen en de oorlog in Oekraïne, is de tijd er rijp voor. Zover ik nu kan proeven, heerst er nu de brede opvatting: het moet anders!”

Samen met de CMC bouwen aan de toekomst

Voorzitter CMC, Dennis Oldenburg, vult aan: “CMC legt de focus op gedragsverandering. Fijn dat we hier aan de voorkant zij aan zij in kunnen optrekken en in gezamenlijkheid de basis kunnen leggen voor hoe we binnen Defensie met elkaar omgaan en kunnen bouwen aan het ministerie van Defensie van de toekomst”.

Het lunchgesprek tussen de nieuwe SG en CMC op 24 augustus was onderdeel van een brede ophaalronde door de organisatie, waarbij Maarten Schurink aan de hand van drie vragen:  “Wat wil je behouden?”, “Wat wil je kwijt?” en “Wat zou je nieuw of anders willen?” het net ophaalt. Over 10 weken wil hij in afstemming met de CMC hier antwoord op formuleren.

CMC aangesloten bij werkbezoek SG Defensie aan Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheidszorg

Op uitnodiging van de Secretaris Generaal (SG) en het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheidszorg (CEAG) is op woensdag 8 maart een delegatie van de CMC afgereisd naar het Walaardt Sacré kamp te Huis ter heide voor een werkbezoek aan CEAG. Dit was de eerste keer dat de CMC is uitgenodigd om aan te sluiten bij een werkbezoek. Aanleiding was  een nadere kennismaking met het CEAG en het bezoeken van hun werklocatie om een beter beeld te vormen over de kansen, uitdagingen en aandachtspunten die het CEAG ervaart.

Evaluatie COVID-19 en infectieziekte

Na een warm welkom van Directeur CEAG, Kolonel Babusch, kregen de genodigden van Directeur CEAG en overige MT-leden een toelichting op de belangrijkste ontwikkelingen binnen het CEAG en de effecten van de Maatregelennota. Aansluitend werd ingegaan op de evaluatie van COVID-19 en infectieziekten. Uit het gesprek werd duidelijk dat het een uitdaging blijft om defensiebrede richtlijnen zo te formuleren dat ze helder zijn voor iedereen. Een andere uitdaging die COVID-19 met zich meebracht, was het verschil tussen volksgezondheid en economische belangen. Bijvoorbeeld afwegingen van de overheid versus bescherming van personeel door de werkgever (arbeidsomstandigheden) in relatie tot de taakuitvoering van Defensie. In de beginfase van de epidemie kreeg Defensie als ‘essentieel proces’ meer vrijheid. Maar aan het einde moest men juist strenger zijn voor het eigen personeel om te voorkomen dat besmettingen invloed hadden op de personeelssterkte en inzetgereedheid. Dit geaccepteerd krijgen bleek soms lastig. Tot slot werd er gesproken over COVID-19 op de Antillen en hoe de keuze voor een complete lockdown daar heeft uitgepakt.

Vizier op de toekomst

Na de COVID-19-evaluatie werd het vizier op de toekomst gericht. In dit gesprek stonden de toekomstvisie van CEAG en de effecten van de Maatregelen Nota Defensie voor CEAG centraal. Zo werd er gesproken over infectieziekten, dieren bij Defensie, vervanging van DCP en de discussie rondom PFAS. Ook werd er gesproken over diversiteit. Moet er in de toekomst bijvoorbeeld geneeskundig gezien meer rekening gehouden worden met de toename van vrouwen en bijvoorbeeld transgender personen in het personeelsbestand van Defensie?

Positieve gezondheid

Ook positieve gezondheid was een gespreksonderwerp. Hierbij gaat het bijvoorbeeld over militair personeel met een (opgelopen) beperking. Het vraagstuk dat op tafel ligt, gaat over hoe we effectiever kunnen worden in het beoordelen van wat personeel nog wel kan en het herplaatsen van een werknemer binnen Defensie, in plaats van lokaal beoordelen waarom iemand zijn of haar huidige werkzaamheden niet (meer) kan uitvoeren. Kunnen we transformeren naar een positievegezondheid-aanpak met focus op veerkracht en betekenis? Mensen zijn immers niet hun aandoening.

Risico-inventarisatie en bedrijfsartsen

Na het ochtendprogramma waren er verschillende plenaire gesprekken met de experts binnen de vier verschillende afdelingen van CEAG:

  • Advisering (ADV)
  • Bedrijfsgezondheidszorg (BGZ)
  • Bedrijfsvoering/ Vraag en Aanbod Management (BV/VAM)
  • Expertisecentrum (EC).

Er werden verschillende thema’s besproken. Zo werd uitgebreid ingegaan op de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Ook het proces rond de toetsing van de RI&E is besproken. Daaropvolgend werd er gesproken over nieuwe bedrijfsonderdelen en (wapen)systemen, en of het praktisch is om hier een RI&E voor te maken of om dit tijdelijk te ondervangen met een Taak- en Risico Analyse (TRA). Aangegeven is dat het nieuwe beleid voedselveiligheid vanuit het facilitaire domein wordt aangelopen (richtinggevend). Ook wordt nagedacht over de inrichting hiervan bij CEAG, omdat kennis en expertise in het MGZ-domein verankerd zijn. Bij de verbeterde positie van de MGA is aangegeven dat mogelijk ook Force Health Protection (preventieve gezondheidszorg inclusief water, voeding en pestmanagement) hoger op de agenda zou kunnen komen. Een andere uitdaging die besproken werd, is de situatie rond arbeidshygiënisten en bedrijfsartsen. Door de expansie van Defensie zijn er in de toekomst meer bedrijfsartsen nodig. Daarom is er gesproken over de huidige eisen en wat Defensie kan doen om marktconform te blijven.

Overkoepelende onderwerpen

Veel van de besproken onderwerpen gaan al het Defensiepersoneel aan of zijn overkoepelende onderwerpen die niet onder een specifieke vorm van medezeggenschap vallen. Deze onderwerpen dienen aan de CMC voorgelegd te worden, tenzij met CMC is afgesproken dat deze niet behandeld hoeven te worden. Maar allen worden ze onder de aandacht gebracht bij CMC conform reglement BMD 2008.

Waardevol en verdiepend bezoek

Het bezoek aan CEAG was de eerste keer dat een afvaarding van de CMC aansloot bij een werkbezoek met de SG. Het werkbezoek is door zowel de SG als de CMC als waardevol ervaren!