Categorieën
Nieuws

Planvorming nieuwe mariniers kazerne verloopt voorspoedig

De planvorming kazerne Kamp Nieuw-Milligen (KNM) in Apeldoorn is in volle gang. De oplevering van de kazerne staat gepland voor 2030 en gaat plaats bieden aan zo’n 2.400 mannen en vrouwen, beschikt over 120.000 m2 gebouwen en 140.000 m2 terreinvoorzieningen. De kazerne wordt o.a. ingedeeld met voldoende ruimte voor legering, parkeren, kantoren, een bedrijfsrestaurant, een medische post, uitgebreide opleidings- en trainingsfaciliteiten en sportfaciliteiten voor binnen- en buitensport.

Roberto van der Pol, voorzitter van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapscommissie vervanging en verhuizing Van Braam Houckgeestkazerne (GMC vVBHKAZ), gaf de Centrale Medezeggenschapscommissie van onze defensieorganisatie (CMC) een update over de planvorming rond de verhuizing vanuit Doorn naar Kamp Nieuw-Milligen (KNM) in Apeldoorn.

De invloed van medezeggenschap

Het Dagelijks Bestuur van de GMC vVBHKAZ bestaat uit drie leden, waarvan de secretaris is vrijgesteld voor deze functie. In de GMC vVBHKAZ participeren 21 medezeggenschapscommissies (MC’s). Namens iedere MC hebben twee vertegenwoordigers zitting. Een deel van de vertegenwoordigers werkt vaak voor langere periodes in verschillende delen van de wereld. Weer andere leden vallen onder andere defensieonderdelen. Dat maakt communicatie en afstemming soms complex. Toch heeft zo’n grote diversiteit aan leden ook voordelen. Zo wordt de dialoog steeds vanuit verschillende perspectieven gevoerd, met soms verrassende uitkomsten en resultaten. Dit is voor het traject van medezeggenschap voor zowel HDE als de GMC vVBHKAZ als zeer waardevol gebleken.  

Roberto: “In de afgelopen tweeënhalf jaar is veel gebeurd. Allereerst complimenten voor de wijze waarop de projectdirectie van DOSCO en de interne CZSK-projectgroep aan dit dossier hebben gewerkt. Uiteraard geldt dit ook voor het overleg met de HDE. Niet in de laatste plaats geldt dit ook voor de grote groep van Subject Matter Experts (SME’s). Deze SME’s zijn de, voor velen niet direct zichtbare, verbindende schakel tussen de voornoemde partijen en de medezeggenschap. Deze SME’s zijn niet alleen in het afgelopen traject onmisbaar gebleken, maar zullen ook een belangrijke rol gaan vervullen bij al hetgeen nog gaat volgen.”

In de 23 overlegvergaderingen heeft transparantie en het gezamenlijk belang steeds centraal gestaan. Dat heeft geresulteerd in constructieve overlegvergaderingen. De adviezen van de GMC vVBHKAZ zijn voor het overgrote deel overgenomen. Dat is niet alleen het werk-, woon- en leef- aspect ten goede gekomen, maar heeft ook een wezenlijke bijdrage geleverd aan het realiseren van een toekomstbestendige kazerne. Een mooi voorbeeld daarvan is dat er op grond van een GMC-advies, een zogenaamde SUIT-hal aan het project is toegevoegd. SUIT staat voor Small Unit Immersive Trainer.” Dit is een ruimte waarin een state-of-the-art virtueel trainingssysteem wordt geplaatst waarmee eenheden trainingen kunnen organiseren op bijvoorbeeld: 

·        het optreden in verstedelijkt gebied;

·        het uitschakelen van terroristen;

·        het bevrijden van gijzelaars uit een woning;

·        het benaderen van opposing forces.

Werken aan een toekomstbestendige kazerne

In het kader van de toekomstige bedrijfsvoering zijn we nu al gestart met het inventariseren van zaken die na oplevering aandacht behoeven. Een voorbeeld daarvan is het borgen van naburige tandartscapaciteit. Dit omdat die niet op de nieuwe kazerne wordt ondergebracht.”

“De leden van de GMC vVBHKAZ kennen de grote kaders en worden zowel door de HDE als door het Dagelijks Bestuur op hoofdlijnen geïnformeerd. Daarbij opgemerkt dat bij vragen vanuit de GMC-leden, er soms zelfs tot op het niveau van stopcontacten wordt gediscussieerd. Het Dagelijks Bestuur kan alle informatie in de Output Specificatie bestuderen en daarmee beoordelen of de gemaakte afspraken ook in de praktijk op de nieuwe kazerne gaan terugkomen. Daarmee is de GMC vVBHKAZ in staat om haar rol van ‘checks en balances’ naar behoren uit te voeren. Ook de benoemde SME’s spelen hierbij uiteraard hun expertrol.”

Punt van zorg

De GMC vVBHKAZ heeft signalen ontvangen dat ten gevolge van verhuizingsperikelen rond huidige ‘gebruikers’ van de KNM meerdere gebouwen wederom langer in gebruik blijven. Het verder uitstellen van deze verhuizing lijkt het bouwrijp maken van het terrein te gaan verstoren. Een daadwerkelijke verstoring in deze, zal opnieuw een vertraging in de realisatie en daarmee de ingebruikname van de nieuwe kazerne betekenen. Naar oordeel van de GMC vVBHKAZ is dit zeer onwenselijk.

Qua proces gaat de vooraankondiging van de aanbestedingsopdracht van de kazerne (ontwerp, bouw, financiering, dienstverlening en instandhouding gedurende 25 jaar) eind 2023 op Tenderned. Na een selectie worden vervolgens medio 2024 drie consortia uitgenodigd om in dialoog hun specifieke plannen voor de nieuwe kazerne verder uit te werken.

Categorieën
Nieuws

Kajsa Ollongren: “De juiste kennis en expertise op de juiste plek krijgen en houden, daar gaat het om”

Op maandag 28 augustus vond de eerste periodieke ontmoeting plaats tussen demissionair minister Kajsa Ollongren, demissionair staatssecretaris Christophe Van der Maat, de nieuwe secretaris-generaal Maarten Schurink en een afvaardiging van de Centrale Medezeggenschapscommissie. Een gesprek dat onder andere ging over de rol van medezeggenschap bij gecombineerde internationale eenheden, het vergroten van draagvlak en bovenal instroom van nieuwe medewerkers.

Ollongren toonde zich strijdbaar en wil, ondanks de demissionaire status van het kabinet, doorpakken en Defensie versterken: “Het verder bouwen aan de Krijgsmacht gaat door. Zeker nu. Ik verwacht dat onze projecten door kunnen, ondanks dat we demissionair zijn. Dat verwacht de Kamer, dat verwacht Nederland in deze ongekende tijd. Ik zal mijn verantwoordelijkheid maximaal proberen te pakken. Veiligheid is cruciaal en dat moet ons wat waard zijn. Het uitbreiden en versterken van Defensie gaat onverminderd verder. Over de gehele linie is meer nodig: meer materieel – meer mensen.”

Instroom nieuwe mensen topprioriteit

“In het meer draagvlak aan de voorkant creëren voor deze keuzes en hier pragmatisch over mee denken, kan de CMC een betekenisvolle rol in spelen”, aldus voorzitter CMC Dennis Oldenburg.  Erik Jan Bor, afgevaardigde COMMIT, vult aan: “Nu er zoveel wordt geïnvesteerd in de Krijgsmacht is het op de vloer soms lastig te beoordelen welke projecten prioriteit hebben. Het explicieter keuzes maken en helder hierover communiceren gaat helpen. Het absorptievermogen van de defensiemedewerker heeft zijn grenzen. Het piept en kraakt aan alle kanten. We komen handen tekort.”

Ollongren erkent het personeelstekort en het vinden van oplossingen staat hoog op haar agenda: “Instroom van nieuwe mensen heeft om die reden ook absolute topprioriteit. De vraag is: Hoe kun je nieuwe mensen boeien om voor een carrière bij Defensie te kiezen, hen goed laten landen en ervoor zorgen dat ze zich kunnen blijven ontwikkelen? Goed werkgeverschap gaat verder dan bindingspremies, toelages en andere lapmiddelen.”

Het is daarbij volgens Arwin Oosterhoff, afgevaardigde Kerndepartement, belangrijk om nieuwe mensen kennis te laten maken met de cultuur: “Het gaat erom mensen in hun kracht te zetten en hen op een prettige manier de specifieke Defensie cultuur eigen te laten maken. Inzetten op vertrouwen en verbinden en in kleine stapjes richting de stip op de horizon. Wat kunnen we vandaag al doen om overmorgen het verschil te kunnen maken?  

Aandacht voor uitstroom

Jeffery de Freitas, plaatsvervangend afgevaardigde CZSK, merkt daarbij op dat er niet alleen naar de ingang, maar ook naar de uitgang gekeken moet worden:  “De focus op instroom is helder, maar er zou meer aandacht naar uitstroom moeten gaan. Het behouden van goede mensen en hen helpen om een goede loopbaan binnen de defensieorganisatie uit te stippelen. Er lekt te veel denkkracht en kennis weg uit de organisatie.”

“In the end gaat het erom de juiste kennis en expertise op de juiste plek te krijgen en te houden, zowèl voor militairen als burgers”, rondt Ollongren het gesprek af.

Voorafgaand aan het gesprek met de CMC sprak Minister Ollongren met BNR Radio over de oorlog in Oekraïne en de rol van onze defensieorganisatie 1,5 jaar na het begin van de oorlog – luister het interview hier

Categorieën
Documenten Nieuws

CMC jaarverslag 2022

Benieuwd naar de activiteiten van de Centrale Medezeggenschapscommissie Defensie? Bekijk een overzicht in het CMC jaarverslag 2022.

Categorieën
Nieuws

CMC neemt afscheid van secretaris-generaal Gea van Craaikamp

Afgelopen maand was de CMC aanwezig bij de afscheidsreceptie van de secretaris-generaal Gea van Craaikamp. Tijdens deze bijeenkomst werd er vooral teruggekeken op een fijne samenwerking.

Als SG was en voelde Gea van Craaikamp zich eindverantwoordelijk voor de veiligheid en het welzijn van de defensiemedewerkers op de werkplek. Daarvoor heeft zij, samen met de CMC, de medezeggenschap in zijn kracht gezet om op deze onderwerpen te signaleren vanaf de werkvloer. Dit heeft onder andere geleid tot een een werkbezoek aan het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) waarbij leden van CMC waren aangesloten.

Medezeggenschap app

Ze heeft zich daarnaast ingezet op de professionalisering van faciliteiten voor medezeggenschap. Bijvoorbeeld door in te stemmen met de opdracht tot het aanmaken van een “medezeggenschap app” in de Defensie omgeving van het mobile device voor Defensiemedewerkers. Ook heeft ze mede aanzet gegeven tot de oprichting van “Bureau medezeggenschap”.

Gea van Craaikamp wordt opgevolgd door Maarten Schurink. Meer weten over zijn visie en de samenwerking met de CMC? Lees hier het verslag van zijn kennismaking.

Categorieën
Nieuws

Deskundigen gezocht voor CMC Werkgroep Duiken

Militaire Duikarbeid is een hoogrisico-activiteit die bij alle defensieonderdelen plaatsvindt. Om de duikveiligheid van alle defensieduikers zo goed mogelijk te waarborgen, gelden er defensiebrede regels, die ingrijpen op de bedrijfsvoering bij defensie. Om een constructieve bijdrage te kunnen leveren aan toekomstige aanpassingen in de bedrijfsvoering op het gebied van militaire duikarbeid en de belangen van alle betrokkenen te waarborgen, richten we een Werkgroep Duiken op. Heb je expertise op het gebied van duiken en wil je vanuit jouw deskundigheid bijdragen aan CMC-adviezen die duiken binnen Defensie betreffen? Meld je dan aan voor de Werkgroep Duiken door te mailen naar cmc@mindef.nl.

Aanpassing duiktoelage

Het eerste vraagstuk waarover de Werkgroep Duiken zich zal buigen, is de aanpassing van de duiktoelage. Naar aanleiding van het fatale duikongeval in 2015 op Curaçao heeft de staatssecretaris in 2018 aangekondigd dat “de toelagesystematiek op korte termijn wordt aangepast, waarbij duikers een vaste toelage krijgen die is gekoppeld aan een aantoonbare kwalificatie (persoonlijke functionele en veiligheidscapaciteiten) in plaats van de koppeling aan duikminuten”, om de duikveiligheid verder te verbeteren.

De CMC heeft van de Militaire Duikautoriteit een voorstel ontvangen voor het aanpassen van de duiktoelage. De Werkgroep Duiken beoordeelt het voorstel en kan, namens de CMC, verbeteringen voorstellen. De CMC en de MDA streven ernaar te komen tot een gezamenlijk voorstel waarin de aanpassingen in de bedrijfsvoering zijn overeengekomen, zodat het doorgeleid kan worden naar de onderhandelingstafel.

Categorieën
Nieuws

CMC krijgt toelichting Uitvoeringsagenda Duurzaamheid Defensie

Tijdens de overlegvergadering van 12 april 2023 kreeg de CMC een toelichting op de Uitvoeringsagenda Duurzaamheid Defensie. Tülay Berk van de afdeling Duurzaamheid en Liesa de Haan, dossierhouder mobiliteit, gaven uitleg en beantwoordden de vragen van de CMC-leden over duurzaamheid. Als het om duurzaamheid gaat, dan is de centrale vraag volgens Tülay Berk: ‘Hoe kunnen we bijdragen aan de milieu & klimaatdoelen en onze maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen? En dat zonder dat het onze werkzaamheden en operaties schaadt? Sterker nog: dat het onze missie versterkt!’

Meetbare klimaatdoelen

In de uitvoeringsagenda zijn duidelijke ambities maar ook meetbare doelen opgesteld. ‘Hoe zijn de SMART-doelen tot stand gekomen?’ zo vroeg de CMC. ‘Die zijn tot stand gekomen door een inventarisatie van de nationale doelen. Als Defensie kijken we waar we mee kunnen gaan en waar we een voorbehoud moeten maken.’

CMC nodig bij stappen in verduurzaming

Tülay geeft aan dat de CMC ook een belangrijke rol heeft als het gaat om verduurzaming: ‘Wij hebben de CMC echt nodig om stap voor stap het voortouw te nemen in verduurzaming. Er is wel draagvlak binnen de organisatie, want het is een belangrijk maatschappelijk issue. Ik geloof dat als we onze operaties kunnen versterken met verduurzaming, dan gaat heel Defensie mee.’

Mobiliteitsplan: verschillende onderdelen

Liesa nam hierna het stokje over en vertelde meer over het mobiliteitsplan. ‘De doelstelling is om de CO2-uitstoot met 50 procent te verminderen in 2023 vergeleken met 2016. Daarbij kijken we naar woon-werkverkeer, maar ook hybride werken. Denk aan het aantrekkelijker maken van thuiswerken waar dat kan.’ Het derde punt is binnenlandse en buitenlandse dienstreizen. Wel zal er een gedragscampagne nodig zijn, zo vertelt Liesa. ‘We zien dat zelfs bij kazernes die goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer, men toch vaak kiest voor de auto. Er moet ook onderzoek gedaan worden naar waarom mensen de auto nemen.’

Rol CMC en vizier op de toekomst

Als er uiteindelijk wijzigingen komen in de defensiebrede bedrijfsvoering door de stappen die op het gebied van duurzaamheid gezet worden, dan moet hierover met de CMC tot overeenstemming gekomen worden. Er wordt op dit moment hard gewerkt aan een visiedocument, en de ambitie is om het mobiliteitsplan eind van 2023 af te hebben. Liesa en Tülayvragen de CMC actief betrokken te zijn bij verduurzaming. Afgesproken is, dat CMC op de hoogte blijft en dat er dit jaar nog een aantal keer samen wordt afgesproken om het visiedocument te bespreken.

Categorieën
Interview

Ambassadeur van de medezeggenschap: directeur DMO, viceadmiraalvan de Technische Dienst Arie Jan de Waard

Arie Jan de Waard

“Hoe serieuzer je de medezeggenschap neemt om dialoog mee te voeren over uitdagingen die je hebt, hoe beter het gaat met hetgeen wat je binnen de or-ganisatie wilt bereiken.” Dat is de overtuiging van Arie Jan de Waard, die sinds 2015 directeur van Defensie Materiaal Organisatie (DMO) is en viceadmiraal van de Technische Dienst. In dit interview geeft Arie Jan de Waard zijn visie over de medezeggenschap van de toekomst.

Eerste aanraking met medezeggenschap

Arie Jan de Waard is in zijn loopbaan niet zelf lid geweest van de medezeggenschap. Hij vertelt: “De eerste keer dat ik echt inhoudelijk en intensief met de medezeggenschap in aanraking kwam, was in het toenmalige Marinebedrijf (nu Directie Materiële Instandhouding van CZSK). Het Marinebedrijf was destijds een zelfstandige eenheid binnen DMO en een grote club met bijna 2000 mensen. Er was een gemeenschappelijke medezeggenschapscommissie (GMC) en decentrale medezeggenschaps-commissies (MC’s). Destijds zat ik met de GMC, oftewel de samengestelde vertegenwoordiging van het personeel, aan tafel om te praten over de organisatie, aandachtspunten en verbetermogelijkhe-den. Daar is voor mij de kiem gelegd voor mijn relatie als Hoofd Defensie Eenheid (HDE) met mede-zeggenschap.”

DMO en de medezeggenschap

“Als directeur DMO voer ik nu het overleg met de Defensieonderdeel Medezeggenschapscommissie (DMC). De DMC is opgebouwd uit de vertegenwoordiging van decentrale medezeggenschappen van DMO. Mijn intrinsieke overtuiging is: hoe meer je met hen in essentie het gesprek voert over hetgeen wat van belang is, hoe beter je als organisatie presteert. Dat zie ik terug in hoe we het bij DMO doen.”

“DMO heeft een visie en spoorboekje opgesteld, waar DMC intensief bij betrokken is. We hebben mi-nimaal één keer per jaar een visiedag medezeggenschap waar de medezeggenschap haar agenda be-paalt en ik in de middag aanschuif om samen te spreken over waar we staan, hoe we het doen, wat eventueel beter kan en wat de belangrijke onderwerpen voor de komende periode zijn. Deze dag is heel belangrijk voor de samenwerking en de agendabepaling. Door aan de voorkant steeds transpa-rant te zijn richting de medezeggenschap en op de visiedag actuele vraagstukken aan te kaarten, ben je goed met elkaar in gesprek over de dingen die ertoe doen: de vraagstukken in de breedte van de organisatie.”

Gedeelde verantwoordelijkheid

“Een vertegenwoordiging van de DMC sluit standaard aan bij vergaderingen van de DMO-raad. De DMO-raad is het “concernbestuur” van de DMO. Dat betekent dat het DMC maximaal inzicht heeft in de vraagstukken die passeren en uitdagingen die we daar bespreken. Hiermee bepalen we samen over welke uitdaging de DMC nader wil spreken. Immers, in het Besluit Medezeggeschap Defensie staat dat de medezeggenschap zich breed kan uitspreken over de aangelegenheden die de dienst-eenheid aangaan. Het gaat er om dat je slim samen bepaalt hoe die agenda er uit moet zien. Wacht dus niet af tot ik bij wijze van spreken de DMC bel om ergens over te praten, maar bepaal actief en vooraf de agenda. Daar zit wederkerigheid in.”

Soms kan een geschil verhelderend werken

Naar ervaring van Arie Jan de Waard betekent een geschil met de medezeggenschap niet het einde. Natuurlijk probeer je altijd met goed overleg er uit te komen. Maar, als het echt nodig is, dan kan een geschil uiteindelijk ook leiden tot betere samenwerking. Hij vertelt dat hij binnen zijn carrière en in zijn huidige functie als HDE één keer een geschil is aangegaan met de medezeggenschap. Dit ging over de voorgenomen verhuizing van het Haagse deel van DMO naar Utrecht. “Dat was niet makke-lijk maar je moet dat ook weer niet te zwaar opvatten. Dit geschil betrof een al langlopend dossier. De standpunten waren verhard en de persoonlijke verhoudingen stonden hier en daar ook onder druk.

Door een geschil aan te gaan, wordt een externe partij betrokken om een bepalend besluit te nemen hoe verder. “We hebben allemaal ons verhaal kunnen doen. Het besluit werd genomen en dat was vervolgens het vertrekpunt om verder te gaan. Uiteindelijk zijn we er samen uitgekomen en is het Haagse deel van de DMO nu naar volle tevredenheid in Utrecht gehuisvest. Ik pleit er natuurlijk voor dat het aangaan van formele geschillen de beste manier is om er uit te komen. Vooral gaat het om wat je aan de voorkant kunt en moet doen: de medezeggenschap vooraf intensief betrekken bij wat er speelt en zo transparant mogelijk zijn naar de medezeggenschap zijn zodat zij zelf een oordeel kunnen vormen.”

Medezeggenschap 2.0

Op de vraag hoe Arie Jan de Waard de toekomst ziet, geeft hij aan een uitdaging te zien. DMO moet fors groeien om te doen wat er van ons gevraagd wordt. De ambitie is om te groeien van 5.500 naar 7.000 medewerkers. We hebben daarnaast te maken met een deel van medewerkers die aanko-mende jaren met pensioen gaat. Het is jammer dat we afscheid moeten nemen van hun kennis een kunde, maar het geeft ook kansen. Zo krijgen we veel jonge mensen binnen met nieuwe ideeën en kennis. We hebben dan ook een club die “Jong DMO” heet, waarvan een afvaardiging ook bij de DMC vergaderingen zit. Dat leidt ook tot jonge leden die lid zijn geworden van de medezeggenschap en dat is mooi. Of dat toekomstbestendig is? Dat durf ik niet met zekerheid te zeggen. We moeten en zijn ook met elkaar in gesprek hoe we medezeggenschap toekomst kunnen inrichten. Ik merk dat jonge mensen niet altijd de behoefte hebben om in langdurige medezeggenschapsvergaderingen te zitten. Ik zie bij Jong DMO dat zij wel degelijk zeer betrokken zijn en zich ook best druk willen maken over een bepaald onderwerp.

Hoe maak je dan medezeggenschap 2.0? Een idee is dat je het overkoepelende gesprek beperkt tot een kleine club en dat je veel meer thematisch bepaalde onderwerpen voor medezeggenschap uitzet binnen de organisatie. Zo heeft jong DMO al gekeken naar het “onboarding” proces bij DMO en kij-ken ze in dit voorjaar naar de ontwikkeling van leiderschap binnen DMO. De uitkomst van deze on-derzoeken landen ook weer in het overleg met de DMC. Toekomst zou kunnen zijn dat we die twee lijnen nog veel meer verankeren in de werkwijze van medezeggenschap.

Vitale medezeggenschap voor de toekomst

Arie Jan de Waard sluit het interview af met de volgende woorden: “Het belang van medezeggen-schap staat bij mij buiten kijf. De vraag is wel hoe je dit vitaal houdt met oog op de toekomst. Daar moet je ook voor trainen. Dat is tevens een uitdaging voor de CMC: denk goed na hoe je naar de toe-komst wilt doorontwikkelen. Hoe maak je het aantrekkelijk om toch die personeelsvertegenwoordi-ging aan tafel te laten zitten bij de HDE, om samen de koers te bepalen hoe de organisatie verder te helpen? Ook voor mij als HDE is dat altijd iets om over na te denken en in te investeren.”

Categorieën
Nieuws

CMC aangesloten bij werkbezoek SG Defensie aan Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheidszorg

Op uitnodiging van de Secretaris Generaal (SG) en het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheidszorg (CEAG) is op woensdag 8 maart een delegatie van de CMC afgereisd naar het Walaardt Sacré kamp te Huis ter heide voor een werkbezoek aan CEAG. Dit was de eerste keer dat de CMC is uitgenodigd om aan te sluiten bij een werkbezoek. Aanleiding was  een nadere kennismaking met het CEAG en het bezoeken van hun werklocatie om een beter beeld te vormen over de kansen, uitdagingen en aandachtspunten die het CEAG ervaart.

Evaluatie COVID-19 en infectieziekte

Na een warm welkom van Directeur CEAG, Kolonel Babusch, kregen de genodigden van Directeur CEAG en overige MT-leden een toelichting op de belangrijkste ontwikkelingen binnen het CEAG en de effecten van de Maatregelennota. Aansluitend werd ingegaan op de evaluatie van COVID-19 en infectieziekten. Uit het gesprek werd duidelijk dat het een uitdaging blijft om defensiebrede richtlijnen zo te formuleren dat ze helder zijn voor iedereen. Een andere uitdaging die COVID-19 met zich meebracht, was het verschil tussen volksgezondheid en economische belangen. Bijvoorbeeld afwegingen van de overheid versus bescherming van personeel door de werkgever (arbeidsomstandigheden) in relatie tot de taakuitvoering van Defensie. In de beginfase van de epidemie kreeg Defensie als ‘essentieel proces’ meer vrijheid. Maar aan het einde moest men juist strenger zijn voor het eigen personeel om te voorkomen dat besmettingen invloed hadden op de personeelssterkte en inzetgereedheid. Dit geaccepteerd krijgen bleek soms lastig. Tot slot werd er gesproken over COVID-19 op de Antillen en hoe de keuze voor een complete lockdown daar heeft uitgepakt.

Vizier op de toekomst

Na de COVID-19-evaluatie werd het vizier op de toekomst gericht. In dit gesprek stonden de toekomstvisie van CEAG en de effecten van de Maatregelen Nota Defensie voor CEAG centraal. Zo werd er gesproken over infectieziekten, dieren bij Defensie, vervanging van DCP en de discussie rondom PFAS. Ook werd er gesproken over diversiteit. Moet er in de toekomst bijvoorbeeld geneeskundig gezien meer rekening gehouden worden met de toename van vrouwen en bijvoorbeeld transgender personen in het personeelsbestand van Defensie?

Positieve gezondheid

Ook positieve gezondheid was een gespreksonderwerp. Hierbij gaat het bijvoorbeeld over militair personeel met een (opgelopen) beperking. Het vraagstuk dat op tafel ligt, gaat over hoe we effectiever kunnen worden in het beoordelen van wat personeel nog wel kan en het herplaatsen van een werknemer binnen Defensie, in plaats van lokaal beoordelen waarom iemand zijn of haar huidige werkzaamheden niet (meer) kan uitvoeren. Kunnen we transformeren naar een positievegezondheid-aanpak met focus op veerkracht en betekenis? Mensen zijn immers niet hun aandoening.

Risico-inventarisatie en bedrijfsartsen

Na het ochtendprogramma waren er verschillende plenaire gesprekken met de experts binnen de vier verschillende afdelingen van CEAG:

  • Advisering (ADV)
  • Bedrijfsgezondheidszorg (BGZ)
  • Bedrijfsvoering/ Vraag en Aanbod Management (BV/VAM)
  • Expertisecentrum (EC).

Er werden verschillende thema’s besproken. Zo werd uitgebreid ingegaan op de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Ook het proces rond de toetsing van de RI&E is besproken. Daaropvolgend werd er gesproken over nieuwe bedrijfsonderdelen en (wapen)systemen, en of het praktisch is om hier een RI&E voor te maken of om dit tijdelijk te ondervangen met een Taak- en Risico Analyse (TRA). Aangegeven is dat het nieuwe beleid voedselveiligheid vanuit het facilitaire domein wordt aangelopen (richtinggevend). Ook wordt nagedacht over de inrichting hiervan bij CEAG, omdat kennis en expertise in het MGZ-domein verankerd zijn. Bij de verbeterde positie van de MGA is aangegeven dat mogelijk ook Force Health Protection (preventieve gezondheidszorg inclusief water, voeding en pestmanagement) hoger op de agenda zou kunnen komen. Een andere uitdaging die besproken werd, is de situatie rond arbeidshygiënisten en bedrijfsartsen. Door de expansie van Defensie zijn er in de toekomst meer bedrijfsartsen nodig. Daarom is er gesproken over de huidige eisen en wat Defensie kan doen om marktconform te blijven.

Overkoepelende onderwerpen

Veel van de besproken onderwerpen gaan al het Defensiepersoneel aan of zijn overkoepelende onderwerpen die niet onder een specifieke vorm van medezeggenschap vallen. Deze onderwerpen dienen aan de CMC voorgelegd te worden, tenzij met CMC is afgesproken dat deze niet behandeld hoeven te worden. Maar allen worden ze onder de aandacht gebracht bij CMC conform reglement BMD 2008.

Waardevol en verdiepend bezoek

Het bezoek aan CEAG was de eerste keer dat een afvaarding van de CMC aansloot bij een werkbezoek met de SG. Het werkbezoek is door zowel de SG als de CMC als waardevol ervaren!

Categorieën
Nieuws

De dag van de “O”: interactieve workshop door CMC

Op 17 maart heeft de CMC tijdens de tweede dag van de “O” een workshop gehouden waarin de groei van Defensie centraal stond. Op de Kromhout Kazerne in Utrecht kwamen leden van de CMC, P&O-beleidsmakers binnen verschillende organisatiedelen van Defensie, vertegenwoordigers van DAOG en de overlegvoorzitters vanuit de verschillende vakcentrales samen om de rol van de CMC te bespreken.

De dag van de “O” is bedoeld om medewerkers binnen Defensie die over de invulling van de organisatie gaan, samen te brengen. Samen kijken zij naar de groei-uitdagingen waar Defensie op dit moment mee kampt en mogelijke oplossingen. Denk hierbij aan verkorte reorganisatietrajecten. Tijdens de “O” dag gaven verschillende stakeholders een workshop.

Workshop CMC

Tijdens de tweede “O” dag was het aan Egbert Boot en Timo Ligthart, leden van de CMC, om een workshop te organiseren. De groep van tien deelnemers werd hiervoor opgesplitst in twee deelgroepen. Tijdens de workshop CMC werd eerst een quiz gehouden via Mentimeter. Hierin gaven Egbert en Timo uitleg over medezeggenschap in relatie tot wijzigingen in de bedrijfsvoering. De kennis van de aanwezigen werd getest aan de hand van een aantal vragen, zoals: Wie is aanspreekpunt voor vragen betreffende medezeggenschap?’ En: ‘Wie is verantwoordelijk voor de betrokkenheid van medezeggenschap in de aanloop naar elke verandering in bedrijfsvoering?’

Workshop CMC tijdens de dag van de "O"

Egbert gaf na de eerste workshop op het Centrale podium een “Wrap-up” over waar momenteel de belangrijkste aandachtspunten liggen voor de CMC. Hij deed dit door de vergelijking te maken met een vaartrip: er moet goed gekeken worden naar de soort oversteek (werkorganisaties, bedrijfsvoering, wijzigingen en reorganisaties) én dat tijdig de juiste passagiers (stakeholders) aan boord worden genomen.

Het tweede deel van de workshop was een presentatie met daarin uitleg over de oorsprong van medezeggenschap en het wijzigen en reorganiseren van bedrijfsvoering. Tot slot was er ruimte voor een plenaire discussie over de huidige status van het uniform, aanlopen van bedrijfswijzigingen en een toelichting op de rol van medezeggenschap.

Levendige discussies en positieve reacties

De workshop werd positief ontvangen door de deelnemers. Vooral omdat deze meer inzicht gaf in het nut en de noodzaak van medezeggenschap. Dit enthousiasme was ook goed terug te zien in de plenaire discussie over mogelijke verbeteringen, waar zeer actief aan deelgenomen werd.

Meer dag van de “O”

Tijdens de volgende dag van de “O” zal een andere stakeholder de gelegenheid krijgen om een workshop te geven. Vooral voor nieuwe onderdelen, zoals het Kernteam Defensie en de verschillende expertisebureaus reorganisatie van de diverse defensieonderdelen, is dit een goede gelegenheid om te laten zien wie zij zijn en wat ze doen.

Categorieën
Nieuws

Deskundigen gezocht voor CMC Werkgroep Gezondheidszorg

Heb jij expertise op het gebied van de gezondheidszorg? Wil je vanuit jouw deskundigheid bijdragen aan CMC adviezen omtrent aangelegenheden die de gezondheidszorg binnen Defensie betreffen? Dan nodigt de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC) Defensie je van harte uit om de Werkgroep Gezondheidszorg te versterken.

De Werkgroep Gezondheidszorg ondersteunt en adviseert de CMC in haar werkzaamheden. De werkgroep stelt concept adviezen op over gezondheidszorg gerelateerde onderwerpen die op het overlegniveau van de CMC liggen, en zij ondersteunt met haar deskundigheid de CMC in het overleg met de Secretaris-Generaal van Defensie.

De werkgroep komt gemiddeld eens per twee maanden bijeen voor overleg, en is ingesteld voor onbepaalde tijd. De tijd die wordt besteed aan actieve deelname aan de werkgroepbijeenkomsten en aan werkzaamheden in het kader van de werkgroep betreft werktijd (artikel 20 lid 1 BMD). Tevens krijgen leden van de werkgroep de gelegenheid scholing en vorming te ontvangen die in verband met de vervulling van de taak nodig worden geacht (artikel 20 lid 2 BMD). Deelname aan de werkgroep is vrijwillig, maar niet vrijblijvend.

Heb je interesse om met jouw kennis en kunde bij te dragen aan het behartigen van de Defensiebrede belangen op het gebied van de gezondheidszorg? Neem dan contact op met de CMC via cmc@mindef.nl.