Op 30 oktober 2024 bracht een afvaardiging van de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC) een bezoek aan Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) luitenant-generaal Frank van Sprang. In zijn rol als onafhankelijk bemiddelaar binnen de krijgsmacht, treedt Van Sprang op als een brug tussen medewerkers en het hoger management, een rol die binnenkort wordt overgedragen aan VADM Boudewijn Boots. Het gesprek was een mooie gelegenheid om ervaringen uit te wisselen en gezamenlijk af te stemmen over de toekomst van Defensie.
De rol van IGK is als een ‘ombudsman’, waarin hij zowel medewerkers als het management bijstaat door te luisteren en verbindingen te leggen. Hij ziet zichzelf als een vertrouwenspersoon voor zowel het personeel als het hoger management. “De IGK is als een grote broer: ik sla af en toe mijn armen om je heen, spring voor je in de bres als dat nodig is, maar corrigeer ook wanneer het moet. Mijn aanpak is gebaat bij directe toegang tot alle medewerkers. Alleen door open communicatie kun je signalen van de werkvloer ongefilterd ophalen”, aldus Van Sprang.
“Wij zijn de inspectie van de beleving en niet van de naleving. Hierdoor komen we vaak op thema’s die rechtstreeks invloed hebben op de dagelijkse werkomstandigheden van het personeel.”
Mission Command-filosofie is essentieel
Van Sprang benoemde zes centrale thema’s die hij als IGK heeft geïdentificeerd waar de beleidsmakers zich op zouden moeten focussen: HR-vernieuwing, procesvereenvoudiging, veiligheid, uitvoerbaarheid van taken, opleidingen en infrastructuur. Hij legde uit dat de filosofie van Mission Command essentieel is voor de toekomstige koers van Defensie. Medewerkers moeten de ruimte krijgen om beslissingen te nemen binnen hun verantwoordelijkheden, zonder verstrikt te raken in bureaucratische processen.
Die bureaucratische processen dreigen nu weer toe te nemen ondanks pogingen deze te verminderen. “Het moet niet alleen gaan om het ‘hoe’, maar juist om het ‘wat’ en het ‘waarom’, zodat medewerkers de vrijheid en het vertrouwen krijgen om zelfstandig te handelen binnen hun opdracht”, aldus Van Sprang. De CMC ondersteunde dit standpunt en gaf aan dat het verminderen van bureaucratie de werkdruk kan verlagen en ruimte kan creëren voor eigen initiatief en efficiënter werken.
Sociale veiligheid van medezeggenschappers bij Defensie
Een ander belangrijk gespreksonderwerp was sociale veiligheid, met de nadruk op de positie van leden van de medezeggenschap. De CMC sprak haar zorgen uit over de persoonlijke risico’s die medezeggenschappers soms lopen, vooral wanneer zij standpunten innemen die botsen met het lijnmanagement. “Onze rol als medezeggenschapsorgaan vereist onafhankelijkheid en vertrouwen, maar de praktijk blijkt vaak weerbarstig”, aldus de CMC.
De IGK en CMC zijn het erover eens dat sociale veiligheid van cruciaal belang is voor een gezonde werkcultuur. De IGK benadrukte dat sociale veiligheid een noodzakelijke voorwaarde is voor een gezonde werkomgeving waarin medewerkers zich vrij voelen om hun feedback en zorgen te uiten, zonder angst voor gevolgen. Uiteraard met gepaste omgangsvormen in een hiërarchische organisatie als de Krijgsmacht. Het voorstel van de CMC om een onafhankelijke integriteitsorganisatie te ontwikkelen, naar voorbeeld van andere departementen, zou hierbij een waardevolle stap kunnen zijn.
Centraal Bureau voor Medezeggenschap
Daarnaast pleitte de CMC voor de oprichting van een ‘Centraal Bureau voor Medezeggenschap’ dat medezeggenschapsorganen binnen Defensie zou moeten ondersteunen. Dit zou de continuïteit en kwaliteit van medezeggenschap waarborgen, gezien de complexiteit van de onderwerpen en de druk die de huidige structuur met zich meebrengt. De IGK erkende de toenemende druk op medezeggenschap en gaf aan dat dit idee verder onderzocht zou moeten worden. Daarbij maakte hij de CMC er op attent dat CZSK een dergelijk ondersteuningsbureau al kent in de vorm van een coördinator overlegzaken.
“Medezeggenschap is geen vrijstelling van werk. Medezeggenschap is werk,” en vormt een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering binnen Defensie.
Groeistrategie voor een toekomstbestendig Defensie
De IGK en de CMC deelden ook hun visie op de strategische toekomst van Defensie, waarbij zij zich beiden sterk maakten voor een evenwichtige benadering van groei. Van Sprang stelde dat niet alleen kwantiteit, maar ook kwaliteit en duurzaamheid van functies aandacht moeten krijgen. “We moeten niet alleen naar aantallen kijken, maar ook naar de inhoud en toekomstbestendigheid van de functies”, zei Van Sprang. Dat moet dus ook een aandachtspunt zijn in bijvoorbeeld reorganisatietrajecten. Groei betekent niet dat er ingeboet moet worden op de zorgvuldigheid van het proces.
De CMC is het hiermee eens, en benadrukte dat zowel de menselijke als de operationele aspecten de nodige aandacht moeten krijgen in plaats van alleen de groeiambitie, zodat de organisatie toekomstbestendig blijft.
Rol van CMC in hoofdtaak 1-scenario
Uiteraard wisselden de IGK en de CMC ook van gedachten over de gevolgen van hoofdtaak 1 voor de Krijgsmacht. Van Sprang benadrukte het belang van het hebben van verschillende scenario’s voor de gereedheid van Defensie. “De krijgsmacht moet zich goed voorbereiden op zowel ‘groene’ als ‘rode’ scenario’s, en daartussenin wat nu benoemd wordt als het oranje scenario. Het is van cruciaal belang dat de organisatie in staat is snel te schakelen en adequaat kan reageren, afhankelijk van de situatie.
“We zitten nu in een oranje scenario, maar we moeten voorbereid zijn op wat er zou kunnen gebeuren als we in een conflict belanden”, zei Van Sprang. Hij legde uit dat scenario’s niet alleen voor de strategische planning belangrijk zijn, maar ook voor het operationele niveau, waarbij de voorbereiding op alle mogelijke uitkomsten essentieel is. Deze benadering zorgt ervoor dat Defensie flexibel blijft en in staat is om snel te handelen als de situatie daarom vraagt.
Ook de rol van medezeggenschap moet helder zijn tijdens de verschillende scenario’s. Tot wanneer geldt het Besluit Medezeggenschap (BMD)? En wat betekent fase rood voor de rol van medezeggenschap als de oren en ogen van de organisatie?
Samenwerking als basis voor verandering
Het overleg tussen de IGK en de CMC onderstreepte dat vertrouwen, samenwerking en eigen regie essentieel zijn voor het realiseren van blijvende positieve veranderingen binnen Defensie. Begin 2025 volgt een afspraak met de nieuwe IGK, VADM Boudewijn Boots.