Om in het huidige tijdgewricht van crisis en conflict effectief militair te kunnen opereren, moet de krijgsmacht schaalbaar zijn. Een schaalbare krijgsmacht is in staat om personeel, materieel, infrastructuur en kennis in relatief korte tijd aan de organisatie toe te voegen en in te zetten, en andersom ook weer af te schalen. De taak om deze noodzakelijke verandering aan te jagen, ligt bij het Transitieteam CDS. Hoe staat het hier nu mee en wat betekent dit voor het Defensiepersoneel? Kolonel Tonny van den Belt van het Transitieteam CDS licht toe hoe het Transitieteam te werk gaat en geeft een update van de voortgang rond de schaalbare krijgsmacht.
De schaalbare krijgsmacht en internationale en nationale verplichtingen
In het geval van een hoofdtaak 1-situatie heeft Nederland zowel internationale als nationale verplichtingen. Het New Force Model (NAVO/internationaal) en het NDP (nationaal) vormen de basis voor de rol die de krijgsmacht speelt in tijden van conflict. “Het New Force Model begint steeds concreter te worden. Daarnaast ‘’wordt er hard gewerkt om onze nationale taken/verplichtingen inzichtelijk te maken,” licht kolonel Van den Belt toe.
“Je merkt dat onze organisatie behoefte heeft aan duidelijkheid,” aldus Van den Belt, “maar in het kader van hoofdtaak 1 – bescherming van ons grondgebied – is het nodig om voorwaarts te gaan zonder dat alles volledig duidelijk is. Als we nu geen vaart maken, zijn we niet op tijd gereed.”
Kolonel Tonny van den Belt
“De komende maanden ligt de focus op het uitwerken van 1) de nationale verplichtingen (NDP) en 2) het bij elkaar brengen van de nationale en internationale verplichtingen tot een operationeel plan (hoe gaan we als krijgsmacht en Defensie nationaal en internationaal opereren in het geval van een hoofdtaak 1-situatie). Dat plan moet in het 1e – 2e kwartaal van 2025 het levenslicht zien en een ieder in onze organisatie duidelijkheid geven wat er van hem/haar in een hoofdtaak 1-situatie wordt verwacht. ’’Daarbij zal duidelijk worden hoe de oorlogsorganisatie, inclusief het schaalbare deel, eruit zal komen te zien.’’
Modernisering rechtspositie Defensiepersoneel
Om de krijgsmacht schaalbaar te maken moet Defensie in het HR-domein alle zeilen bijzetten om de organisatie tijdig kwantitatief en kwalitatief gevuld te krijgen. “In dat kader werken de HDP/DAOG samen met de vakcentrales aan de modernisering van de rechtspositie van alle categorieën personeel. Hiervoor is een zogenaamde HR-roadmap met twintig onderwerpen in het leven geroepen.”
“De eerste focus zal liggen op de concretisering/verbetering van de rechtspositie van het Dienjaar, reservisten en de garandeerde inzet van burgerpersoneel in een hoofdtaak 1-scenario.” Deze onderwerpen zullen voor het einde van 2024 worden geagendeerd in het georganiseerd overleg.
Whole-of-Society-benadering
Van den Belt benadrukt het belang van opschalen, maar vooral ook het belang van kunnen afschalen wanneer dat nodig is. “Het idee is om dit samen met partners uit de samenleving te doen, omdat Defensie dit niet meer alleen kan.” Een belangrijk inrichtingsprincipe van de schaalbare krijgsmacht is de zogenaamde Whole-of-Society-benadering.
Deze benadering gaat er vanuit dat we als Defensie landelijk, regionaal en lokaal bij het opschalen van onze organisatie moeten kunnen bouwen op een wederkerige en duurzame relatie met het bedrijfsleven, overheidsorganisaties en kennisinstituten. “De komende tijd zullen we ons onder andere richten op het versterken van samenwerkingen met onder meer organisaties als de NS, Rijkswaterstaat, ziekenhuizen, banken en het MKB om onze schaalbaarheid te vergroten.”
Rol Transitieteam CDS
Om de rol en positie van het Transitieteam CDS te verduidelijken, schetst Van den Belt de Defensieorganisatie als een containerschip met sleepboten. “Wij fungeren als een van de sleepboten die het containerschip (metafoor voor de reguliere – soms wat logge – organisatie) ondersteunt bij het afmeren op de juiste plek. In het kader van de schaalbare krijgsmacht treden we naast en samen met de reguliere op als aanjager, verbinder en kritisch zijlicht indien noodzakelijk.”
Van den Belt: “Je merkt nu dat zowel binnen als buiten de krijgsmacht duidelijk wordt dat de focus op hoofdtaak 1 ligt. Dat hoef je niet uit te leggen, maar je ziet dat we nog wel verschillende verhalen gebruiken om het toe te lichten. We zoeken naar een alomvattend narratief dat recht doet aan de situatie en mensen binnen en buiten de krijgsmacht in beweging zal zetten – we moeten voorwaarts!”