De CMC: nátuurlijk gesprekspartner in verandering
Op donderdag 12 september jl. vond het kennismakingsgesprek plaats tussen Minister van Defensie Ruben Brekelmans, Staatssecretaris van Defensie Gijs Tuinman, Secretaris-generaal Maarten Schurink en de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC). Naast een uitgebreide voorstelronde, en de complimenten van de CMC aan de bewindspersonen voor het vroegtijdig uitbrengen van de Defensienota 2024, werd tijdens deze bijeenkomst vooral stilgestaan bij de kansen en uitdagingen die deze recent gelanceerde Defensienota met zich meebrengt.
Minister Brekelmans opende het gesprek door zijn indrukken te delen van zijn eerste twee maanden in functie: “Ik heb veel onderdelen van onze mooie organisatie gezien en veel mensen mogen ontmoeten. Iedere keer ben ik weer onder de indruk van de diversiteit aan werk dat binnen de Krijgsmacht wordt verzet. Zoveel werkzaamheden, uitgevoerd door zoveel verschillende type mensen met diverse achtergronden en expertises. Het is fijn te weten dat al deze geledingen door de CMC worden vertegenwoordigd, waarmee jullie de ogen en oren van onze organisatie zijn. De CMC speelt een belangrijke rol in het uitwisselen van ervaringen en het delen van zorgen. Erg belangrijk gezien de fase waarin de Krijgsmacht zich begeeft”, aldus de minister.
Van afslanken naar vet op de botten
“De CMC vertegenwoordigt inderdaad alle Defensiemedewerkers die de Defensieorganisatie maken en probeert zo goed mogelijk voor en met hen de (sociale) veiligheid, gezondheid(szorg), welzijn en de Defensiebrede bedrijfsvoering te laten borgen. Nu we na jaren van afslanken in korte periode heel veel extra vet op de botten hebben gekregen, waken we er als CMC ook voor dat dit vet ook op een goede manier verbrand wordt.”, aldus de voorzitter CMC Michiel Bussink. De CMC doelt hiermee op de enorme positieve spin-off die de recent gepresenteerde Defensienota voor de Krijgsmacht zal gaan hebben.
Minister Brekelmans: “Je ziet dat op zowel breed politiek als maatschappelijk niveau het nut en de noodzaak van investeren in Defensie wordt gezien. De brede steun die we nu hebben, die wil ik zo lang mogelijk vasthouden! Hoe zorgen we dat het extra geld goed besteed wordt, op een manier waarop wij aan de maatschappij en aan anderen kunnen laten zien dat wij waardevolle dingen voor Defensie en onze veiligheid doen?” Brekelmans ziet dat als de grootste uitdaging waarbij hij ook een belangrijke rol voor de CMC ziet om deze uitdaging aan te gaan.
Tekorten en toekomst
Een daaraan gekoppelde uitdaging is het tekort aan mensen op cruciale gebieden in de organisatie. Staatssecretaris Tuinman licht toe: “Zowel op praktisch, theoretisch, specialistisch als generiek vlak hebben we nieuwe mensen nodig. Niet alleen om te groeien, ook om kennis over te dragen, zodat we het materieel waarin we nu investeren goed in gebruik kunnen nemen. Gereedstellen voor hoofdtaak 1 betekent dat onze afschrikking dusdanig moet zijn dat anderen ons niet op de proef durven te stellen. Anders gezegd: afschrikking is alleen realistisch als je kunt vechten en dat gevecht ook zou kunnen winnen; daar hebben we de juiste mensen voor nodig.”
Staatssecretaris Tuinman benadrukte verder de noodzaak voor een flexibeler systeem om nieuwe mensen gericht aan te trekken en te behouden. “Graag zou ik samen met de CMC en de bonden willen kijken naar de redenen waarom mensen voor Defensie zouden kiezen, anders dan salaris, cao en secundaire arbeidsvoorwaarden. Denk aan zaken als zingeving en maatschappelijke verantwoordelijkheid, of het voor Defensie zo kenmerkende gevoel van onderlinge verbondenheid. Dat vergt een mind-shift.”
Rol van Medezeggenschap
Ook de medezeggenschap worstelt met de uitdaging van het aantrekken en behouden van mensen. “Er zijn collega’s die hun kennis en inzicht in de organisatie willen verbreden middels deelname aan een medezeggenschapsorgaan, maar het geregeld als negatief geïnterpreteerde imago van ‘luis in de pels’, en vooral de mogelijk negatieve gevolgen voor een carrière, houdt hen tegen. Het balanceren tussen naaste collega’s en hogere leidinggevenden maakt het voor deze en gene een lastige, soms zelfs onveilige rol”, aldus de CMC.
Minister Brekelmans: “Het dragen van twee petten zou het functioneren van een lid van medezeggenschap niet mogen beperken. Sterker nog, we hebben de medezeggenschap hard nodig om in relatief korte tijd grote veranderingen breed gedragen door te kunnen voeren, zodat de Krijgsmacht kan groeien, versterken en zich klaar kan maken voor de toekomst. En dan niet als tegenkracht, maar als gesprekspartner in verandering. Die grondhouding wil ik samen met de Staatssecretaris en Secretaris-generaal uitdragen.”
Gefaciliteerd, Gedreven, Gedragen (3G)
De CMC benadrukt dat, ondanks haar wettelijke basis, de medezeggenschap inderdaad een natuurlijk gesprekspartner dient te zijn aan de voorkant van (besluitvormings)processen. “De organisatie dient haar medezeggenschap nog beter te benutten om binnen onze organisatie besluiten te bespoedigen. Als leden van de medezeggenschap goed gefaciliteerd en gedragen worden door de organisatie, zijn het de meest gedreven ambassadeurs in je besluitvorming.”
De Minister, de Staatssecretaris en de CMC spreken af op korte termijn met elkaar verder te praten.