Maak kennis met CMC-lid Ed Onink

“Ga in gesprek met elkaar.”

Open, eerlijk en praktisch: zo typeert Ed Onink zichzelf én de manier waarop hij naar medezeggenschap kijkt. “Geef elkaar vertrouwen, leg uit waarom je iets wilt en praat met elkaar. Dan kom je verder dan met mailen over en weer.” Sinds 1 september is Ed vrijgesteld voor de medezeggenschap: hij is plaatsvervangend voorzitter van de DMC (AMC) en lid van de CMC. Zijn drijfveer: onrecht aankaarten en samenwerken aan betere besluiten voor de defensieorganisatie en haar mensen.

Ed begon in 1987 bij de Landmacht als dienstplichtige, maar vond al snel zijn plek bij de Luchtmacht. Daar werkte hij eerst bij de lichte vliegtuigen en helikopters en groeide hij door tot crew chief, een functie waarin hij meevloog op bijzondere missies, zoals vluchten voor het Koninklijk Huis en uitzendingen naar Irak en Cambodja. Later stapte hij over naar de C-130 Hercules, waar hij begon als monteur en instructeur en inmiddels al ruim tien jaar werkt als flight engineer. “Het is een super mooie baan. Ik heb de tijd van mijn leven,” vertelt Ed. “Als jochie stond ik al bij het hek van Vliegveld Valkenburg. Zonder er bewust op te sturen, ben ik toch in de cockpit beland.

“Het is een super mooie baan. Ik heb de tijd van mijn leven.”

Medezeggenschap als verbinder

Twintig jaar geleden schoof Ed voor het eerst aan in een overlegorgaan van de medezeggenschap, niet omdat het moest, maar omdat hij vond dat het beter kon. Wat hem drijft, is samenwerking: zorgen dat alle betrokkenen elkaar begrijpen, en samenwerking aan de voorkant van beleid. Samen met HR en de commandant organiseerde hij vaste overlegmomenten, waarbij alles met elkaar besproken kan worden. “Niet om op schoot bij de commandant te zitten, maar om te begrijpen wat er achter een voorstel zit en samen tot betere besluiten te komen.”

Niet altijd polderen

Polderen is niet heilig, vindt Ed. “Poldercompromissen worden vaak draken van constructies. Soms moet je gewoon eerlijk zijn over de punten die je wilt maken. Soms wint de één, soms de ander, maar maak het besluit wél logisch en uitvoerbaar.

Medezeggenschap draait om mensen en samenwerking. We zitten hier niet voor onszelf.

Wees duidelijk, luister goed en gun elkaar ook iets. Medezeggenschap draait om mensen en samenwerking. We zitten hier niet voor onszelf. Als je ergens iets van vindt, help dan ook mee om het te verbeteren. Spreek uit wat je nodig hebt, plan het gesprek en geef elkaar het voordeel van de twijfel.”

Medezeggenschap loont

Ed is ervan overtuigd dat medezeggenschap niet alleen goed is voor de organisatie, maar ook voor je eigen ontwikkeling. “Je leert kijken naar de organisatie als geheel, vanuit een breder perspectief. Je leert luisteren, je leert je beter verwoorden en je bouwt een groot netwerk op dat je verder helpt in je carrière. Dat geeft je ook de kans om door te groeien. Je hoeft het niet te doen, maar kom erbij en kijk wat medezeggenschap je kan brengen.”

Contact met Ed of heb je een vraag aan de CMC? Mail via cmc@mindef.nl

Een muzikale blik op medezeggenschap

Jan van Dam is sinds 2005 werkzaam bij Defensie als militair muzikant. Vanuit zijn positie binnen de militaire muziek weet hij als geen ander hoe belangrijk het is dat ook de kleinere en specialistische onderdelen van Defensie een stem hebben. Sinds februari 2025 is Van Dam lid van de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC).

“Een organisatie maak je samen – of je nu soldaat bent of muzikant”

Jan van Dam begon zijn Defensiecarrière als 25-jarige muzikant bij een van de beroepsorkesten van de Landmacht, na een eerdere loopbaan in de post. “Ik heb geen standaard loopbaanpad gevolgd, maar ongeacht de keuze die ik maakte, is muziek altijd mijn kompas gebleven.” Wat begon als een tijdelijke functie, groeide uit tot een jarenlange carrière.

Meer dan ceremonie

“Als muzikant in de krijgsmacht heb je een unieke rol. We verzorgen ceremoniële optredens, begeleiden herdenkingen en laten Defensie op een andere manier zien aan de maatschappij. Denk aan Prinsjesdag, de Vierdaagse van Nijmegen, herdenkingen op de Grebbeberg, maar ook schoolprojecten. Als orkesten zetten wij ons actief in om jongeren enthousiast te maken voor muziek én voor Defensie. “We zijn misschien niet altijd zichtbaar als krijgsmacht, maar we zijn wel hoorbaar. Muziek is vaak de eerste kennismaking van burgers met Defensie. Dat is iets wat je niet moet onderschatten.”

Voor Van Dam is Defensie veel meer dan de beelden die hij als burger ooit had. “Als je binnenkomt als muzikant, zie je langzaamaan wat de organisatie echt doet: rampenbestrijding, uitzendingen, veteranenzorg, en alles wat er komt kijken bij het terugkeren van collega’s met trauma’s. De krijgsmacht is een complexe organisatie met een menselijke kern. Dat besef groeit pas als je er onderdeel van bent.”

Van ‘tikkie, jij bent hem’ tot voorzitter MC

De eerste stappen van Van Dam in de medezeggenschap waren min of meer toevallig. “Er was niemand anders, maar toen ik eenmaal begon, ontdekte ik hoe belangrijk het is dat ook kleinere eenheden vertegenwoordigd zijn.” Van Dam groeide door van lid tot voorzitter van de MC OG-CLAS en vertegenwoordigde daarin uiteenlopende eenheden: van militaire muziekeenheden tot de Dienst Geografie en de Bureau Individuele Uitzendingen. De diversiteit van OG-CLAS maakt de medezeggenschap uitdagend, maar ook bijzonder waardevol. “Onze eenheden variëren van 20 tot 80 mensen. Die kleinschaligheid maakt dat de cohesie sterk is. Mensen kennen elkaar, en je weet snel wat er speelt. Daardoor kun je echt het verschil maken.” Binnen de MC wordt gewerkt met kiesdistricten, zodat elke eenheid een stem heeft en inhoudelijk goed vertegenwoordigd is. “Gaat het over geografie? Dan vertrouw ik op de inhoudelijke expertise van die vertegenwoordiger. Zo bouw je vertrouwen op en neem je elkaar serieus.”

Reorganisatie, kennisdeling en verbinden

Een van zijn mooiste momenten in de medezeggenschap is het reorganisatiedossier van de militaire muziek. “Het duurde eindeloos. Uiteindelijk hebben we gezegd: het moet nu anders. We hebben Defensie, de bonden en de medezeggenschap aan één tafel gekregen. Binnen twee uur hadden we een doorbraak. Dat was echt teamwork.”

Het is één van de redenen waarom Jan van Dam graag een rol speelt op centraal niveau: “De CMC kan dingen losmaken die anders muurvast zitten. Ook op CMC-niveau wil Van Dam zich blijven inzetten voor verbinding. “Ik ben geen specialist in personeelsbeleid of materieel, maar ik ben wel een snelle leerling en weet mensen bij elkaar te brengen. Die verbindende rol is wat ik binnen de CMC wil vervullen. De organisatie verandert snel. Daar moet de medezeggenschap in mee – niet als rem, maar als partner. Medezeggenschap is geen ver-van-je-bed-show . Het gaat over jouw werk, jouw omstandigheden. We moeten die brug blijven slaan – in duidelijke taal en met hart voor de defensieorganisatie en haar mensen.”

Een andere blik

Dat hij als muzikant bij Defensie werkt, maakt dat Van Dam soms anders kijkt naar de organisatie dan collega’s met een meer operationele achtergrond. “Mijn wereld draait om samenwerking, timing en luisteren. Dat zijn ook de kernkwaliteiten die je nodig hebt in medezeggenschap. Ik denk dat ik daardoor soms anders reageer of naar oplossingen kijk. Niet altijd in standaardprocedures, maar vanuit het geheel. Dat is ook mijn kracht.” Van Dam is zich bewust van de unieke positie die hij inneemt als muzikant binnen de CMC. “Ik denk dat ik de enige beroepsmuzikant ben die ooit op dit niveau in de medezeggenschap heeft meegedraaid. Dat is bijzonder. En het bewijst ook dat Defensie meer is dan alleen gevechtskracht.”

Waarom medezeggenschap bij Defensie anders werkt

Medezeggenschap bij Defensie werkt nét iets anders dan bij andere organisaties. In een interview met OR net vertelden CMC voorzitter Michiel Bussink MD MSc MBA en CMC-lid Dorine Bakker over het Besluit Medezeggenschap Defensie (BMD), waarin de afspraken rondom medezeggenschap bij Defensie zijn vastgelegd.

Foto van OR net door Peter Roek.

Wat zijn de grootste verschillen? Het BMD is strikter dan de Wor, maar met een grote ’tenzij’: staken mag niet en de wet geldt niet tijdens een oefening of inzet. Maar bijna alles moet ter instemming worden voorgelegd aan de eenheids-, onderdeels- of locatiemedezeggenschap.

Medezeggenschap bij Defensie in het kort

De feiten op een rij:
•   Medezeggenschap bij Defensie kent een eigen Besluit Medezeggenschap Defensie (Wor is niet van toepassing).
•   Deze geeft enerzijds meer bevoegdheden: elk gevraagd advies vergt overeenstemming, advies- en instemmingsrecht lopen in elkaar over (in een breder scala aan onderwerpen).
•   Er zijn ook situaties, eigen aan het doel van de organisatie, waarin de medezeggenschap niet geldt.
•   Er is een strikte getrapte structuur.
•   Medezeggenschap bij Defensie beschikt over een externe geschillencommissie en een interne bezwaar-adviescommissie, wat bij beroep automatisch leidt tot een zaak binnen het bestuursrecht.

In de reeks ‘medezeggenschap in verschillende organisaties’ neemt OR net je mee in de vormen van medezeggenschap bij diverse organisaties, waaronder nu ook het Ministerie van Defensie. Het volledige interview met Michiel en Dorine is te lezen op OR net.

Medezeggenschap is als een lange triatlon, geen sprint

Sinds een paar maanden vertegenwoordigt Johan Bruinsma de Koninklijke Marechaussee (KMar) binnen de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC). Als plaatsvervangend secretaris, afgevaardigde van de DMC KMar en voorzitter van de MC Landelijk Tactisch Commando, zet hij zich dagelijks in voor de belangen van zowel militairen als burgermedewerkers. Zijn loopbaan bij Defensie begon in 1997 als jonge Marechaussee beveiliger en groeide uit tot een carrière waarin medezeggenschap en belangenbehartiging een steeds grotere rol zijn gaan spelen.

Johan begon als 21-jarige jongen zijn loopbaan als Marechaussee beveiliger en werkte toen onder andere op het ministerie van Defensie. “Ik had altijd al interesse in uniformberoepen. Na het lezen van een personeelsadvertentie van de Koninklijke Marechaussee in de Veronicagids, besloot ik ervoor te gaan. Ik kreeg al snel de kans om door te groeien binnen de Marechaussee en bewaakte onder andere Huis ten Bosch ten tijde van onze toenmalige Koningin Beatrix.”

In 2001 groeide Johan door tot Wachtmeester Algemeen Opsporingsambtenaar, wat zijn horizon verder verbreedde. Zijn betrokkenheid bij de organisatie bleek al vroeg, toen hij zich aansloot bij de leerlingenraad van de KMar in Vught. “Ik merkte dat er dingen niet helemaal klopten en wilde daar iets aan doen,” vertelt Johan.

Drive om mee te praten

Naast zijn operationele werkzaamheden bij de KMar bleef Johan actief binnen de medezeggenschap en doorliep alle mogelijke functies en treden: vanuit de klankbordgroep op brigadeniveau groeide zijn rol verder door naar de medezeggenschapswerkgroep tot MC, TRMC, DMC en sinds oktober 2024 plaatsvervangend secretaris CMC.

“Tijdens de eerste officiële medezeggenschapsverkiezingen, wist ik nog niet precies wat me te wachten stond. Maar ik voelde de drive om mee te praten over beleid dat direct invloed heeft op de werkvloer.”

Medezeggenschap: lange ademwerk, maar broodnodig

Volgens Johan is medezeggenschap een kwestie van volhouden en geduld. “Het is vaak een ondankbare taak, maar uiteindelijk doe je het voor de organisatie en de mensen die iedere dag het beste uit zichzelf halen. Zij verdienen een stem die wordt gehoord. (Sociale) veiligheid en goede werkomstandigheden moeten naar mijn mening altijdprioriteit krijgen.“

“Als medezeggenschappers vertegenwoordigen wij duizenden collega’s. In die zin vind ik het jammer dat er weinig draagvlak is voor medezeggenschap binnen onze organisatie. Tijdens verkiezingen brengt slechts een fractie van onze medewerkers hun stem uit, terwijl we ons juist inzetten voor hun belangen.”

Solide structuur

Als plaatsvervangend secretaris binnen de CMC zet Johan zich in voor een solide medezeggenschapsstructuur. “Het wiel wordt nog te vaak opnieuw uitgevonden binnen verschillende medezeggenschapsgremia,” merkt hij op. “Daarom pleit ik voor een Centraal Bureau Medezeggenschap, zodat we de aanwezige kennis en best practices kunnen bundelen en een sterke basis kunnen neerzetten die onafhankelijk is van personen of wisselende bestuursleden. Bouwen aan een stevige fundering, zodat medezeggenschap niet afhankelijk is van toevallige initiatieven, maar structureel verankerd is in de organisatie. Ook moeten medezeggenschapsopleidingen meer aandacht krijgen, zodat medewerkers beter voorbereid en gemotiveerd zijn om aan de medezeggenschap deel te nemen. Hoe beter mensen zijn opgeleid, hoe sterker we als geheel kunnen opereren.”

Persoonlijke drijfveren en balans

Johan is 49 jaar, een rustige Fries en vader van een dochter van 12 jaar. Hij combineert zijn werk binnen de CMC met zijn passie voor sport en persoonlijke ontwikkeling. Als fanatiek triatleet bereidt hij zich momenteel voor op zijn tweede volledige triatlon, de Frysman. Dit betekent 3,8 km zwemmen, 180 km fietsen en 42 km hardlopen.

“Het vergt discipline, doorzettingsvermogen en een hele lange adem,” lacht hij. “Net als medezeggenschap.” Daarnaast heeft Johan zich verdiept in holistische therapie en zo is hij vorig jaar holistisch therapeut geworden. “Balans is cruciaal, zowel in het werk als privé. Waar onbalans is, zoek ik naar balans. Of het nu gaat om fysieke, mentale of emotionele uitdagingen, het draait allemaal om evenwicht.”

Commandant Jan-Willem Maas: Samenwerking met medezeggenschap en vooruitdenken als sleutel tot succes

Sinds 1 september vorig jaar staat Jan-Willem Maas aan het hoofd van het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO). De focus ligt momenteel voor het grootste deel op hoofdtaak 1: de bescherming van ons grondgebied en dat van bondgenoten. In een recent interview met de Centrale Medezeggenschapscommissie Defensie (CMC) deelt Maas zijn visie op medezeggenschap en legt hij uit hoe hij zijn rol als commandant invult. Maar ziet hij zichzelf, net als zijn voorganger Mario Verbeek, als ambassadeur van de medezeggenschap?

Maas begrijpt waarom zijn voorganger deze term gebruikte, maar kiest zelf voor een andere benadering. “Ik zie mezelf niet als een ‘ambassadeur van de medezeggenschap’. In plaats daarvan ben ik een onderdeel van het proces. Als commandant moet je als het ware één zijn met de medezeggenschap. In de rol van ambassadeur sta je er een beetje buiten. Samen met mijn team werk ik aan de doelen van de Krijgsmacht,” zegt hij. Volgens Maas ligt de kracht juist in de nauwe samenwerking met de medezeggenschapscommissie (DMC) om gezamenlijk doelen te bereiken. “Binnen DOSCO moeten we het eens zijn over de noodzaak van hoofdtaak 1, en daar moeten we alle 10.000 medewerkers van onze 43 bedrijven bij betrekken. Door onze diversiteit binnen DOSCO te omarmen, kunnen we onze Krijgsmacht een voorsprong geven in een eventueel gevecht.”

Medewerkers DOSCO. Foto: Defensie

Vol gas erop!

Maas heeft in zijn carrière op diverse niveaus ervaring opgedaan met medezeggenschap. Hij merkt dat de rol van medezeggenschap de laatste jaren veranderd is. “Er is tegenwoordig meer nadruk op het betrekken van medezeggenschap aan de voorkant,” legt hij uit. “Dit komt deels door de veranderende taakbelasting van commandanten en de wens om een meer inclusieve en participatieve aanpak te hanteren. Vroeger dacht ik vaak: hup, vol gas erop! Maar nu zie ik in dat draagvlak aan de voorkant essentieel is om een plan succesvol te maken. Mijn taak is om richting te geven en ruimte te bieden, zodat medewerkers eigenaarschap kunnen nemen waar het werk wordt uitgevoerd.”

“Draagvlak is essentieel om een plan succesvol te maken.” – Commandant Jan-Willem Maas

Portretfoto Jan-Willem Maas. Foto: Defensie

Stap over de drempel van ongemak

“We zitten in een periode waarin we niet precies weten wat hoofdtaak 1 de komende twee jaar van ons zal vragen. Dat kan onzekerheid creëren, maar ik wil dat medewerkers de ‘guts’ hebben om initiatief te nemen, zelfs als dat betekent dat er fouten worden gemaakt,” zegt Maas. “Ik weet zelf ook niet hoe de wereld er over twee jaar uitziet, en dat geef ik gewoon toe. We moeten samen over die drempel van ongemak heen stappen en aan de slag gaan met plannen die nu tot 70% kunnen worden ingevuld. Als we daar in slagen, dan volgt de resterende 30% vanzelf. Voor die kanteling heb ik mijn DMC hard nodig.”

“Het gezamenlijk optreden met de DMC speelt een cruciale rol.” – Commandant Jan-Willem Maas

“Samen met mijn DMC organiseer ik themadagen en informatiebijeenkomsten om onze mensen te informeren over wat hoofdtaak 1 voor hen kan betekenen.  Door en met hen in gesprek te gaan over hoofdtaak 1. Ik wil dat medewerkers zich gehoord en gezien voelen, en dat hun belangen op een goede manier worden meegenomen in de besluitvorming. Het gezamenlijk optreden met de DMC speelt hierin een cruciale rol. We werken over het algemeen goed samen. En nee, we zijn het zeker niet altijd eens. Dat is soms ongemakkelijk en leidt tot scherpe gesprekken, maar het kritisch naar elkaar durven uitspreken, levert uiteindelijk winst op voor zowel onze mensen als onze organisatie.”

De balans opmaken

Na een jaar als commandant van DOSCO kijkt Maas terug op de samenwerking met zijn DMC. “Het mooiste vind ik de gezamenlijke inspanningen en de positieve impact die dat heeft op de organisatie,” zegt hij. Hij benadrukt het belang van een gezamenlijke aanpak en een positieve benadering van uitdagingen om betrokkenheid en effectiviteit te vergroten. “Medezeggenschap gaat verder dan alleen inspraak geven. Het draait om betrokkenheid. Wanneer mensen zich gehoord voelen, zie je dat terug in hun inzet en motivatie. Elke stem telt, ongeacht rang of functie. Dit leidt niet alleen tot betere besluiten, maar versterkt ook het onderlinge vertrouwen, waardoor we uiteindelijk efficiënter kunnen opereren.”

Gert-Jan Rozeboom: Ga op zoek naar de gemeenschappelijke deler!

Twee jaar voor je pensioen je aanmelden voor de Centrale Medezeggenschapscommissie van de Krijgsmacht. Gert-Jan Rozeboom deed dat onlangs. Drie maanden geleden nam hij het stokje over van een vertrekkend CMC-Lid en vertegenwoordigt sindsdien de Bestuursstaf binnen de CMC.

“Collega’s verklaarden me voor gek dat ik deze nevenfunctie nog op me nam”, zegt Gert-Jan. “Maar na 43 dienstjaren voel ik me nog steeds nauw betrokken bij de Krijgsmacht en wil ik me inzetten voor de mensen die er werken. Wat dat betreft ben ik een echte kritische loyalist.”

Schengen-Akkoord

Gert-Jan kwam na het afronden van zijn middelbare school precies op zijn 18e verjaardag d.d. 3 november 1980 bij de Koninklijke Marechaussee (KMAR) terecht. Hij liep wacht bij het Koninklijk Huis, werkte als algemeen opsporingsambtenaar bij brigades, was actief als grenscontrole. In 1985 werden door het Akkoord van Schengen de controles aan de binnengrenzen afgeschaft, waardoor er een overtolligheid van personeel ontstond bij de KMAR en Gert-Jan overstapte naar de Verbindingsdienst van de landmacht. De Verbindingsdienst levert netwerken voor operationele eenheden. Denk aan telefonie, computernetwerken, kabelsystemen en radio en satellietverbindingen.

Na het afronden van de vakgerichte opleiding bij de School Verbindingsdienst, doorliep Gert-Jan in de daaropvolgende jaren alle verschillende niveaus van verbindingscompagnieën tot aan legerkorps staf. Na deze parate jaren werd hij Instructeur aan de Verbindingsschool waar hij naast les geven zich bezig gehouden heeft met het vormgeven van de Onderofficiersopleiding. Door zijn jarenlange ervaring, ging Gert-Jan mee op missies naar onder andere Irak en Bosnië. Deze ervaringen zorgden ervoor dat Gert-Jan bij terugkomst aan de slag kon als senior instructeur, en later als schooladjudant, bij de School voor Vredesmissies (SVV) die militairen voorbereid op missies.

Ruime ervaring in de medezeggenschap en als vertrouwenspersoon

Na een korte tussenstop bij de Militaire Post organisatie, werd Gert-Jan Kazerne Adjudant van de Kromhout kazerne. In 2019 maakt Gert-Jan de laatste switch van zijn carrière richting het bureau Buitenlandse Betrekkingen van de Directie Internationale Militaire Samenwerking. Een groot deel van zijn carrière, is Gert-Jan betrokken geweest bij zijn naaste collega’s of in de rol van vertrouwenspersoon of als lid van een medezeggenschapscommissie.

“Ten tijde van mijn functies bij de Verbindingsdienst ben ik altijd betrokken geweest bij Medezeggenschap. Gedurende mijn periode zijn 106 en 108 Verbindingsbataljon samengevoegd voor de duur van de missie in Joegoslavië en was ik voorzitter van de gemeenschappelijke medezeggenschapscommissie. Toen ik werd overgeplaatst naar de Command Support Brigade in Eibergen, ontstond er vanwege mijn nieuwe functie een conflict of interest en stapte ik uit de medezeggenschap. Omdat ik toch betrokken wilde blijven bij het wel en wee van mijn collega’s ben ik als vertrouwenspersoon begonnen. Het medezeggenschaps- of het vertrouwenspersoonswerk heb ik vanuit die betrokkenheid heel lang als nevenfuncties naast mijn reguliere job gedaan.”

Ga op zoek naar hetgeen bindt

De andere kant van medezeggenschap leerde Gert-Jan als Kazerne adjudant kennen waar hij samen met zijn toenmalige generaal de gesprekken voerde. “Ik vind het van meerwaarde dat ik beide kanten van medezeggenschap nu mee kan nemen in mijn huidige rol binnen de DMC en CMC. Het inzetten op een gezamenlijk doel moet het vertrekpunt zijn. Een goed draaiende organisatie waar mensen met plezier naar hun werk gaan en gehoord worden. Met elkaar en niet over elkaar praten en op zoek gaan naar hetgeen verbindt. Als je dat vanuit medezeggenschap geregeld krijgt, dan kun je een hoop winnen voor de organisatie en je collega’s.”

Zelfde cycli andere verpakking

“Hoe ik de toekomst voor Defensie zie? Zonder te veel te willen klinken als ouwe rot, zie ik met mijn 43 dienstjaren dezelfde cycli – weliswaar iets anders verpakt – weer voorbij komen. Wij gaan nu vol inzetten op instroom van personeel, vernieuwen en innoveren, maar moeten naar mijn mening oppassen dat we niet te veel gaan tornen aan de opgebouwde basis en de kennis die in huis is. Kortom, vernieuwen van de Krijgsmacht moet, maar kijk ook met een gezonde kritische blik naar de ervaring die je in huis hebt. Ik zie nog zoveel kansen voor onze organisatie. Ik vind het mooi om daar de komende 2 jaar op mijn eigen(wijze) manier vanuit de CMC aan bij te kunnen dragen. Collega’s helpen en ondersteunen en laten weten waar zij terecht kunnen. En in 2025? Ach dan heb ik 45 dienstjaren er op zitten – maar de deur zo maar achter me dichttrekken? Nee! Defensie en haar medewerkers draag ik een te warm hart toe. Eens een loyalist, altijd een loyalist.”

Michiel Bussink nieuwe voorzitter Centrale Medezeggenschapscommissie

Op 10 januari 2024 is kolonel-arts Michiel Bussink MSc MBA unaniem verkozen tot nieuwe voorzitter van de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC). Hij neemt daarmee het stokje over van Majoor Dennis Oldenburg die het voorzitterschap tussen mei 2020 en december 2023 invulde. Bussink, die ruim 25 jaar werkzaam is als arts – waarvan 16 jaar als medisch specialist Anesthesioloog-Intensivist – binnen het Ministerie van Defensie, heeft zijn loopbaan binnen de Krijgsmacht zo goed als altijd gecombineerd met zitting in verschillende medezeggenschapsgremia, waarvan de laatste 6 jaar als plaatsvervangend voorzitter van de CMC.

1 + 1 = 3

Michiel ziet het als een eer het voorzitterschap van de CMC in te mogen gaan vullen. “Als CMC hebben wij Defensiebrede ‘méde-zeggenschap’ over o.a. Veiligheid, Gezondheid, Welzijn & Bedrijfsvoering. Mijn drijfveer als kersverse voorzitter is om, waar mogelijk, middels synergie ofwel ‘1 +1 = 3’ deze beleidsterreinen in het belang van de Defensiemedewerker en daarmee van de Defensieorganisatie (nog) beter te maken.”

Zelfde kant van het touw

Michiel wil zich daarbij inzetten om de positionering van de CMC Defensiebreed verder te bekrachtigen en medezeggenschap op alle overlegniveaus zo goed mogelijk te (laten) faciliteren. “Aangesloten worden en blijven op daar waar de besluiten binnen de Krijgsmacht voorbereid en genomen worden. Daarnaast is en blijft de CMC natúúrlijk gesprekspartner van de Defensietop waarbij de CMC en de SG een strategisch partnerschap vormen. Werken vanuit de gezamenlijke bedoeling, elkaar versterken en elkaar vroegtijdig op de hoogte brengen, daar streef ik naar. We hoeven het daarbij niet altijd eens te zijn met elkaar, als we maar aan dezelfde kant van het touw trekken”, aldus Michiel.

Mutaties Dagelijks Bestuur CMC

De overstap van Michiel betekende dat de plaatsvervangend voorzitter ook opnieuw gekozen moest worden. LTZ 2 OC Jeffrey de Freitas, voorheen secretaris, is verkozen tot nieuwe plaatsvervangend voorzitter van de CMC. SMJR (TD) Timo Ligthart, voorheen plaatsvervangend secretaris, schuift door naar de rol van secretaris. Jovanka van de Pol BBA, is benoemd als nieuwe plaatsvervangend secretaris. Met haar benoeming bestaat het Dagelijks Bestuur van de CMC uit 3 militairen en 1 ‘burger’ en is het DB CMC een evenwichtiger afspiegeling van de Defensieorganisatie.

Jacco Willems: Samenwerken en gelijkwaardigheid als kern

Sinds augustus 2023 vertegenwoordigt Jacco Willems de Koninklijke Marechaussee (KMAR) binnen de Centrale Medezeggenschapscommissie. Maar zijn betrokkenheid bij de Krijgsmacht begon al veel eerder, toen hij in 2000 zijn loopbaan startte.

“Eind jaren ’90 bracht ik als postbode een folder van de Marechaussee rond. De inhoud ervan sprak mij zo aan dat ik de post verruilde voor het bos”, zegt Jacco gekscherend. Inmiddels is het 23 jaar geleden dat hij de stap naar de defensieorganisatie maakte. Jacco startte zijn loopbaan bij de Brigade Oost, stapte over naar de Grenscontrole bij Schiphol, belandde aansluitend in Apeldoorn bij het opleidingscentrum en maakte in zijn volgende job bij de Facilitaire Dienst kennis met het vakgebied ICT. Vanuit de rol van ICT-coördinator ontwikkelde Jacco zich door naar zijn huidige functie Informatiemanager bij de KMAR. “Doordat ik 10 jaar als militair actief ben geweest en daarna burger medewerker bij defensie ben geworden, ken ik beide kanten van de medewerkers goed. Dit zie ik als een echte meerwaarde.”

Inzet voor beter en veiliger werken

Deze zomer verwelkomde de CMC Jacco als nieuw lid. Gevraagd om te solliciteren voor de vrijgekomen positie, zag Jacco dit als een kans om zijn mening en kennis van de defensieorganisatie te laten gelden. “Ik ben nog wel zoekende hoe ik mijn kennis en ervaring het beste kan inbrengen. Een topic waar ik me bijvoorbeeld graag tegen aan zou willen bemoeien is de inzet van persoonlijke data om medewerkers beter en veiliger te laten werken. Door AVG-regelgeving is het lastig om op persoonlijk niveau interventies te plegen, terwijl dat wel van toegevoegde waarde zou kunnen zijn.” Als voorbeeld noemt Jacco de door veel militairen gedragen sporthorloges, waaruit gezondheidsgegevens en prestatie indicatoren kunnen worden afgelezen, en benadrukt het potentieel van dergelijke gegevens.

Unieke omslagperiode

Nu, na enkele maanden in de CMC, begint Jacco de dynamiek van de commissie en de interacties met haar achterban steeds beter te begrijpen. “Ik vind het razend interessant om te zien hoe de overleggen en de gesprekken verlopen. Door mijn observerende aard, pik ik non-verbale signalen des te beter op.” Daarnaast benadrukt Jacco de unieke periode waarin de organisatie zich momenteel bevindt. “Uiteraard door wat er aan dreigingen om ons heen speelt, maar zeker ook doordat er na jaren van krimp, op groei en verandering wordt ingezet. Dat zorgt voor een omslag in dynamiek op de werkvloer, een hang naar een nieuwe werkcultuur. Er is momenteel zo veel mogelijk en dat betekent dat de organisatie zich daar opnieuw naar moet gaan zetten.”

Onderdeel-overstijgend werken

“Ik hoop bijvoorbeeld van harte dat we onderdeel-overstijgend kunnen gaan werken. En niet langer alleen denken vanuit de KMAR, Luchtmacht of Marine. Binnen de CMC zie ik dat het kan. Zo vind ik het mooi dat wij van de werkvloer tot aan de Secretaris Generaal reguliere overleggen en afstemmingsmomenten hebben. Elkaar vinden op basis van samenwerking en gelijkwaardigheid als kern van de CMC en de organisatie.”

Een breder perspectief door medezeggenschap

Jovanka van de Pol wilde eigenlijk militair worden. Door een ernstige knieblessure kon die ambitie niet worden waargemaakt. Wél geeft Jovanka invulling aan een mooie carrière binnen Defensie op het snijvlak van Human resources en medezeggenschap.

“Ruim twintig jaar geleden kwam ik binnen bij de Krijgsmacht via een tijdelijke baan bij onze cateraar Paresto. Toen zich na een paar maanden een kans voordeed om als HR-adviseur bij Paresto te beginnen, greep ik die met beide handen aan. Zo kon ik mijn hbo-diploma HRM-Management gaan verzilveren.”

Eenmaal in vaste dienst maakte Jovanka de stap naar het Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie (DCIOD), dat voor collega’s zorgt die in het buitenland werken voor het Ministerie van Defensie. “Ik was verantwoordelijk voor de P&O–zaken van onze collega’s in Zuid-Europa; een mooie periode waarin ik veel landen als Spanje, Frankrijk, België, Portugal en Italië heb mogen bezoeken en de nodige uren heb doorgebracht op Schiphol.”

Verreikende ambities

Eenmaal moeder van 3 jonge kinderen, kon Jovanka de vele dienstreizen niet meer combineren met het gezinsleven en stapte in 2014 over naar de Marechausseestaf als PO- adviseur. Dat was inmiddels haar derde PO-adviseursfunctie, weliswaar binnen een ander defensieonderdeel, maar de inhoud van de job bleef hetzelfde en de ambities van Jovanka reikten verder.

In de daaropvolgende functie bij de Hoofd Directie Personeel (HDP) maakte Jovanka kennis met strategie en beleid. “Ik was o.a. overlegcoördinator CMC van Erik Akerboom, de toenmalige Secretaris – Generaal (SG) van het Ministerie van Defensie. Hoewel ik het interessant vond om meer met beleid en strategie te mogen doen en aan de andere kant van de tafel te mogen zitten als adviseur van de SG, zocht ik na een paar jaar toch weer naar een HR-functie.” Jovanka ging terug naar het stafbureau van de Koninklijke Marechaussee (KMAR) en was daar o.a. verantwoordelijk voor het Management en Developmentprogramma van de stafadjudanten. Daarnaast was zij voorzitter van de Medezeggenschapscommissie binnen de Staf van de KMAR.

Belangrijkste dossier: HR-Vernieuwing

“Ik combineerde een gezin met een pittige functie èn medezeggenschap. Dat was best een uitdagende combinatie. Sinds begin 2022 ben ik volledig vrijgesteld voor de medezeggenschap binnen de MC van Staf-KMar, de DMC van de KMAR en de CMC – dat geeft iets meer lucht.’’

Van alle dossiers waar de CMC zich mee bezighoudt heeft Jovanka de meeste affiniteit met HR. “Human resource management blijft toch het vakgebied waar ik de meeste kennis en ervaring in heb opgedaan. Ook de masteropleiding die ik nu volg op het gebied van HR-management kan ik mooi toetsen aan misschien wel het belangrijkste CMC-dossier van dit moment: HR- Vernieuwing.”

Jovanka benadrukt de belangrijke rol van medezeggenschap bij het vormgeven van HR-beleid, vooral in een tijd waarin het werven van nieuwe mensen en het behouden van goede mensen van cruciaal belang is. “Personeel is ons belangrijkste ‘middel’ als Krijgsmacht; onze key-asset. Wat gebeurt er als we niet kunnen leveren? Welke impact heeft onderbezetting op de veiligheid van onze collega’s en ons land? Het kiezen voor een baan bij de Krijgsmacht heeft nu een andere connotatie dan 20 jaar geleden. Ik vind het belangrijk dat daar vanuit de CMC oog voor is en ruimte krijgt binnen het nieuwe HR-beleid van Defensie. “

Niet fancy – wel razend interessant

“Mijn werk voor de medezeggenschap schuurt dicht tegen mijn vakgebied HR aan. Ik vind het razend interessant om in deze job de andere kant van personeelsbeleid te leren kennen. Voor mijzelf, omdat ik mee mag denken en praten over topics die de hele organisatie raken, maar ook eervol om als vertegenwoordiger van mijn collega’s op te mogen treden. Medezeggenschap is misschien niet ʽfancy’, maar ik hoop dat mijn enthousiasme aanstekelijk kan werken zodat meer collega’s zien dat het niet alleen een belangrijke, maar ook een heel leuke en leerzame kant heeft. Doordat we als CMC bij veel overleg fora betrokken zijn, weten we wat er organisatie breed speelt en kijken we over de schutting van de afzonderlijke krijgsmachtonderdelen heen. Dat maakt ons inhoudelijk een goede gesprekspartner die het verschil kan maken voor personeel en organisatie op het vlak van veiligheid, welzijn en bedrijfsvoering. Kortom: waardevol en super interessant!

Maak kennis met CMC-lid Egbert Boot: “CMC? Oprecht een mooie club!”

Egbert Boot is afgevaardigde van de CLSK (Koninklijke Luchtmacht) binnen de CMC. Zo’n 20 jaar geleden startte Egbert met zijn carrière bij de Krijgsmacht. Na het afronden van zijn middelbare school lokte het avontuur en begon Egbert met de opleiding Maritiem Officier. Na 1 jaar stapte hij echter over naar de Landmacht. “Mijn keuze voor de Landmacht was aanvankelijk praktisch ingestoken door de combinatie van leren en werken. Een keuze waar ik 20 jaar en vele functies, rollen en rangen later, geen spijt van heb. Defensie heeft mij opgevoed en gevormd; ik ben verknocht aan het ‘bedrijf’.”

“Defensie heeft mij opgevoed en gevormd; ik ben verknocht aan het ‘bedrijf’.”

Egbert Boot

Egbert maakte een rondgang langs onder meer de landmacht en de luchtmobiele brigade. Ging op uitzending naar Irak en twee keer naar Afghanistan. In 2010 maakte hij de overstap naar het Mobile Air Operations Team (MAOT) binnen het Defensie Helikopter Commando (DHC) en werd in 2014 vervolgens onderofficier. Aansluitend maakte hij in 2016 de overstap naar instructeur aan de mbo-opleiding Veiligheid en Vakmanschap (VeVa) en de Algemene Militaire Opleiding (AMO). Na een aantal jaar instructie te hebben gegeven, is hij sinds 2021 weer werkzaam op het DHC. Allereerst binnen het domein safety & compliance en sinds een jaar vervult hij het voorzitterschap van de medezeggenschapscommissie (MC) DHC als huidige functie.

Medezeggenschap is niet nieuw voor Egbert. In een groot deel van zijn carrière is hij betrokken geweest bij werkgroepen en projecten. “Vanuit die eerdere ervaringen met ‘medezeggenschap’ kwam ik erachter dat het niet perse om rangen gaat, maar om het juiste idee aan de juiste tafel te bespreken. Dat is het voordeel van medezeggenschap: het besef en vervolgens de daadkracht dat met echt goede ideeën of aanvullingen iets moet en ook kan gebeuren.”

Gelaagdheid

“Het invloed uit kunnen oefenen op de organisatie vind ik heel waardevol”, vervolgt Egbert. “Niet dat dat zonder slag of stoot gaat. Medezeggenschap vergt veel voorbereiding. Je moet jezelf de ruimte gunnen om een gefundeerde mening te vormen om vervolgens het goede gesprek aan te kunnen gaan op de verschillende niveaus. Die gelaagdheid van medezeggenschap vind ik heel fijn. Verschillende rangen en entiteiten zitten bij elkaar. Dat maakt besluiten beter en de toekomstvisie van Defensie breder gedragen.”

Operationele gereedheid

Op de vraag welke uitdagingen de CMC echt het hoofd moet bieden de komende periode, antwoordt Egbert zonder enige twijfel als eerste de uitdaging op personeelsgebied. “Aan de ‘onderkant’ zit het probleem. Gezien de dreigingen in de wereld moeten we terug naar onze basis en dat is operationele gereedheid. De tweede uitdaging waar we oog voor moeten houden zijn de ‘muurtjes’. Deze zijn inherent aan een hiërarchische organisatie, maar leiden ook tot uitstroom van goede mensen. Die gelaagdheid en regeldruk zorgt ervoor dat planvorming niet tot volledige bloei kan komen. Dat frustreert.”

“Een persoonlijke uitdaging is een betere balans tussen mijn werk- en privé leven krijgen. Doordat ik zoveel om defensie geef en de mensen daarin, stop ik mijn hele ziel en zaligheid in deze functie. Ik streef ernaar om positieve veranderingen in processen en/of beleid teweeg te brengen voor mijn collega’s en de organisatie. Echter, door de verschillende (sub)culturen, het hiërarchische, regeldruk enz. is het soms ook een lastige klus. Je balanceert tussen de werkvloer en de organisatietop, wat simpelweg niet altijd makkelijk is. Maar wel heel gaaf!”

“Want in potentie is dit oprecht de mooiste functie waar je invulling aan kunt geven. Het takenpakket is breed en de dossiers zijn soms complex. Ik durf wel te beweren dat ik als CMC-lid in een paar jaar tijd net zoveel ga leren als in die 20 jaar ervoor. Al met al is de CMC een veilige, inhoudelijke en betrokken club waarin ik vooral veel positieve energie van mijn medezeggenschapswerk krijg. CMC? Oprecht een mooie club!”