Woensdag jl. vond het tweejaarlijkse Artikel 25-overleg plaats tussen de Secretaris-Generaal (SG) en de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC). Tijdens dit overleg wordt teruggekeken op de samenwerking én de behaalde resultaten van het afgelopen half jaar en wordt gezamenlijk vooruit gekeken naar de plannen en uitdagingen voor de komende periode.
Wat duidelijk werd: de rol van de medezeggenschap is de afgelopen periode verder verdiept en die betrokkenheid is essentieel, zeker gezien de opgaven waar Defensie voor staat. De afgelopen periode heeft Defensie grote stappen gezet richting versterking van de militaire slagkracht. En zoals SG Maarten Schurink het verwoordde: “De urgentie is alleen maar toegenomen. De tijd van geleidelijkheid is voorbij – het is tijd voor de volgende versnelling en een volledige focus op militaire paraatheid. Mochten onze militairen ingezet worden dan moeten we tegen elkaar kunnen zeggen dat we er echt alles aan hebben gedaan om ze gereed te stellen. En daar hebben we iedereen voor nodig.”
De komende periode zal de gehele organisatie zich nog meer moeten focussen op de versnelling, die vrijwel elk domein binnen Defensie raakt. De CDS doet dat door verscheidene maatregelen ter versnelling door te voeren en binnen de bestuursraad gaat men nog steviger sturen op de randvoorwaarden voor de strategische versnelling.
Enkele kernpunten:
• Het versneld aanschaffen van systemen, middelen en voorraden;
• Meer ruimte, mandaat en budget voor commandanten;
• Versimpeling van inkoop- en financiële processen;
• Directe partnerschappen met de industrie;
• En het creëren van meer wettelijke ruimte voor Defensie.
Michiel Bussink, voorzitter CMC: “De rol van medezeggenschap, vooral ook die ‘aan de voorkant’, is belangrijk bij deze ingrijpende keuzes. Vooral ook om de signalen vanaf de werkvloer op te kunnen pakken en mee te nemen in het overleg. Het kunnen versnellen vergt dat we samen blijven sturen op kwaliteit, draagvlak en uitvoerbaarheid. Daarnaast vraagt het ook iets wezenlijks van de organisatiecultuur: vertrouwen en gedeelde verantwoordelijkheid. Deze strategische versnelling is niet iets dat je over de organisatie uitrolt. Het moet door de organisatie worden gedragen – en dat betekent: met de organisatie, dus met de medezeggenschap.”
In de Dagorder onderstreept de Commandant der Strijdkrachten (CDS) nogmaals de omvang van de opgave waar Defensie voor staat. Met militaire paraatheid als absolute prioriteit moeten er ingrijpende keuzes worden gemaakt en moet Defensie op alle vlakken overschakelen naar de volgende versnelling.
CDS Onno Eichelsheim
Zo wordt er meer budget vrijgemaakt voor het versneld aankopen van materieel, gaat er vaker direct worden aanbesteed, worden de voorraden sneller aangevuld, zijn er gesprekken met de bonden over de noodzakelijke groei, wordt er gewerkt aan wettelijke ruimte en gaat Defensie versnellen op vastgoed en infra.
Zeker in tijden van grote verandering is het van groot belang dat de besluiten zorgvuldig worden genomen en draagvlak genieten binnen de organisatie. Mindset is een van de belangrijkste randvoorwaarden voor het doen slagen van alle veranderingen.
Medezeggenschap speelt daarin – naast een wettelijke rol – vooral ook een verbindende rol: door signalen van de werkvloer op te vangen, de dialoog te voeren en samen te zoeken naar werkbare oplossingen. De Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC) adviseert hierbij op strategische thema’s en draagt zo bij aan een toekomstbestendige, weerbare organisatie.
De CMC blijft zich inzetten voor duidelijke afspraken, goed overleg en een cultuur waarin versnellen én zorgvuldigheid in besluitvorming hand in hand gaan. Want alleen als we samen koers houden, komen we sneller vooruit.
Op 19 februari 2025 bracht een afvaardiging van de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC) een bezoek aan de nieuwe Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK), Vice-admiraal Boudewijn Boots. Dit kennismakingsgesprek was een mooie gelegenheid om in te gaan op de belangrijkste aandachtspunten voor de komende periode. Boots, die eerder Plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten was, neemt de functie over van LTGENMARNS Frank van Sprang in een tijd waarin Defensie onder toenemende druk staat. Thema’s zoals personeelsbeleid, sociale veiligheid en operationele gereedheid spelen daarbij een cruciale rol.
Wennen aan een nieuwe rol en dynamiek
Vice-admiraal Boots zal de komende drie jaar de functie van IGK vervullen en is zich bewust van de onafhankelijke aard van zijn rol. “Ik opereer naast de lijn, niet erbinnen. Mijn taak is niet naleving, maar beleving,” lichtte hij toe. Mede daarom wil hij graag regelmatig met de CMC in gesprek gaan. “Als IGK wil ik over up-to-date informatie uit alle lagen van de organisatie beschikken en context kunnen bieden. Daarbij wil ik niet in herhaling vallen met mijn bevindingen. Wat zijn daarbij de echte ‘so what’s’ voor de organisatie en wees zorgvuldig met wat je naar buiten brengt. Niet alleen richting beleidsmakers, maar vooral ook richting medewerkers en militairen; daar kan de CMC mogelijk bij helpen.”
Uit het Hilversumse bos
Zijn nieuwe functie vereist een frisse blik op de manier waarop de IGK kan bijdragen aan Defensie. Daarom is Boots momenteel bezig met een kennismakingsronde langs de verschillende krijgsmachtonderdelen. “Waar kan ik bruggen slaan? Hoe kunnen we beter samenwerken? Misschien moet er wel een IGK-bureautje in Den Haag komen, zodat ik van tijd tot tijd even uit het Hilversumse bos, waar de IGK nu gevestigd is, stap.” Deze gedachte heeft overeenkomsten met de wens van de CMC voor een ‘Bureau Ondersteuning Medezeggenschap’, dat versnippering binnen de het medezeggenschapslandschap moet tegengaan. Een belangrijke stap in die richting is het convenant dat binnenkort wordt getekend tussen de CMC, de Secretaris-Generaal en P-HDP. Dit convenant moet zorgen voor betere ondersteuning en borging van de medezeggenschap binnen Defensie. “Beide bureaus zouden kunnen bijdragen aan een betere verbinding en ondersteuning,” aldus Boots.
Focus op Hoofdtaak 1 en veteranen
Een van de speerpunten van Boots is de invulling van Hoofdtaak 1 door Defensie en de effecten daarvan. Door de geopolitieke veranderingen die elkaar in rap tempo opvolgen gaat er verwachtbaar steeds meer geld naar defensie. “Wij moeten beter gereed zijn voor Hoofdtaak 1, en dat is ultimo gereed zijn voor oorlog op ons eigen en NAVO’s grondgebied. Die focus doet wat met de Defensiemedewerkers en zeker ook met hun achterban. Daarom wil ik meer insteken op de mentale component die hierbij nodig is. Wat vragen we van onze mensen en wat doet dat met hen.” Een ander speerpunt is dat we daarbij volgens Boots kunnen leren van onze veteranen, die veerkracht tonen in uitdagende situaties. Zijn recente bezoek aan de Invictus Games maakte opnieuw duidelijk hoe groot de mentale kracht van deze groep is. “De veerkracht van onze veteranen is van enorme meerwaarde voor Defensie. Ze verdienen erkenning en waardering, zeker in deze tijden. Misschien moeten we juist hun ervaringen gebruiken als inspiratie en positieve bijdrage voor hoe we onze mensen mentaal sterk houden.”
Weerbaarheid in een veranderende wereld
Tijdens het gesprek reflecteerde Boots op de veranderende tijden en de impact daarvan op Defensie. “We moeten ons realiseren dat 80 jaar vrede en welvaart ons heeft ingedut. Het scenario van een crisis, of erger nog, een conflict op basis van artikel 5 uit het NAVO-verdrag, is lange tijd niet aan de orde geweest. Hoe maken we die omslag, zonder te vervallen in paniek?” Hij noemde het Zweedse model als inspiratiebron voor het personeelstekort: “Stap voor stap toewerken naar een organisatie die mentaal en fysiek voorbereid is op elke situatie.”
De CMC benadrukte dat de druk op ‘het systeem’ inmiddels zo groot is dat er scheurtjes dreigen te ontstaan. “We moeten opletten dat we door te veel pushen nu geen grote risico’s lopen aan de voorkant van een eventueel conflict, vooral als het gaat om integriteit en behoud van personeel. Anderzijds is het ook fijn om te merken dat er een groeiende groep jongeren nu juist wel kiest voor een carrière binnen de Krijgsmacht vanwege de maatschappelijke relevantie en urgentie.”
Daarnaast kwamen andere belangrijke thema’s aan bod, zoals de rol van Defensie als uitvoeringsorganisatie, de samenwerking met vakbonden en het belang van medezeggenschap binnen kleinere organisatieonderdelen. “Ook zij hebben recht op een stem,” aldus de CMC.
Een veelzijdige en veelkleurige organisatie
Na een inhoudelijk en open gesprek sloot Vice-admiraal Boots af met een eerste reflectie op zijn nieuwe rol: “Dit gesprek bevestigt voor mij opnieuw hoe veelkleurig Defensie is. Er werken zoveel verschillende type mensen, er spelen zoveel verschillende thema’s, belangen en perspectieven. Als IGK wil ik een verbindende rol spelen en zorgen dat besluiten breed gedragen worden, met oog voor welzijn van onze militairen en burgers.”
Wassenaar, 23 april 2014 - Het munitiedepot van vm MVKV wordt leeggehaald en de Torpedo's worden uit de bunkers van het Munitiedepo De Kom gereden.
Werk jij bij Defensie en voel jij je betrokken bij de Defensiebrede belangen op het gebied van (sociale) veiligheid, kwaliteit, arbo en milieu (VKAM)? Neem dan deel aan de CMC Werkgroep VKAM en draag met jouw deskundigheid bij aan het behartigen van die belangen.
De Werkgroep VKAM is opgericht om de CMC te ondersteunen en adviseren in haar werkzaamheden bij de bij Defensie voorgenomen maatregelen op het gebied van (sociale) veiligheid, kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieu. Wanneer de onderwerpen op dit gebied op het overlegniveau van de CMC liggen, voert de werkgroep vooroverleg met de beleidsverantwoordelijke, stelt de werkgroep conceptadviezen op en ondersteunt de werkgroep met haar deskundigheid de CMC in het overleg met de secretaris-generaal van Defensie.
Onderwerpen op tafel van de Werkgroep VKAM
De onderwerpen veiligheid, kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieu zijn van groot belang voor het personeel van het Ministerie van Defensie. Onderstaand een aantal voorwerpen die bijvoorbeeld in 2023 behandeld zijn door de Werkgroep VKAM:
● ATW overschrijdingen; ● Sociale veiligheid; ● Defensiebrede verklaring Veiligheid & Milieu; ● Reservisten zorgvraag; ● Ministeriële Publicatie 40-21, deel II m.b.t. de opslag gevaarlijke stoffen te velde; ● Evaluatie SG-aanwijzing 007 ‘Veiligheid, Gezondheid en Milieu bij Defensie’; ● Veiligheidsdashboard; ● Aanwijzing IRM; ● Aanwijzing Risicobeheersing Blootstelling aan Elektromagnetische Velden bij Defensie.
Praktische informatie over Werkgroep VKAM
Wat kun je verwachten als je deelneemt aan de werkgroep VKAM? Een aantal praktische zaken op een rij:
● De werkgroep is ingesteld voor onbepaalde tijd; ● De werkgroep komt gemiddeld een keer per 6 weken bijeen voor overleg; ● De werkgroep bestaat uit deskundigen vanuit de zeven defensieonderdelen, en per defensieonderdeel hebben twee deskundigen zitting in de werkgroep; ● Tijd besteed aan actieve deelname aan de werkgroepbijeenkomsten en werkzaamheden in het kader van de werkgroep betreft werktijd; ● Leden van de werkgroep krijgen de gelegenheid scholing en vorming te ontvangen die in verband met de vervulling van de taak nodig worden geacht.
Meld je aan
Voel jij je betrokken bij de Defensiebrede belangen op het gebied van (sociale) veiligheid, kwaliteit, arbo en milieu? En heb je interesse om vanuit jouw kennis en kunde bij te dragen aan de Werkgroep VKAM? Meld je dan aan voor de werkgroep door een e-mail te sturen naar cmc@mindef.nl.
Het kan zijn dat meer mensen zich aanmelden voor de werkgroep dan er posities beschikbaar zijn. In dat geval selecteert de CMC de kandidaten voor de werkgroep.
- Marnewaard / 04-07-18..- CERTIFEX oefening van het Korps Mariniers in de Marnewaard. De oefening vindt plaats in het dorp Marnehuizen...- De mannen van operations en coms gaan ook te voet voorwaards bij de opkomende zon
Om Nederland en haar bondgenoten te kunnen verdedigen tegen toenemende geopolitieke dreigingen, cyberaanvallen en grensoverschrijdende spanningen, werkt het Ministerie van Defensie momenteel met man en macht aan de ontwikkeling van de nieuwe Wet op de Defensiegereedheid. Deze wet moet juridische, organisatorische en beleidsmatige belemmeringen wegnemen die de gereedheid voor hoofdtaak 1 kunnen beperken. Tijdens de CMC-vergadering op 15 januari lichtten Djenna Stevens, Hoofd Wet- en Regelgeving en Ben Kokx, Procesbegeleider, het proces rond de totstandkoming van de nieuwe wet toe.
Kokx: “De veiligheidssituatie in de wereld verslechtert in een snel tempo. Conflicten zoals de oorlog in Oekraïne, toenemende grensoverschrijdende spanningen en bedreigingen via drones en cyberaanvallen, maken duidelijk dat onze Krijgsmacht voorbereid moet zijn op verschillende scenario’s.
Volgens Stevens maakt de huidige regelgeving het echter lastig om snel en adequaat hierin te kunnen handelen: “Complexe wetgeving, beperkte personele capaciteit en een ontoereikende infrastructuur remmen onze slagkracht. Met de nieuwe wet krijgen we de juridische en praktisch ruimte om te doen wat nodig is om Nederland veilig te houden.”
Defensiegereedheid als vitaal publiek belang
De nieuwe wet is opgebouwd rond drie kernpunten voor operationele gereedheid:
Opleiden, trainen en oefenen: meer ruimte en mogelijkheden om onze mensen optimaal voor te bereiden.
Informatiepositie versterken: toegang tot strategische informatie en een volledig omgevingsbeeld.
Bewaken en beveiligen: versterkte bescherming van militaire objecten en middelen.
Deze drie punten dragen bij aan het positioneren van Defensie als vitaal publiek belang. Met andere woorden: onder bepaalde omstandigheden zou bij bijvoorbeeld de bouw van kazernes of het gebruik van nieuwe straaljagers, Defensie boven andere maatschappelijke belangen, zoals milieunormen of geluidsoverlast, moeten kunnen worden gesteld.
Om dit mogelijk te maken, moeten knelpunten rond leefomgeving, informatieomgeving, inkoop en personeel waar mogelijk worden opgelost. Dit is vooral complex wanneer Europese wetgeving een rol speelt. Zo belemmert de Europese stikstofwetgeving mogelijke operaties van Defensie. Daarnaast stuiten Defensie-activiteiten binnen Nederland op beperkingen door regelgeving zoals bijvoorbeeld de Arbeidstijdenwet en complexe vergunningsprocedures. In dit kader benadrukte de CMC het groeiende belang van reservisten. De inzet van deze flexibele schil van Defensie is afhankelijk van de steun en flexibiliteit van werkgevers en de Nederlandse samenleving.
No surprises
De nieuwe wet biedt kansen om slagkracht voor onze Krijgsmacht te realiseren, maar vraagt ook om zorgvuldige afstemming met andere departementen en instanties. “Binnen Defensie werken we nauw samen met medezeggenschapsorganen en vakcentrales om de impact op onze mensen zorgvuldig te borgen. Extern zoeken we afstemming met Ministeries, toezichthouders en andere stakeholders om een zo’n breed mogelijk draagvlak te creëren,” aldus Stevens. “Wij willen niemand overvallen met deze nieuwe wet en de impact ervan; no surprises. Want ondanks de snelheid waarmee de wet wordt ontwikkeld, wil ik benadrukken dat er ruimte voor inspraak blijft: “We willen alle betrokkenen, inclusief de CMC, tijdig informeren en betrekken. Het is van groot belang dat deze wet breed wordt gedragen!“
Het Ministerie streeft ernaar om per 1 februari een conceptversie van de wet gereed te hebben. Dit concept wordt vervolgens uitgebreid besproken met interne en externe stakeholders, waarna verdere afstemming in de ministerraad en de Tweede Kamer volgt. De CMC blijft betrokken bij de voortgang.
Oirschotse heide 09 maart 2023,..Oefenen met opleiding van de mariniers op de oirschotse hei met de luchtmacht. 2 chinooks vlogen de mariniers heen en weer zodat zij het instijgen en uitstijgen konden oefenen tijdens de BHT (Basis Helikopter Training)
Defensie is volop bezig met zorgen dat de organisatie klaar staat voor een hoofdtaak 1-situatie. Wat kan dat betekenen voor defensiemedewerkers en hoe worden zij in de plannen rondom de organisatieinrichting betrokken? Dat werd besproken tijdens het CMC-overleg.
De organisatieinrichting is een belangrijk onderdeel van de gereedstelling van Defensie op hoofdtaak 1. Kolonel James Clayden, Hoofd Organisatieontwikkeling bij het ministerie van Defensie, werkt mee aan de nieuwe inrichting van de defensieorganisatie. Hoe gaat Defensie de gereedheid voor hoofdtaak 1 en de schaalbaarheid van de Krijgsmacht die daarbij hoort, faciliteren vanuit de bedrijfsvoering? Clayden gaf een toelichting op de stappen om tot een nieuwe organisatieinrichting te komen.
Aanpak in fases
Wat het uitgangspunt van de nieuwe organisatieinrichting moet worden, is duidelijk geworden tijdens een brainstorm met Defensiebrede vertegenwoordiging over hoe de organisatieinrichting eruit moet gaan zien. Vervolgens wordt de weg naar de gereedheid op schaalbaarheid en de nieuwe organisatieinrichting aangepakt in verschillende fases:
Fase 1 Beproeven: intensief toetsen en ervaring opdoen met de inrichtingskaders (t/m dec ’24)
Fase 2 Ontwerpen volgens nieuwe inrichtingskader (t/m juli ’25)
Fase 3 Inrichten (t/m dec ’26)
Het doel is dat in januari 2027 HR Defensie volledig is ingericht voor hoofdtaak 1.
Beproeven van de nieuwe organisatieinrichting
Clayden: “De pilot van de nieuwe organisatieinrichting wordt uitgevoerd in november en december ’24. Na een kick-off zijn er in deze twee maanden vier werksessies waarin we aan de nieuwe organisatieinrichting gaan bouwen. Dat doen we met mensen uit de hele organisatie: elk defensieonderdeel heeft medewerkers aangewezen. De operationele lijn en HR en financiële ondersteuning werken mee.”
“In die vier werksessies lopen we het proces door. We kijken naar wat er in het HR-landschap en financiële landschap aan kaders nodig is. Het draait in deze fase dus niet om dat we nu de hele eenheid in gereedheid hebben, maar om lessen te leren van wat er in onze huidige systematiek werkt en wat niet.”
De vakbonden voor defensiepersoneel zijn ingelicht over de ontwikkeling van het plan rondom de organisatieinrichting. Hoe de inrichting van de schaalbare defensieorganisatie er precies uit gaat zien is nog niet duidelijk. “De exacte inrichting is aan de DO. Wij scheppen de kaders. Wat wij zien is een duidelijke splitsing in functies die in verschillende situaties hetzelfde blijven, functies die bestaan in een vredessituatie en functies die bestaan in oorlogstijd. Personeel dat vrij komt omdat hun functie in oorlogstijd wegvalt, wordt waarschijnlijk ingezet op een andere passende functie die wel bestaat in de nieuwe situatie.”
Ook de rol van de van de medezeggenschap in de nieuwe organisatieinrichting is nog niet helder. De CMC zou graag zien dat hier rekening mee wordt gehouden in de planvorming. Deze vraag is ook meegegeven aan Clayden tijdens het overleg. “We blijven graag betrokken om onze rol als Defensiebrede vertegenwoordiger van 68.000 medewerkers goed in te kunnen blijven vullen.”
In onvolledige duidelijkheid voorwaarts
De communicatieplannen rondom elke fase richting de gereedheid van de organisatieinrichting voor hoofdtaak 1, moeten nog ingericht worden. Clayden: “Zoals BGen Paul van der Touw (Sous-Chef Personele Gereedheid) het zegt: we gaan in onvolledige duidelijkheid voorwaarts. We hebben namelijk geen dag te verliezen.” Dit geldt op veel vlakken. De afdeling communicatie is betrokken, en samen bekijken we per fase wat praktisch is in de communicatie rondom dit project.
Het is belangrijk dat de diverse defensieonderdelen en personeel tijdig worden ingelicht over wat zij gaan merken van de plannen voor de organisatieinrichting en de gereedheidstelling van Defensie op hoofdtaak 1. “Er is ook een stuk mindset en draagvlak nodig”, aldus de CMC.
Sinds 1 september vorig jaar staat Jan-Willem Maas aan het hoofd van het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO). De focus ligt momenteel voor het grootste deel op hoofdtaak 1: de bescherming van ons grondgebied en dat van bondgenoten. In een recent interview met de Centrale Medezeggenschapscommissie Defensie (CMC) deelt Maas zijn visie op medezeggenschap en legt hij uit hoe hij zijn rol als commandant invult. Maar ziet hij zichzelf, net als zijn voorganger Mario Verbeek, als ambassadeur van de medezeggenschap?
Maas begrijpt waarom zijn voorganger deze term gebruikte, maar kiest zelf voor een andere benadering. “Ik zie mezelf niet als een ‘ambassadeur van de medezeggenschap’. In plaats daarvan ben ik een onderdeel van het proces. Als commandant moet je als het ware één zijn met de medezeggenschap. In de rol van ambassadeur sta je er een beetje buiten. Samen met mijn team werk ik aan de doelen van de Krijgsmacht,” zegt hij. Volgens Maas ligt de kracht juist in de nauwe samenwerking met de medezeggenschapscommissie (DMC) om gezamenlijk doelen te bereiken. “Binnen DOSCO moeten we het eens zijn over de noodzaak van hoofdtaak 1, en daar moeten we alle 10.000 medewerkers van onze 43 bedrijven bij betrekken. Door onze diversiteit binnen DOSCO te omarmen, kunnen we onze Krijgsmacht een voorsprong geven in een eventueel gevecht.”
Medewerkers DOSCO. Foto: Defensie
Vol gas erop!
Maas heeft in zijn carrière op diverse niveaus ervaring opgedaan met medezeggenschap. Hij merkt dat de rol van medezeggenschap de laatste jaren veranderd is. “Er is tegenwoordig meer nadruk op het betrekken van medezeggenschap aan de voorkant,” legt hij uit. “Dit komt deels door de veranderende taakbelasting van commandanten en de wens om een meer inclusieve en participatieve aanpak te hanteren. Vroeger dacht ik vaak: hup, vol gas erop! Maar nu zie ik in dat draagvlak aan de voorkant essentieel is om een plan succesvol te maken. Mijn taak is om richting te geven en ruimte te bieden, zodat medewerkers eigenaarschap kunnen nemen waar het werk wordt uitgevoerd.”
“Draagvlak is essentieel om een plan succesvol te maken.” – Commandant Jan-Willem Maas
Portretfoto Jan-Willem Maas. Foto: Defensie
Stap over de drempel van ongemak
“We zitten in een periode waarin we niet precies weten wat hoofdtaak 1 de komende twee jaar van ons zal vragen. Dat kan onzekerheid creëren, maar ik wil dat medewerkers de ‘guts’ hebben om initiatief te nemen, zelfs als dat betekent dat er fouten worden gemaakt,” zegt Maas. “Ik weet zelf ook niet hoe de wereld er over twee jaar uitziet, en dat geef ik gewoon toe. We moeten samen over die drempel van ongemak heen stappen en aan de slag gaan met plannen die nu tot 70% kunnen worden ingevuld. Als we daar in slagen, dan volgt de resterende 30% vanzelf. Voor die kanteling heb ik mijn DMC hard nodig.”
“Het gezamenlijk optreden met de DMC speelt een cruciale rol.” – Commandant Jan-Willem Maas
“Samen met mijn DMC organiseer ik themadagen en informatiebijeenkomsten om onze mensen te informeren over wat hoofdtaak 1 voor hen kan betekenen. Door en met hen in gesprek te gaan over hoofdtaak 1. Ik wil dat medewerkers zich gehoord en gezien voelen, en dat hun belangen op een goede manier worden meegenomen in de besluitvorming. Het gezamenlijk optreden met de DMC speelt hierin een cruciale rol. We werken over het algemeen goed samen. En nee, we zijn het zeker niet altijd eens. Dat is soms ongemakkelijk en leidt tot scherpe gesprekken, maar het kritisch naar elkaar durven uitspreken, levert uiteindelijk winst op voor zowel onze mensen als onze organisatie.”
De balans opmaken
Na een jaar als commandant van DOSCO kijkt Maas terug op de samenwerking met zijn DMC. “Het mooiste vind ik de gezamenlijke inspanningen en de positieve impact die dat heeft op de organisatie,” zegt hij. Hij benadrukt het belang van een gezamenlijke aanpak en een positieve benadering van uitdagingen om betrokkenheid en effectiviteit te vergroten. “Medezeggenschap gaat verder dan alleen inspraak geven. Het draait om betrokkenheid. Wanneer mensen zich gehoord voelen, zie je dat terug in hun inzet en motivatie. Elke stem telt, ongeacht rang of functie. Dit leidt niet alleen tot betere besluiten, maar versterkt ook het onderlinge vertrouwen, waardoor we uiteindelijk efficiënter kunnen opereren.”
Over de verschillende erkenningsmiddelen en activiteiten voor veteranen en spelden gelinkt aan veteranen krijgen we regelmatig vragen. Daarom hebben we de antwoorden op de meest gestelde vragen rondom de veteranenpas, veteranen insigne, veteranenpin, zilveren roos, de witte anjer, en activiteiten voor veteranen hieronder gebundeld. Staat het antwoord op uw vraag hier niet tussen? Meer informatie vindt u via het Veteranenloket van het Nederlands Veteraneninstituut.
Veteranenpas, veteranen insigne en veteranenpin
De veteranenpas, het veteranen insigne en de veteranenpin zijn verschillende erkenningsmiddelen voor veteranen. Daarnaast geeft de veteranenpas, in combinatie met registratie in de landelijke database van veteranen, toegang tot verschillende faciliteiten en eventueel korting bij bedrijven. Hoe komt u aan de pas, insigne en de pin?
Veteranenpas
De veteranenpas. Foto: Defensie
Zowel Nederlandse veteranen in werkelijke dienst van Defensie, als postactieve veteranen kunnen de veteranenpas aanvragen. U moet dus een aanvraag indienen om de pas te ontvangen.
Bent u in werkelijke dienst, dan doet u de aanvraag van de pas via de online Selfservice in het Intranet Portaal van het ministerie van Defensie. Voor de aanmaak van de veteranenpas dient u wel via Selfservice toestemming te geven voor het gebruik van uw gegevens door het Veteraneninstituut. Bekijk hier meer gedetailleerde instructies voor hoe u dat doet. Het Veteraneninstituut maakt namelijk uw pas. Hierna wordt de pas opgestuurd naar het correspondentieadres zoals deze vermeld staat in de Selfservice.
Let op: alleen vertoon van de Veteranenpas is, tenzij anders aangegeven, niet voldoende om de voordelen van de veteranenpas te genieten. Een organisatie zal altijd de gegevens van de landelijke database raadplegen om een veteraan toegang te verschaffen. Voor de registratie in de landelijke database dient u apart toestemming te geven.
Veteranen insigne
Het Draaginsigne Veteranen. Foto: Nederlands Veteraneninstituut
Het Draaginsigne Veteranen wordt ook wel de Veteranenspeld genoemd. Deze staat symbool voor de waardering voor het risicovolle werk dat veteranen in het verleden als militair in naam van de samenleving hebben verricht. Het insigne wordt net als de veteranenpas automatisch door de werkgever uitgegeven. Heeft u het Draaginsigne Veteranen niet ontvangen, is het kwijt of kapot? Kijk dan op de website van het Veteraneninstituut hoe u het insigne kunt aanvragen of vervangen.
Het Draaginsigne Veteranen heeft als enige veteranenerkenningsmiddel een draagvoorschrift. Het insigne wordt gedragen op de linker revers van burgerkleding. Mocht op de linker revers een koninklijke onderscheiding worden gedragen, plaats het draaginsigne dan aan de rechterkant. Het is niet toegestaan het insigne te dragen op militair uniform, conform het Defensie handboek onderscheidingen.
Veteranen pin
De veteranenvlag pin. Foto: Defensie
De veteranenvlag pin is een pin die in 2021 eenmalig als presentje is uitgegeven aan bij het Nederlands Veteraneninstituut geregistreerde veteranen als klein gebaar van erkenning en waardering. Deze veteranenpin heeft geen draagvoorschrift en kan zowel door veteranen als door burgers worden gedragen. De veteranenvlag pin was een eenmalige uitgave en wordt dus niet opnieuw uitgegeven.
Zilveren Roos, anjerbroche en de witte anjer
Zowel de Zilveren Roos als de anjerbroche en de witte anjer zijn er voor personen die veteranen steunen. Het grootste verschil tussen deze spelden is dat de Zilveren Roos en zilverkleurige anjerbroche uit naam van de Commandant der Strijdkrachten worden uitgegeven aan veteranen, en de witte anjer wordt in grote getale uitgegeven aan iedereen die veteranen steunt.
Zilveren Roos en de anjerbroche
De Zilveren Roos broche. Foto: Defensie
De anjerbroche. Foto: Defensie
De Zilveren Roos is een verzilverde broche die tot 2014 door Defensie werd uitgegeven aan iedere veteraan bij terugkomst van de eerste missie. Hierna is de zilverkleurige anjerbroche daarvoor in de plaats gekomen. De Zilveren Roos is bedoeld om als blijk van waardering aan een persoon te geven die tijdens de uitzendperiode het meest voor de uitgezonden militair heeft betekend. Deze broche heeft geen draagvoorschrift. Bent u veteraan, op missie geweest voor 2014 en heeft u geen Zilveren Roos ontvangen om aan uw dierbare uit te reiken? U kunt deze alsnog aanvragen bij het Nederlands Veteraneninstituut. Heeft u vragen over de anjerbroche, dan kunt u deze ook stellen bij het Nederlands Veteraneninstituut.
Witte anjer
De witte anjer. Foto: Defensie
De witte anjer is symbool geworden voor erkenning en waardering van veteranen en is er in verschillende vormen om te dragen door personen die veteranen steunen. De witte anjer wordt in grote getale uitgegeven bij verschillende veteranenbijeenkomsten en wordt altijd links op de borst gedragen. De witte anjer ‘speld’ bestaat inmiddels in meerdere vormen doordat de witte anjer van een ludieke actie is uitgegroeid tot een serieus megaproject. Zo is er onder andere een stoffen witte anjer met speld, maar bestaat ook de nieuwere papieren plakversie. Wilt u witte anjers aanvragen? Dat kan via de website van de Nederlandse Veteranendag.
Reünies en andere activiteiten voor veteranen
Den Haag, 24 juni 2023 – Viering Nationale Veteranendag 2023 in Den Haag. Zo’n 70 veteranen krijgen hun medaille opgespeld voor hun recente inzet. Het defilé wordt afgenomen door Z.M. de Koning aan de Kneuterdijk en het Malieveld blijft het centrale punt van de dag. Foto: Defensie, Keesnan Dogger
Wilt u informatie ontvangen over reünies en andere activiteiten voor veteranen en bent u in werkelijke dienst van Defensie? Geef dan gemakkelijk toestemming voor benadering door externe veteraangerichte organisaties via de online Selfservice in het Intranet Portaal van het ministerie van Defensie.
Ga in Selfservice naar ‘Alle apps’, dan naar ‘Informatie’ en ga dan naar uw ‘Persoonlijke instellingen’. Zet dan een vinkje bij ‘NAW’ van de module ‘Veteraneninstituut’ (zie ook onderstaande afbeelding). Zo kan het Veteraneninstituut uw gegevens gebruiken om u te benaderen voor reünies en andere, ook door derden georganiseerde, niet-commerciële activiteiten voor veteranen. Wilt u hier niet meer voor benaderd worden, dan zet u op dezelfde manier het vinkje weer uit.
Bent u postactieve veteraan en wilt u meer weten over reünies, sport, activiteiten en het ontmoeten van andere veteranen? Kijk dan op de pagina ‘Ontmoeten’ van het Nederlands Veteraneninstituut. Op de website van het Nederlands Veteraneninstituut vindt u onder andere meer informatie over verenigingen en organisaties die er zijn voor veteranen en het thuisfront. Ook kunt u daar meer informatie vinden over de Regeling Reüniefaciliteiten (RRF) voor onder andere veteranen.
Wat betekent mijn rol in een grootschalig conflict? Om alle defensiemedewerkers duidelijkheid te geven over hun rol in een grootschalig conflict, moeten alle defensieonderdelen en directies van de Bestuursstaf vóór 1 oktober hun analyse presenteren van de gevolgen van hoofdtaak 1 voor hun dagelijkse werkzaamheden. Dit werd verduidelijkt door Maarten Schurink, secretaris-generaal (SG) Defensie, tijdens de overlegvergadering met de Centrale Medezeggenschapscommissie Defensie op 17 juli.
“1 oktober is de eerste mijlpaal naar een praktisch en operationeel plan,” aldus Schurink. “Er wordt een verbinding gelegd tussen verschillende bedrijfsvoeringsketens en processen binnen de krijgsmacht om een soepel functionerende organisatie te creëren die klaar is voor hoofdtaak 1-scenario’s. De dreiging in de wereld neemt toe en de veiligheid van Nederland en onze bondgenoten staat onder druk. Op alle fronten moet de concrete gereedstelling voor hoofdtaak 1 als prioriteit worden genomen. Dit is de belangrijkste opdracht waarvoor iedere defensiemedewerker met de juiste mindset hard nodig is.”
Meer contact, meer communicatie, meer regie
De veranderingen die nu worden doorgevoerd roepen uiteenlopende reacties op binnen de organisatie. Sommigen verwelkomen de aanpassingen als broodnodig, terwijl anderen nog sceptisch zijn. Toch is er een positieve trend zichtbaar: er is geld beschikbaar, er worden langzaam maar zeker meer mensen aangetrokken, en de taak binnen de NAVO wordt steeds duidelijker. Het is nu aan de organisatie om deze veranderingen door te voeren in het dagelijkse werk en te sturen op deze nieuwe koers. Recent is met het nieuwe kabinet over weerbaarheid en paraatheid gesproken en de rol die departementen moeten spelen in het versterken van de Nederlandse samenleving tegen dreigingen. “De aankomende Kamerbrief (medio september) zal helpen om deze gezamenlijke aanpak te coördineren en duidelijk te maken wat er van elk departement verwacht wordt,” aldus Koen Davidse, Directeur Generaal Beleid (DGB).
Naast aanpassingen binnen Defensie en andere departementen, moeten ook gesprekken worden gevoerd met externe partijen en het bedrijfsleven. Van ProRail en NS tot Rijkswaterstaat en de Rotterdamse haven, overal is er nieuwsgierigheid en behoefte aan duidelijkheid over wat zij kunnen doen tijdens een grootschalig conflict. De eerdere ervaringen met Oekraïne tonen aan dat samenwerken met externe partners belangrijk is voor een effectief antwoord op crisissituaties.
“Ik realiseer me terdege dat deze voorbereidingen binnen de krijgsmacht en de samenleving van essentieel belang zijn om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensenlevens bespaard blijven, mochten we echt in een conflict terechtkomen,” benadrukt Schurink. “Ik hoop dat uit de gesprekken met onze mensen, de bedrijfsvoeringkolom en de samenleving ook de urgentie wordt gevoeld dat verandering echt onontkoombaar is.”
Secretaris-generaal Maarten Schurink
Nieuwe afdeling binnen Defensie
Om deze inspanningen richting externe partijen te coördineren en te operationaliseren, wordt een nieuwe afdeling opgericht binnen Defensie. “We willen de juiste personen aan het juiste defensieonderdeel verbinden, waarbij duidelijk is wat Defensie nodig heeft, wat onze rol is en wat dat van externe partijen vraagt.” Deze afdeling zal verantwoordelijk zijn voor het coördineren en implementeren van initiatieven die bijdragen aan onze weerbaarheid. Denk hierbij aan: strategische communicatie, stakeholder engagement en het in kaart brengen van lopende projecten. De afdeling werft zowel intern als extern mensen om de juiste balans te vinden tussen kennis van Defensie en ervaring in het bedrijfsleven of maatschappelijk middenkader.
Defensie bevindt zich in een belangrijke fase waarin flexibiliteit, innovatie en strategische planning centraal staan om goed toegerust te zijn op hoofdtaak 1. Dit betekent concrete voorbereidingen, nauwere samenwerking met civiele partners en een breed gedragen bewustzijn van verantwoordelijkheden zowel binnen als buiten de organisatie.
Amersfoort, 17 oktober 2023
Beeldmateriaal van divers vastgoed op de Bernhardkazerne.
Defensie wil haar vastgoed concentreren en bestaand vastgoed duurzamer maken en vernieuwen om zo bij te dragen aan een beter uitgeruste en goed geoefende krijgsmacht. De Bernhardkazerne (ook wel de BHK genoemd) is een van de eerste locaties die wordt aangepakt. Martijn Schipper (Staf medewerker VGM CLAS)) en Jan Harmen Kiestra (programmamanager revitalisering BHK) sloten in mei aan bij het CMC-overleg om een update te geven over dit project.
Foto: adjudant Van der Hoek, Defensie
De Bernhardkazerne als voorbeeldproject
Het project, dat in 2031 gereed moet zijn, omvat een grote financiële investering en heeft als doel de gebouwen op de Bernhardkazerne weer toekomstbestendig te maken. De Bernhardkazerne in Amersfoort is de eerste locatie die aangepakt wordt binnen het revitaliseringsprogramma. De kazerne in Havelte en de vliegbasis Woensdrecht staan als nummer 2 en 3 op de lijst. Aansluitend volgen onder andere de projecten in Den Helder, Roosendaal, Schaarsbergen en Soesterberg. De vernieuwing van de Bernhardkazerne vormt de basis voor alle kazernes die volgen. En daarmee dus ook voor de manier waarop de medezeggenschap betrokken wordt.
Complexiteit en uitdagingen
Jan-Harmen: “We staan voor enorme complexe gebiedsopgaven. Daar komt de duurzaamheidsopgave, de historische waarde van veel gebouwen en nu onze focus op hoofdtaak 1 nog eens bij. De revitalisering van de Bernhardkazerne vormt in die zin een mooie voorbeeldproject van hoe je de gereedheid en bijbehorende faciliteiten kunt moderniseren naar de eisen en wensen van deze tijd terwijl de bedrijfsvoering gewoon door blijft gaan. Ook het beter benutten van het vastgoed door bijvoorbeeld meer en beter gebruik maken van digitale middelen (onder andere slim vastgoedmanagement) of het verhogen van de duurzaamheid en daardoor bijdragen aan het Klimaatakkoord. Daarnaast zullen wij met de revitalisering van de BHK een voorbeeld (kunnen) zijn voor de betrokkenheid van de medezeggenschap, de gebruikers en de omgeving bij dit soort grote opgaves. Revitalisering van vastgoed is daarmee veel meer dan alleen het stapelen van stenen.”
Staatssecretaris Van der Maat benoemde het betrekken van het personeel en de medezeggenschap bij de uitvoering van het programma Transformatie van het Defensievastgoed niet voor niets in zijn Kamerbrief van 6 februari 2023. ‘Op iedere locatie dient medezeggenschap intensief betrokken te worden aangezien de veranderingen invloed hebben op nagenoeg alle aspecten van een kazerne, denk hierbij aan de kantooromgeving, legerings- en ontspanningsfaciliteiten, de werkomgeving, parkeermogelijkheden, etc.’
Samenwerking en voordelen
“Het samen oplopen met de medezeggenschap en kijken hoe we elkaar kunnen vinden, is essentieel om de belangen van de gebruikers van de faciliteiten – van militairen tot ondersteunend personeel – vertegenwoordigd te krijgen. Pakken we tijdens de revitalisering van de Bernhardkazerne de advies- en instemmingsrol van medezeggenschap goed op, dan biedt dat in het verdere verloop van dit en alle andere projecten die hierna volgen alleen maar voordelen. Uiteraard voor de planning en uitvoering van het project, maar vooral ook voor breed gedragen leef- en werkomstandigheden,” vult Martijn aan. De recent uitgekomen visie ‘Basis van de toekomst’ biedt een extra aanknopingspunt voor deze samenwerking.
Betrokkenheid van de medezeggenschap
Martijn Schipper schreef voor het CLAS een concept blauwdruk rond het borgen van de betrokkenheid van medezeggenschap tijdens de revitalisering van de Bernhardkazerne. De komende periode wordt gekeken of de concept blauwdruk een dynamische leidraad kan vormen bij hoe je medezeggenschap betrekt. Martijn: “Betrokkenheid van medezeggenschap is noodzakelijk en gewenst, maar hoe je dat op een goede manier vormgeeft is niet zo eenvoudig. Ik doel daarbij vooral op het adviesrecht van medezeggenschap met ‘overeenstemmingsvereiste’. In de blauwdruk doe ik een voorzet hoe je in welke fase, met welk MC en HDE hier invulling aan geeft.”
Ben je zelf betrokken bij een revitalisatieproject? En benieuwd naar de concept blauwdruk? Je vindt deze op de interne SharePoint-pagina van de CMC.
We gebruiken cookies op onze website om ons websiteverkeer te analyseren. Door op ‘Zelf instellen’ te klikken, kun je meer lezen over onze cookies en je voorkeuren aanpassen. Door op ‘Accepteren en doorgaan’ te klikken, ga je akkoord met het gebruik van alle cookies zoals omschreven in onze cookieverklaring.
Deze website maakt gebruik van cookies om jouw ervaring te verbeteren terwijl je door de website navigeert. Hiervan worden de cookies die als noodzakelijk zijn gecategoriseerd in je browser opgeslagen, omdat ze essentieel zijn voor de werking van basisfunctionaliteiten van de website. We gebruiken ook cookies van derden die ons helpen analyseren en begrijpen hoe je deze website gebruikt. Deze cookies worden alleen in je browser opgeslagen met jouw toestemming. Je hebt ook de mogelijkheid om je af te melden voor deze cookies. Als je je afmeldt voor sommige van deze cookies, dan kan dit je browse-ervaring beïnvloeden.
Deze cookies zijn noodzakelijk om de website goed te laten functioneren. Dit gaat alleen om cookies die zorgen voor basisfunctionaliteiten en beveiligingsfuncties van de website. Deze cookies slaan geen persoonlijke informatie op.
Alle cookies die niet noodzakelijk zijn voor het functioneren van de website en die specifiek worden gebruikt om persoonlijke gegevens van gebruikers te verzamelen via analyses en andere ingesloten inhoud, worden niet-noodzakelijke cookies genoemd. Het is verplicht om toestemming van de gebruiker te verkrijgen voordat deze cookies op uw website worden geplaatst.