Ambassadeur van de medezeggenschap: Kapitein ter Zee Walter Hansen

Tot voor kort was Kapitein ter Zee Walter Hansen commandant van Zr.Ms. Johan de Witt, nu houdt hij zich als programmamanager bezig met de HR-transitie binnen de Commando Zeestrijdkrachten (CZSK). Ook in een eerdere rol begeleidde hij een groot transitieprogramma binnen de Marine, waar hij toen informeel gesprekspartner was van de Defensieonderdeel Medezeggenschapscommissie (DMC) CZSK. De Centrale Medezeggenschapscommissie vroeg hem wat zijn sleutel tot succes is in een goede samenwerking met medezeggenschap.

Toen Hansen eerste officier werd, oftewel plaatsvervangend directeur van een schip, kwam hij voor het eerst echt in aanraking met medezeggenschap. “Daarvoor wist ik van het bestaan af, maar zei het me niet zoveel. Als eerste officier werd ik verantwoordelijk voor de interne bedrijfsvoering en kwam ik erachter wat de waarde is die medezeggenschap toevoegt. Hoe belangrijk het is om hen aan de voorkant te betrekken. En welke uitdagingen je tegenkomt als hoofd diensteenheid (HDE) in relatie met je medezeggenschap.”

Zoektocht

Het vinden van een juiste samenwerking tussen HDE en medezeggenschapscommissie (MC) beschrijft hij als een zoektocht. “Als je als leidinggevende iets bedenkt op het terrein waar je medezeggenschap ook iets van moet vinden, en je legt dat wat je hebt bedacht pas in de eindfase bij hen neer, dan creëert dat niet de juiste sfeer om gezamenlijk tot het beste product te komen. Vaak kost het proces dan alleen maar meer tijd en is het product van mindere kwaliteit. Daar loop je één of twee keer tegenaan, dan zie je hoe het ook anders kan.” Volgens Hansen is de toegevoegde waarde van medezeggenschap afhankelijk van zowel de HDE als de MC.  “Je werkt als HDE op het moment maar met één MC binnen Defensie, die van je eigen eenheid. Als een MC betrokken en taakvolwassen is, dan draagt dat bij aan een beter gezamenlijk resultaat. Als HDE groei je ook in die samenwerking. Doordat je ziet wat je in potentie gezamenlijk kan leveren, ga je daar meer gebruik van maken.”

Toegevoegde waarde laten zien

In zijn baan als transitiemanager kwam Hansen er met de DMC achter dat er bij diverse eenheden binnen CZSK geen actieve MC is. “Formeel is het de taak van de HDE om te zorgen dat er een medezeggenschap is. Maar je kunt mensen niet dwingen. Men moet bereid zijn er tijd aan te besteden, want het is niet vrijblijvend. Daarbij wordt de maatschappij individualistischer. De georganiseerdheid neemt af en mensen spreken sneller uit wat zij vinden. Ik hoor vaak dat men zich afvraagt of dat moet via een MC, of dat zij ook direct naar hun leidinggevende kunnen. Dat maakt dat je zowel als HDE en als MC de mensen moet laten zien wat de toegevoegde waarde is van medezeggenschap. Reclame maken, laten zien dat ze inspraak hebben en resultaten vieren. Als ik de bemanning toesprak, ook bij het informeel koffiedrinken, benadrukte ik dat ik zaken met de medezeggenschap zou gaan overleggen. Dan weten zij dat ik de MC raadpleeg en die ertoe doet.”

Steeds sneller veranderen

Niet alleen het individualistischer worden van de maatschappij, maar ook andere veranderingen gaan volgens Hansen alleen maar sneller. “Ook Defensie moet daardoor steeds sneller veranderen, wat effect heeft op de bedrijfsvoering. Waar we vroeger dingen deden, omdat we die altijd zo deden, kom je daar nu niet meer mee weg. Als je continu je bedrijfsvoering verandert, dan moet je ook continu je medezeggenschap erbij hebben. Die processen moet je als HDE en MC gezamenlijk oplopen, met respect voor elkaars positie.” Kansen voor de medezeggenschap ziet Hansen in het positioneren aan de voorkant van het proces, als een zelfstandig meedenkend en oplossingsgericht orgaan. “Waarbij ze het organisatiebelang altijd in het achterhoofd hebben. Met als dilemma dat je je vertegenwoordiging en draagvlak onder de bemanning goed geregeld hebt en niet alleen namens jezelf spreekt.”

Kwetsbaarheid tonen

Als programmamanager is Hansen nu geen officiële gesprekspartner van een MC, maar informele gesprekspartner van de DMC. “De formele overleggen zijn met de plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten. Als ik de zaken aan de voorkant goed met de DMC heb besproken, dan zouden er geen verrassingen meer mogen zijn in een latere fase. Morgen heb ik een eerste grote sessie met de mensen die betrokken zijn bij de HR-transitie binnen CZSK. Daar zit de DMC direct bij, ik geef hen ook spreektijd.” Hansen is van mening dat je het proces uiteindelijk samen doet. “Ik bedenk ook maar een plan. Daarom doe ik morgen de kick-off, met de hoop dat het plan beter wordt. Het is een vorm van kwetsbaarheid tonen, door als leidinggevende of programmamanager de hulpvraag te stellen en te durven zeggen dat je niet alles weet.” Die kwetsbaarheid ligt volgens Hansen ook bij de MC. “Ook de leden van de medezeggenschap kunnen niet alles weten en niet overal iets van vinden, want daar hebben ze de capaciteit niet voor. Het van beide zijden durven uitspreken van die kwetsbaarheid creëert een sfeer van vertrouwen. En dat maakt uiteindelijk dat de samenwerking en resultaten beter worden.”

Hybride werken binnen Defensie

Hybride werken is een onderwerp dat Rijksbreed speelt. Het plaats- en tijdonafhankelijk werken heeft ook de continue aandacht van de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC). Onlangs vond er opnieuw overleg plaats met de projectleider Hybride werken, die de CMC inlichtte over de stand van zaken. Van de kant van de medezeggenschap werden nieuwe inzichten aangeleverd vanuit de werkvloer. 

Uit eerder onderzoek van de afdeling Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS) bleek dat er behoefte is bij de medewerkers om (deels) thuis te blijven werken, zolang het werk daar de mogelijkheid toe biedt. Het vergt een investering van Defensie om het hybride werken te faciliteren met de juiste middelen. Dit draagt echter bij aan goed en modern werkgeverschap en wordt door de CMC als noodzakelijk gezien.

Ook van medewerkers en leidinggevenden vraagt het een investering om goed vorm te geven aan het hybride werken. Om daarbij te helpen wordt er op korte termijn een SharePoint gelanceerd. De informatie daarop biedt de basis om het gesprek met elkaar aan te gaan. Ook zijn er diverse online trainingen te vinden. Over de SharePoint volgt binnenkort meer informatie via de interne communicatiekanalen van Defensie. 

Advies voorgenomen maatregel Herinrichting Kamp Nieuw Milligen

De secretaris-generaal verzocht de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC) om advies uit te brengen over een voorgenomen maatregel met betrekking tot de Herinrichting Kamp Nieuw Milligen. De maatregel betreft het uitvoeren van het project in een geïntegreerde Design, Build, Finance, Maintain & Operate (DBFMO) variant.

Om tot een goed advies te komen is een appreciatie ingewonnen van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapscommissie vervanging en verhuizing Van Braam Houckgeestkazerne (GMC vVBHKAZ). Daarna hebben er meerdere, constructieve overleggen plaatsgevonden met de verantwoordelijk projectdirecteur en de GMC. De uitkomst hiervan is dat de CMC het advies heeft uitgebracht om de voorgenomen maatregel uit te voeren en de voorbereidingen daartoe te starten. De CMC staat erachter dat dit de meeste waarde biedt voor het project in het kader van financiën, dienstverlening en operationele wendbaarheid.

In het advies is ook opgenomen om de GMC vVBHKAZ actief te betrekken in het verdere verloop van het project, met name bij de vastgestelde mijlpaalproducten in het projectplan. Verder is opgenomen om, wanneer de uitvoering van het besluit leidt tot nieuwe voorgenomen maatregelen die gevolg hebben voor de vervanging en verhuizing vVBHKAZ, dat deze door het betreffende hoofd diensteenheid (HDE), met de appreciatie van de GMC vVBHKAZ, voor advies aan de betrokken medezeggenschap wordt voorgelegd.

De Herinrichting Kamp Nieuw Milligen is een complex project, dat voor meerdere eenheden iets gaat betekenen. De CMC roept daarom de MC’s die niet zijn vertegenwoordigd in de GMC vVBHKAZ op, in gesprek te gaan met de GMC.

Ambassadeur van de medezeggenschap: commandant DOSCO, luitenant-generaal Mario Verbeek

Meepraten aan de voorkant van het proces in plaats van aan de achterkant. Veel medezeggenschapscommissies (MC’s) wensen deze werkwijze, maar dit vindt lang niet overal plaats. Bij de Defensieonderdeel Medezeggenschapscommissie (DMC) DOSCO wordt er wel zo gewerkt, en met succes! De Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC) vroeg commandant DOSCO, luitenant-generaal drs. ing. Mario Verbeek, om zijn zienswijze hierop te delen.

Volgens Verbeek kiest de DMC DOSCO ervoor om in de constructieve modus aan de voorkant van het proces te zitten in plaats van aan de achterkant met de rode pen. “Dat biedt je als medezeggenschap de mogelijkheid om de behoeftestelling te beïnvloeden. Zo’n proactieve houding vraagt wel meer energie van een MC dan een positie aan de achterkant.” Aan de voorkant van het proces zitten, betekent volgens Verbeek niet over elk besluit meepraten. “Maar door aan de voorkant betrokken te zijn, word je als medezeggenschap niet verrast door besluiten die worden genomen. Ik zeg altijd tegen de DMC: je mag alles weten. Sterker nog, het is juist goed dat je alles weet, want hoe kan je helpen in de perspectiefvorming als je niet over alle informatie beschikt? Juist als er aan die voorzijde nog onzekerheid is, dan geeft dat voor de medezeggenschap vrijheid om te handelen.”

De rol van het HDE

Niet alleen de MC, maar ook het hoofd diensteenheid (HDE) speelt een belangrijke rol in het kunnen meepraten aan de voorkant. Verbeek heeft er een duidelijke visie op. “Ben je er als HDE van overtuigd dat jouw MC waarde toevoegt aan jouw proces? Ben je blij dat ze meedenken, om dat mee te wegen in je beleid, omdat je ook niet alwetend bent? Of vind je hen vervelend? Een valkuil bij het HDE is om te willen dat de MC alleen even ja knikt. Heb geen angst dat de medezeggenschap het niet met je eens is. Er hoeft aan het begin van een proces geen eenheid van opvatting te zijn. Juist daardoor ontstaat er een gesprek en reflectie. Er mag af en toe ook best irritatie zijn, maar het gaat erom hoe je vervolgens het gesprek met elkaar voert.”

Klassieke medezeggenschap

De goede samenwerking tussen de commandant en DMC DOSCO is niet vanzelfsprekend. Verbeek heeft ook andere belevingen gehad met de medezeggenschap. Toen hij voor het eerst leidinggevende werd, vond hij dat best een ingewikkelde ervaring. “Ik kreeg te maken met de klassieke medezeggenschap, in de rol van niet over je heen laten lopen en staan voor je idealen. Dat is een moeilijk model, waarin wordt verondersteld dat degene die een voorstel doet daar al een perfect beeld bij heeft. Als leidinggevende weet je het vaak helemaal niet het beste. Je hebt vanuit jouw perspectief een idee, dat je vervolgens verreikt met allerlei beelden, door onder andere in gesprek te gaan met je medezeggenschap. Op die manier veronderstel je niet dat één persoon het beter weet dan de ander, maar dat ieder vanuit diens perspectief naar de toekomst kijkt. Als je er even over nadenkt is dit feitelijk een toegepaste vorm van diversiteit en inclusie. Verschillen waarderen maakt de samenwerking en besluitvorming rijker en boeiender. Hoe mooi is dat!”

Werken vanuit de bedoeling

Binnen Defensie wordt bij veranderprocessen vaak de Plan-Do-Check-Act (PDCA)-cyclus gehanteerd. Vanuit de DMC DOSCO en de CMC wordt gepleit voor het toevoegen van een understand fase, voorafgaand aan de PDCA-fases. Volgens Verbeek gaan we vaak te snel de planfase in, voordat we de understand, de bedoeling, met elkaar scherp hebben. “Die slaan we vaak over, wat leidt tot weerstand. Wat drijft nou iemand? Wat is het hoofddoel dat je wilt bereiken, de bedoeling die je met elkaar nastreeft? Als je daarin hetzelfde beeld hebt, dan kom je in de uitvoering tot elkaar.” Verbeek adviseert HDE’s die moeite hebben met de relatie met hun MC om niet bang te zijn dat te benoemen, en hierbij ondersteuning te zoeken. “We doen dat veel te weinig. Als een situatie niet goed is dan modderen we vaak door, waardoor het op een dag een conflict wordt. Heb de moed om iemand te zoeken die je kan helpen. Een derde partij die kan beschouwen, reflecteren en het spel kan verruimen. En stuur niet op de inhoud, maar op de verbinding.”

Geen gelijk behalen, maar invloed hebben

Verbeek is blij met de samenwerking met zijn DMC. Volgens hem kijkt de DMC niet alleen naar het heden, maar ook naar wat er morgen anders moet. “Beiden weten we niet hoe de toekomst eruit gaat zien. We weten wel welke kant op te bewegen. Dat doen we vanuit dezelfde bedoeling, waarin we elkaar versterken in de beeldvorming.” Voor de samenwerking is het volgens Verbeek goed dat de DMC geen focus heeft op hun gelijk behalen, maar op het hebben van invloed. “Iedereen wil invloed uitoefenen, niemand wil een speelbal zijn. Maar dat is iets anders dan gelijk willen hebben. Juist door toegevoegde waarde te leveren oefen je invloed uit. Dat maakt de samenwerking tot een energievol model, wat maakt dat ik als commandant ‘geluk’ heb.”

Deskundigen gezocht voor CMC Werkgroep VKAM

Wil je vanuit jouw deskundigheid bijdragen aan het behartigen van de Defensiebrede belangen op het gebied van veiligheid, kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieu (VKAM)? Dan nodigt de centrale medezeggenschapscommissie (CMC) Defensie je van harte uit om de Werkgroep VKAM te versterken.

De onderwerpen veiligheid, kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieu zijn van groot belang voor het personeel van het Ministerie van Defensie. Om de CMC te ondersteunen en adviseren in haar werkzaamheden bij de voorgenomen maatregelen op dit gebied is in 2010 de werkgroep VKAM opgericht. De werkgroep is ingesteld voor onbepaalde tijd en bestaat uit deskundigen vanuit de zeven defensieonderdelen. Per defensieonderdeel hebben twee deskundigen zitting in de werkgroep. Vanwege het vertrek van enkele leden, zoekt de CMC versterking voor de werkgroep.
De werkgroep stelt conceptadviezen op over VKAM-gerelateerde onderwerpen die op het overlegniveau van de CMC liggen, en zij ondersteunt met haar deskundigheid de CMC in het overleg met de secretaris-generaal van Defensie. De werkgroep komt gemiddeld eens per 6 weken bijeen voor overleg.

De tijd die wordt besteed aan actieve deelname aan de werkgroepbijeenkomsten en aan werkzaamheden in het kader van de werkgroep betreft werktijd. Ook krijgen leden van de werkgroep de gelegenheid scholing en vorming te ontvangen die in verband met de vervulling van de taak nodig worden geacht. Deelname aan de werkgroep is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Wanneer de CMC meer aanmeldingen ontvangt dan dat er posities beschikbaar zijn, selecteert de CMC de kandidaten voor de werkgroep.

Heb jij interesse om vanuit jouw kennis en kunde zitting te nemen in de werkgroep? Neem dan contact op met de CMC via cmc@mindef.nl.

Zelftesten bij Defensie

De CMC ontvangt signalen dat er onduidelijkheid is over het verstrekken van gratis zelftesten vanuit Defensie. Om dit op te helderen deed de CMC navraag. 

Defensie biedt, op enkele uitzonderingen na, geen gratis zelftesten aan. De organisatie volgt daarin het Rijksbeleid. Een uitzondering is dat medewerkers een zelftest kunnen declareren wanneer ze deze nodig hebben om voor werkzaamheden de grens tussen Nederland en Duitsland over te steken. Een andere uitzondering zijn de zelftesten die vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) worden uitgegeven voor geaccrediteerde opleidingen. De Nederlandse Defensie Academie volgt daarin de aanwijzingen van het OCW op voor gebruik. 

Een zelftest geeft alleen een indicatie. Ze zijn minder betrouwbaar dan de sneltest of de PCR-test. Hierdoor bestaat de kans dat een zelftest je een negatieve testuitslag oplevert, maar je wel ziek bent en daardoor ook collega’s kunt besmetten. Conform de adviezen van het CEAG worden zelftesten daarom niet gebruikt in de operationele omgeving. Wanneer je Corona-gerelateerde klachten hebt kun je je gratis laten testen bij de GGD. 

Een commandant mag een medewerker overigens niet verplichten om aan een sneltest of zelftest deel te nemen. Bij klachten kan de commandant de militair wel verplichten zich onder behandeling van het gezondheidscentrum te plaatsen.

Zie voor meer info over de zelftesten de frequently asked questions (FAQ) pagina’s over Corona-virus op het intranet, te vinden via de homepagina.

Systeemtherapie opnieuw onderdeel Defensieaanbod

Systeemtherapeuten bieden gespecialiseerde begeleiding aan militairen én hun thuisfront. Een belangrijke dienstverlening aangezien missies, oefeningen en trainingen een grote belasting voor hen kunnen vormen.
Ruim 10 jaar lang vormde systeemtherapie een onderdeel van het Defensieaanbod binnen de militaire gezondheidszorg. Hieraan kwam in 2019 een einde toen de functies van systeemtherapeut ten gevolge van een reorganisatie van de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg (MGGZ) kwamen te vervallen.

De CMC acht echter laagdrempelige toegang tot systeemtherapie in het belang van zowel het welzijn als het behoud van personeel. Ook beschouwt zij een dergelijke dienstverlening als een onderdeel van goed werkgeverschap.

De CMC heeft dan ook meerdere malen gesproken met de Secretaris-Generaal (SG) en de Hoofddirecteur Personeel (HDP) over de onwenselijkheid van het verdwijnen van systeemtherapie binnen het aanbod aan diensten binnen Defensie, de gevolgen van dien voor het betreffende Defensiepersoneel en het thuisfront, en vooral hoe dit het beste op te lossen.

Dit leidde oktober 2020 tot de toezegging van het terug laten keren van in ieder geval reeds 2 VTE aan systeemtherapeuten, en wel binnen de dienst Bedrijfsmaatschappelijk Werk (BMW). Sindsdien is BMW actief bezig geweest met het opnieuw inrichten van het aanbod aan systeemtherapie binnen Defensie.

Onlangs ontving de CMC bericht dat binnen dit proces twee geschikte kandidaten geselecteerd zijn voor het invullen van de functie van systeemtherapeut. De CMC feliciteert de collega’s die deze waardevolle functies gaan vervullen en is verheugd dat opnieuw wordt voorzien in deze belangrijke dienstverlening binnen Defensie!

Deskundigen gezocht voor CMC Werkgroep IT

Heb jij expertise op het gebied van de IT? Wil je vanuit jouw deskundigheid bijdragen aan adviezen omtrent aangelegenheden die de IT binnen Defensie aangaan? Dan nodigt de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC) Defensie je van harte uit om de Werkgroep IT te versterken.

Vanwege de vele grote IT-transities (GrIT, TEN/FOXTROT, ROGER) stelt de CMC een nieuwe werkgroep in, om haar te ondersteunen en adviseren in haar werkzaamheden. De werkgroep stelt conceptadviezen op over IT-gerelateerde onderwerpen die op het overlegniveau van de CMC liggen, en ondersteunt met haar deskundigheid de CMC in het overleg met de secretaris-generaal van Defensie.

Om invulling te geven aan de CMC Werkgroep IT worden vanuit alle zeven Defensieonderdelen minimaal twee leden gezocht met kennis van, en ervaring binnen de IT.

De werkgroep komt gemiddeld eens per maand bijeen voor overleg en wordt ingesteld voor onbepaalde tijd. De tijd die wordt besteed aan actieve deelname aan de werkgroepbijeenkomsten en aan werkzaamheden in het kader van de werkgroep betreft werktijd. Ook krijgen leden van de werkgroep de gelegenheid scholing en vorming te ontvangen die in verband met de vervulling van de taak nodig worden geacht. Deelname aan de werkgroep is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Wanneer de CMC meer aanmeldingen ontvangt dan dat er posities beschikbaar zijn, selecteert de CMC de kandidaten voor de werkgroep.

Heb jij interesse om vanuit jouw kennis en kunde bij te dragen aan het behartigen van de Defensiebrede belangen op het gebied van IT? Neem dan contact op met de CMC via cmc@mindef.nl.

Jaarverslag 2020

De activiteiten van de centrale medezeggenschapscommissie in het afgelopen jaar zijn samengevat in het jaarverslag 2020.

Bezoek werkgroep Reservisten aan IGK

De reservist is van grote waarde voor de Defensie organisatie. Bij veel ontwikkelingen wordt de reservist echter nogal eens vergeten. Hierdoor ontstaat er verschil in beleid en een gebrek aan kennis over de positie van de reservist. De werkgroep Reservisten probeert hier verandering in te brengen door aandacht te vragen voor de reservist, waaronder bij de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK). Maandag was de werkgroep uitgenodigd voor het halfjaarlijkse bezoek.

Het overleg ging van start met het voorstellen van de nieuwe voorzitter van de werkgroep. Vervolgens is een algemeen beeld geschetst van de problematiek rondom de positie van de reservist. Daarbij werd ook de waardering uitgesproken richting de IGK voor het opnemen van de aandachtspunten rondom de reservist in diens vorige rapportage.
Na de opening en voortgangswisselingen, was de doorbetaling bij afzegging van een oefening het eerste agendapunt. Daarin blijkt een groot verschil tussen de krijgsmachtdelen, en zelfs tussen de verschillende eenheden daarbinnen. Hoewel niet eenvoudig, is het wenselijk dat er een meer eenduidige regeling komt.

Ook de uitbetaling ZZF-compensatie kwam ter sprake. De reservist heeft waarschijnlijk, net als de beroepsmilitair, recht op verhoging van de compensatie van 4 naar 8 uur. Dit punt werd onlangs ook aangekaart bij de centrale medezeggenschapscommissie. Er wordt vanuit het MDT Reservisten (DPOD) juridisch nagegaan of de reservist daadwerkelijk recht heeft op de verhoging, op basis van de cao-afspraken die twee jaar geleden zijn gemaakt. De IGK wenst op de hoogte te worden gehouden van de uitkomst.

Verder werd de status van de reservist bij het solliciteren naar een interne functie aangekaart. De ervaring vanuit de werkvloer is dat de reservist achteraan in de rij wordt geparkeerd bij een sollicitatie. Ook de IGK heeft van dergelijke voorbeelden vernomen. In het nieuwe HR-model zou dit moeten worden opgelost. Voor dit punt is ook aandacht gevraagd in het Reservisten Overleg Krijgsmacht, waar het opnieuw zal worden aangekaart. De werkgroep volgt dit op de voet.

De IGK sloot het gesprek af met de mededeling dat het belangrijk is om de doorontwikkeling van het HR-model goed te volgen. Dit raakt veel van de zaken die in het overleg ter sprake kwamen en diverse punten die zijn opgenomen in de vorige IGK-nota. De werkgroep haakt aan op de doorontwikkeling, door aan te sluiten bij de nieuwe werkgroep HR-Transitie van de CMC.