Programma Roger en S/4HANA

Er is een digitale transformatie met meerdere grote IT-vernieuwingen gaande binnen Defensie. Eén van die vernieuwingen is programma Roger, waarbij Defensie overgaat op S/4HANA. Brigadegeneraal en programmadirecteur S/4HANA drs. Edwin Lookermans lichtte de CMC in over de stand van zaken.

Het huidige IT-platform binnen Defensie is zowel functioneel als technisch verouderd. Daarom wordt het huidige IT-platform over enkele jaren niet meer ondersteund door de leverancier. Er wordt nu flink geïnvesteerd in Defensie en daarbij hoort ook een moderne bedrijfsvoering die gebruik maakt van nieuwe technologieën als big data en het kunnen werken in de cloud. Het nieuwe IT-platform S/4HANA gaat dit allemaal bieden.

Het programma loopt voorspoedig. De uitvoeringsfase van het programma bestaat uit twee delen. Naar verwachting gaat Defensie begin juli technisch over naar het nieuwe S/4HANA platform. Het overgrote deel van de Defensiemedewerkers zal daar niets van merken, omdat er een softwareschil om de omgeving heen zit waarmee eindgebruikers blijven beschikken over de oude schermen en functionaliteiten. Daarna gaat het programma in blokken verdeeld over de aankomende 3.5 jaar de eindgebruikers overzetten naar de nieuwe schermen en functionaliteiten van S/4HANA. Alle SAP-gebruikers worden vooraf goed voorbereid op deze overgang.

De CMC complimenteerde de programmadirecteur met de vergaande vorderingen in de implementatie van zo’n groot programma. Ook stelden de leden enkele kritische vragen over bijvoorbeeld de datavervuiling in het huidig systeem. Kunnen we daar reparaties in verwachten? De huidige data is beoordeeld en blijkt goed genoeg voor de technische overgang. Er is weliswaar sprake van datavervuiling, maar het vooraf opschonen daarvan zou betekenen dat het programma niet kan worden afgerond voordat de ondersteuning van het huidige IT-platform eindigt. Het verbeteren van de kwaliteit van data is daarom opgepakt in een apart programma dat naast programma Roger loopt. Ook vroeg de CMC hoe er wordt voorkomen dat er toch medewerkers en bedrijfsprocessen zijn die wel de impact van de migratie zullen merken. De werking van S/4HANA is herhaaldelijk getest en dat zal in elk blok opnieuw gebeuren. De veranderingen zijn voor sommige medewerkers klein en voor andere medewerkers groter. Om de medewerkers goed voor te bereiden is een aanpak ontwikkeld, waar opleidingen en trainingen deel van uitmaken.

In de eerstvolgende overlegvergadering geeft de Chief Information Officer toelichting over de digitale transformatie binnen Defensie. Daarbij wordt ingegaan op de koppeling tussen project Roger en de HR-IT vernieuwing en zal vanuit de CMC worden uitgevraagd hoe daarin de privacy van medewerkers op het gebied van data wordt geborgd.

Jaarverslag 2021

Benieuwd naar de activiteiten van de Centrale Medezeggenschapscommissie Defensie? Bekijk een overzicht in het jaarverslag 2021.

Infographic: de MC

De medezeggenschapscommissie (MC) is er voor jou, je collega’s en de organisatie.


Veel defensiemedewerkers hebben nog geen goed beeld van wat medezeggenschap inhoudt. Ben jij MC-lid en wil je naar jullie achterban communiceren wat jullie MC voor hen doet? Gebruik deze infographic als ondersteunend beeld.


Je vindt de infographic, samen met enkele video’s en andere handige informatie die je daarbij kunt gebruiken, op Platform Medezeggenschap.


Open het platform via het intranet:
Home > Personeel > Medezeggenschap Defensie > Platform Medezeggenschap.


Ben je nog geen lid? Meld je aan via medezeggenschap.defensie@mindef.nl

Deskundigen gezocht voor CMC Werkgroep Gezondheidszorg

Heb jij expertise op het gebied van de gezondheidszorg? Wil je vanuit jouw deskundigheid bijdragen aan CMC adviezen omtrent aangelegenheden die de gezondheidszorg binnen Defensie betreffen? Dan nodigt de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC) Defensie je van harte uit om de Werkgroep Gezondheidszorg te versterken.

De Werkgroep Gezondheidszorg ondersteunt en adviseert de CMC in haar werkzaamheden. De werkgroep stelt concept adviezen op over gezondheidszorg gerelateerde onderwerpen die op het overlegniveau van de CMC liggen, en zij ondersteunt met haar deskundigheid de CMC in het overleg met de Secretaris-Generaal van Defensie.

De werkgroep komt gemiddeld eens per twee maanden bijeen voor overleg, en is ingesteld voor onbepaalde tijd. De tijd die wordt besteed aan actieve deelname aan de werkgroepbijeenkomsten en aan werkzaamheden in het kader van de werkgroep betreft werktijd (artikel 20 lid 1 BMD). Tevens krijgen leden van de werkgroep de gelegenheid scholing en vorming te ontvangen die in verband met de vervulling van de taak nodig worden geacht (artikel 20 lid 2 BMD). Deelname aan de werkgroep is vrijwillig, maar niet vrijblijvend.

Heb je interesse om met jouw kennis en kunde bij te dragen aan het behartigen van de Defensiebrede belangen op het gebied van de gezondheidszorg? Neem dan contact op met de CMC via cmc@mindef.nl.

Video ‘Lid zijn van medezeggenschap, juist omdat…’

Heb je een vraag over de video of over medezeggenschap binnen Defensie? Stuur dan een mail naar cmc@mindef.nl

Update werkgroep HR-transitie

De (tijdelijke) CMC werkgroep HR-Transitie werd onlangs opnieuw bijgepraat over de stand van zaken rondom de HR-transitie. Het doel van het gesprek was om een aantal ontwikkelingen te bespreken die de leden van de werkgroep zorgen baarden en vragen opriepen. In de werkgroep nemen afgevaardigden van alle Defensieonderdeel Medezeggenschapscommissies (DMC’s) zitting. Vanuit werkgeverszijde waren adjunct-directeur Operationale Gereedheid Jaco de Bruijn, programmadirecteur Vernieuwing HR IT Sylvia Bronmans, directeur Personeelsbeleid & Management René Kreeftmeijer en (plv) Programmadirecteur Vernieuwing HR IT Cor van der Krogt aanwezig om de vragen te beantwoorden.

Medezeggenschap op juiste niveaus betrekken

De HR-transitie wordt gefaseerd ingevoerd. Dit jaar bevindt deze zich in de initiatiefase, volgend jaar volgt de uitvoeringsfase. Een zorg vanuit de werkgroep is of de tijd van initiatie naar implementatie niet te krap is. Er volgt op korte termijn een plan hoe deze geleidelijke invoering eruit gaat zien. Leden van de werkgroep benadrukten dat de medezeggenschap op de juiste niveaus voldoende moet worden betrokken bij de transitie. Vanuit werkgeverszijde werd geantwoord hier aandacht aan te besteden.

Financiële middelen

Ook werd er gesproken over het niet ter beschikking stellen van financiële middelen aan de defensieonderdelen (DO’s) ten behoeve van het beproeven en implementeren van de HR-transitie. Dit moet allereerst uit de eigen middelen van de DO’s worden gefinancierd. Indien er hierdoor echter overuitputting van de eigen middelen ontstaat, dan kan dit vanuit centrale middelen worden gecompenseerd.

Structureel van gedachten wisselen

Als snel bleek het overleg te kort om alle vragen die speelden te kunnen stellen. Daarop werd besloten om structureel met elkaar van gedachten te wisselen en indien mogelijk eens per maand bij elkaar te komen.

Heb jij een vraag of zorg over de HR-transitie? Neem contact op met je medezeggenschapscommissie om dit te bespreken. Zij kunnen dit vervolgens afstemmen met de DMC.

Richard van Toor, plv afgevaardigde DMO

De CMC wordt versterkt door een nieuw lid vanuit de Defensie Materiaal Organisatie (DMO): Richard van Toor. Als voorzitter van de Defensieonderdeel Medezeggenschapscommissie (DMC) DMO was hij al een bekend gezicht voor de CMC. Met de vele jaren medezeggenschapservaring die hij meebrengt vormt Richard een welkome aanvulling.

Bijna 40 jaar geleden stapte Richard als dienstplichtige militair Defensie binnen. Als centralist bij het Nationaal Commando begeleidde hij tijdens de Eerste Golfoorlog troepen vanuit Nederland naar Irak. Vanuit daar groeide Richard door naar een burgerfunctie bij de Directie Materieel van de Koninklijke Landmacht, later stroomde hij door naar de huidige directie Financiën en Control en maakte daar de start mee van de Defensie Materieel Organisatie (DMO). “Defensie is zodanig in mijn hart geraakt dat ik niet meer ben vertrokken. Dat vindt niet alleen plaats bij militairen, maar ook bij het burgerpersoneel.”

Inzetten voor het personeel

Al bij het Nationaal Commando in Gouda raakte Richard betrokken bij medezeggenschap. Jaren later rolde hij bij DMO weer de medezeggenschap in. Richard weet nog goed waarom hij zich toentertijd voor de medezeggenschap wilde inzetten. “Ik ben een mensenmens en kan slecht tegen onrecht. Bij de medezeggenschap zag ik kans mij voor het personeel in te zetten.” Dat zijn nog steeds redenen voor Richard om zich met medezeggenschap bezig te houden, maar ondertussen haalt hij er veel meer uit. “Medezeggenschap draagt bij aan je ontwikkeling. Je krijgt te maken met onderwerpen waar je niet bekend mee bent en je vervolgens veel over leert. Ook bouw je belangrijke competenties en een goed netwerk op. Die ontwikkeling helpt je ook groeien in je eigen functie.”

Open gesprek voeren is belangrijk

Richard is trots op de stappen die de DMC DMO de afgelopen jaren heeft gemaakt. “Ik vind het belangrijk dat je een open en transparant gesprek met de leiding kan voeren. We hebben als DMC een goede, open relatie met onze hoofd dienst eenheid, de directeur DMO. Dat hebben we door de jaren heen opgebouwd door te investeren in de relaties. Ook zitten we vast aan tafel als toehoorder bij de DMO-raad, de risk- and safetyboard en het kernteam bedrijfsplan. Ik denk dat het belangrijk is om bij alle overleggen aan te sluiten waar je een rol kan spelen, bijvoorbeeld bij de overleggen van de management teams van directies.”

Professionalisering van medezeggenschap

Door de jaren heen heeft Richard de medezeggenschap binnen Defensie zien veranderen. “Medezeggenschap is naar mijn mening nu professioneler dan in het verleden. Dat zie ik terug bij de DMC, maar ook bij de MC’s zie ik verandering optreden. De mastersclasses medezeggenschap dragen bij aan die professionalisering, wat je daar leert maakt dat je zekerder en sterker wordt in het overleg.” Toch merkt Richard dat er nog veel verbeterruimte is. “Er is bijvoorbeeld een platform medezeggenschap, waar te weinig gebruik van wordt gemaakt. Een bureau medezeggenschap op Defensiebreed en Defensieonderdeelsniveau kan bijdragen aan de verdere professionalisering.”

Belangrijke rol van DMC-leden

Richard is niet volledig vrijgesteld voor medezeggenschap. De verdeling tussen zijn reguliere functie en medezeggenschapstaken wisselt. “Thuiswerken zorgt voor een betere balans daarin, met name omdat ik mijn reistijd kwijt ben. Mogelijk krijg ik in de toekomst extra tijd voor medezeggenschap.” Die tijd kan hij goed gebruiken, want net als de andere CMC-leden zit hij trapsgewijs ook in een DMC en MC. “In de MC merk je veel verschil in wat er bekend is en leeft, ten opzichte van wat er op DMC-niveau plaats vindt. Ik deel veel met mijn MC-leden om hen op de hoogte te stellen van wat er speelt. Het is belangrijk dat DMC-leden zich betrokken voelen en hun kennis overbrengen naar de MC’s. Zij hebben daar een belangrijke rol in.”

Bereiken achterban is uitdaging

Een uitdaging voor medezeggenschap blijft het bereiken van de achterban en het zichtbaar maken van medezeggenschap. “Het thuiswerken door corona heeft daar niet bij geholpen. We proberen wel nieuwe initiatieven. Zo hebben we deelgenomen aan HR-tv, een nieuw initiatief binnen DMO. Daar bereikten we 800 kijkers mee. Ook kan de leiding een rol spelen. Zo heeft onze directeur onlangs een nota verstuurd waarin aandacht wordt gevraagd bij de leidinggevenden voor de meerwaarde van medezeggenschap. Medezeggenschap is werk, mensen moeten de ruimte krijgen daarvoor. Dan helpt het als je een directeur hebt die daarachter staat en dat ook communiceert.”


Heb je een vraag aan Richard? Neem contact op via cmc@mindef.nl.

Richard van Toor

MZ INFO blad 4: Informeren, appreciëren en adviseren in relatie tot het BPB-proces en bedrijfsvoering

© Hans Schenkeveld

Het (filosofische) concept is simpel. Mensen kopen producten/diensten vanuit de “Why” en niet vanuit de “What”. (Simon Sinek, The golden circle: Preach your cause, don’t sell your product”). En dat geldt dus ook voor de “producten” die de medezeggenschap “produceert en verkoopt”, namelijk appreciaties en adviezen. Deze producten krijgen pas betekenis als zij waarde toevoegen aan de bedoeling van de bedrijfsvoering, namelijk: relevant zijn en relevant blijven. Het leveren van toegevoegde waarde heeft het psychologisch effect op de ander (lees: je achterban of het hoofd van de diensteenheid), namelijk dat deze positiever naar je gaat kijken. Daarmee verbeter je je aanzien (je reputatie/imago), je positie en je macht.

The power of knowledge

Kennis (scholing) is macht. Dat betekent dat de medezeggenschap bepaalde kennis dient te hebben van bedrijfskunde/bedrijfsvoering (de systeemwereld = hard, middelen: de manier waarop een bedrijf of organisatie wordt bestuurd of beheerd) en van veranderkunde (de leefwereld = zacht, mensen: ervaring van zin, het geven van betekenis aan gebeurtenissen en het leven in relatie tot de ander en/of “het hogere”).

Met name kennis van de leefwereld is van belang. Dit omdat we in een blauwdruk denkende machinebureaucratie leven waar ons gedrag wordt bepaald door beleid en regeltjes die we zelf maken om in control te zijn. Het liefst autonoom (de commandant in zijn kracht) zonder te veel regie van boven. We steken bij verandertrajecten meestal veel energie in de systeemwereld en besteden onvoldoende aandacht aan de leefwereld. Beide werelden dienen echter in balans te zijn om met succes van het hier en nu (A) naar het daar en dan (B1, B2 etc.) te transformeren.

Veel verandertrajecten mislukken omdat we gedrag ingewikkeld vinden en er daardoor onvoldoende aandacht en tijd aan besteden. Dit terwijl het succes van bijvoorbeeld innovatie (changing the bussiness in bedrijfsplannen) grotendeels bepaald wordt door sociale innovatie. Oftewel, het betrekken van medewerkers en medezeggenschap (de leefwereld) bij vraagstukken die spelen binnen de organisatie, waarbij we actief gebruik maken van de ideeën van medewerkers om slim te verbeteren en te innoveren. We creëren daarmee ook draagvlak voor verandering/transformatie.

Ons brein

In nagenoeg alles wat we (voor- en na)doen heb je te maken met gedrag cq gewoonten. Om succesvol van het hier en nu (A) naar het daar en dan (B1, B2 etc.) (door) te ontwikkelen en te transformeren, is het belangrijk om rekening te houden met de volgende factoren:

  • De primaire taak van ons brein is verlies vermijden!
  • Mensen hebben geen hekel aan verandering, maar haten het als een verandering leidt tot verlies.
  • Ons brein richt zich meer op “ik-hier-nu” (A) dan op de “ander-daar-dan” (B1, B2 …).
  • Het brein is vooral gericht op herhaling van gedrag dat “werkt” en weinig moeite kost.
  • Een van de basics in het leven: Gedrag wordt in hoge mate gestuurd door de omgeving. (Leiderschap, voorbeeldgedrag etc.).

Nieuw gedrag (transitie) koppelen aan bestaande gewoonten

Met de introductie van MZ INFO blad 04 wordt rekening gehouden met ons brein. Zo koppelen we nieuw gedrag (lees: een verandering/transformatie) zoveel mogelijk aan bestaande gewoonten. In feite geven we reeds aanwezige energie (gedrevenheid en zingeving) een positieve boost met wat extra brandstof.

Wat zijn die bestaande gewoonten?

  • Het volgen van een Beleid – Plannen – Begroting (BPB) cyclus/proces.
  • Het proces willen beheersen cq in control willen zijn (Plan – Do – Check – Act).
  • Het periodiek houden van een artikel 25 vergadering met de medezeggenschap.
  • Het hanteren van de werkwijze Informeren – Appreciëren – Adviseren (de introductie van MZ INFO blad 03 welke procesmatig gekoppeld is aan een ontwikkeling in de bedrijfsvoering en de beheersing (PDCA) hiervan).
  • Het voeren van periodiek overleg met de medezeggenschap (de jaarlijkse vergader- en overlegcyclus).

Met de introductie van MZ INFO blad 04 worden alle bovenstaande aspecten aan elkaar gekoppeld. Concreet betekent dit dat de T- momenten van de BPB-cyclus gekoppeld worden aan de T-momenten van de artikel 25 vergadering. In de eerste helft van het jaar – DEEL 1 Artikel 25 vergadering – aan het T+1 moment van de verantwoording, maar ook aan een vooruitblik. En in de tweede helft van het jaar wordt – DEEL 2 Artikel 25 vergadering – gekoppeld aan het T-1 en T-2 moment van de voorbereiding, het opstellen van operationele- en bedrijfsplannen.

Begrijpen

In de artikel 25 vergaderingen wordt de medezeggenschap zo vroeg mogelijk geïnformeerd over ontwikkelingen in de bedrijfsvoering met als voornaamste doel het creëren van “Situational awareness en understanding”. Of zoals Abert Einstein zei: “Any fool can know, the point is to understand”. Met andere woorden: Understand – Plan – Do – Check – Act. De succesfactor is “begrijpen”. Bijvoorbeeld door in scholing aandacht te besteden aan het kunnen maken van een eenvoudige probleemanalyse en het kunnen stellen van een diagnose. Of door de medezeggenschap gericht informatie te geven en het “gewoon” te vertellen, O-P-F-M zorgen te delen, de medezeggenschap mee te laten denken, het vragen om of het geven van een appreciatie, etc.

Mindset

Mindset is een andere succesfactor waar aandacht aan wordt besteed. Een mindset is een denkstijl of geesteshouding die bepaalt hoe je naar jezelf en je kwaliteiten en vaardigheden kijkt. Als je bijvoorbeeld medezeggenschap als “ik doe het erbij” ziet en dit maar vaak genoeg herhaalt, dan wordt het vanzelf “normaal”. Je gaat er zelf in geloven.

“Als je veel klaagt en dat telkens herhaalt, dan wordt je vanzelf heel goed in klagen”

Een op groei gerichte mindset helpt daarbij. Deze gaat ervan uit dat je je intelligentie, kwaliteiten en vaardigheden kan ontwikkelen en dat oefenen daaraan kan bijdragen. En dat begint met medezeggenschap een andere betekenis te geven, oftewel door medezeggenschap anders te “framen”. Met framing – een boodschap – activeer je een onbewust beeld in het brein van de ander. Het gaat er dus niet om wat je zegt, maar wat je ermee oproept. De kracht is dat die ander dat beeld zelf maakt. De boodschap is:

“Medezeggenschap is een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering”

M.a.w. medezeggenschap-werk is “gewoon werk” en is niet iets “wat je er even bij doet”. De boodschap (de mindset) werkt twee kanten op; naar de medezeggenschap en naar het HDE.

Investeren in medezeggenschap scholing en persoonlijke ontwikkeling

Dat gaat uiteraard allemaal niet vanzelf. Je moet daar wel wat voor doen, namelijk toegevoegde waarde leveren en daar in willen investeren door middel van scholing, oefenen en persoonlijke ontwikkeling. Dat kost tijd en gaat met kleine stapjes; met vallen, opstaan en weer doorgaan.

En daarmee zijn we weer terug bij de “Why” en de “Power of Knowledge”.

Pilots systeem gericht toezicht

De Inspectie Veiligheid Defensie (IVD) verzorgde vorige week een presentatie aan de CMC over systeem gericht toezicht. De inspectie is onderdeel van Defensie, maar werkt onafhankelijk en transparant en maakt resultaten openbaar. Systeem gericht toezicht is één van de drie gebieden van onderzoek waar de IVD zich op richt, naast het onderzoek naar voorvallen en toezicht gericht op thema’s.

Het doel van systeem gericht toezicht is het stimuleren van de ontwikkeling van het veiligheid management Systeem van Defensie. Om dit te doen beoordeelt de IVD de opzet, het bestaan en de werking van het veiligheidsmanagementsysteem van Defensie en de onderdelen.
Er draaien momenteel pilots in systeem gericht toezicht, die worden uitgevoerd bij 11 Luchtmobiel, de KMAR en DPO. De resultaten van de pilots worden teruggekoppeld aan de commandanten van de Defensieonderdelen. Van de totaalresultaten van de pilots wordt een publiek rapport opgesteld. De IVD verzorgt na het opstellen van het rapport een presentatie van de resultaten waarbij alle bezochte afdelingen zijn uitgenodigd. Dit leidt tot evaluatie en doorontwikkeling van systeem gericht toezicht. Volgend jaar volgen er Defensiebreed 14 onderzoeken.

De CMC stelde voor om de uitkomsten van de pilots niet alleen met de commandant, maar ook rechtstreeks met hun medezeggenschap te delen. De inbreng en vragen van de CMC worden meegenomen in de evaluatie die op dit moment plaatsvindt. Een volgende toelichting aan de CMC volgt na het uitbrengen van het publieke rapport.

Afgevaardigde Landmacht: Ernst van der Hoek

Toen Ernst van der Hoek in 2010 lid werd van een medezeggenschapscommissie (MC) verwachtte hij te mogen meepraten over zaken als de kerstpakketten en de planning van het vakantieverlof. De verscheidenheid aan onderwerpen waarover hij daadwerkelijk mocht meepraten verraste hem positief. “Medezeggenschap maakt dat je sturing kan geven aan belangrijke processen, zoals reorganisaties, bedrijfsveiligheid en de bedrijfsvoering. Hoe beter daarbij de samenwerking is tussen de MC en de commandant, hoe beter het proces verloopt.”

Meepraten op alle niveaus

Ernst is ondertussen 33 jaar werkzaam bij Defensie. Ooit begonnen als groepscommandant doorliep hij vervolgens diverse functies, waaronder die van opleidingsontwikkelaar en trainingsbegeleider. Uiteindelijk belandde hij bij de OTC Manoeuvre. De infanterie is ‘zijn ding’. Tijdens die weg raakte hij opnieuw in aanraking met medezeggenschap. Op dit moment is Ernst voorzitter van de MC OTC Manoeuvre en vicevoorzitter GMC Opleidings- en Trainingscommando (OTCo). Daarnaast neemt hij zitting in het dagelijks bestuur van de defensie-onderdeels MC (DMC) CLAS en is hij afgevaardigde van de CLAS in de centrale medezeggenschapscommissie (CMC).  Ernst praat dus mee op alle niveaus en geeft daarmee veel landmachtcollega’s een stem.

Behoud in plaats van werving

Als voorzitter van de MC herkent Ernst de problemen bij het vinden van voldoende leden voor de commissie. Hij zet daarom vooral in op behoud van de leden, in plaats van werving. Zo organiseert hij een uitgebreide training voor de zittende leden, om hen te motiveren en hopelijk te behouden. “De moeilijkheid is dat we bij Defensie een werkwijze hebben van soms 3 jaar op functie, en dan weer door. Dat heeft ook gevolgen voor de positie in medezeggenschap. Het is soms net een duiventil van komen en gaan. Zelf ben ik ook periodes niet actief lid geweest, waarna ik later weer betrokken raakte bij een MC. Dat zie ik ook bij anderen: dat het niet altijd goed is te combineren met een functie. Daarom ben ik mij ook bewust van het voorrecht dat ik heb met mijn vrijstelling voor medezeggenschap.”

Als fotograaf op de werkvloer

Als adjudant in zijn laatste functie mag Ernst zich voltijd met medezeggenschap bezighouden tot aan zijn FLO. Vanuit het opleidingspotje van Defensie (16 bis) heeft hij diverse cursussen fotografie gevolgd, van basisfotografie tot dronefotografie. Daar waar mogelijk fotografeert hij voor de sectie Communicatie van OTCO. “De secretaris-generaal (SG) vroeg mij tijdens mijn eerste overleg met de CMC hoe ik als vrijgesteld lid voorkom dat ik de binding met de werkvloer verlies. Door te fotograferen voor OTCO bevind ik mij veel op de werkvloer en hoor ik wat daar speelt. Daarnaast houd ik de binding door mijn zitting in de MC van mijn eenheid.”

Middelen faciliteren voor thuiswerken

De veranderingen die COVID-19 teweegbracht binnen Defensie hadden vanzelfsprekend ook invloed op de medezeggenschap. Volgens Ernst zijn daar ook positieve ontwikkelingen uit ontstaan. “Het digitale overleggen maakt het eenvoudiger om elkaar te spreken. We spreken elkaar nu vaker dan voorheen. In de periode dat COVID-19 op het hoogtepunt lag hadden we wekelijks overleg met de commandant Landstrijdkrachten over wat er speelde binnen de Landmacht. Als MC denk je met de commandant mee over de veranderingen vanuit het perspectief van de werkvloer en oefen je vanuit daar je invloed uit. We hebben het samen voor elkaar gekregen om middelen te faciliteren voor het thuiswerken. En meegedacht over hoe les te geven in een situatie waarop de leeromgeving niet was ingespeeld.”

Bureau medezeggenschap

Ernst is pas sinds kort lid van de CMC. Hij is van mening dat de commissie zich profileert als een serieuze gesprekspartner, waar een ander niet zomaar meer omheen kan. “Dat zie ik aan de mensen die worden uitgenodigd om toelichting over een onderwerp te geven, die bereiden zich goed voor. De feedback vanuit de CMC wordt ook serieus genomen. De commissieleden vullen elkaar goed aan en nemen elkaar mee. Ieder vanuit zijn eigen kennis en ervaring. Ik denk dat er nog een kans ligt bij het bureau Medezeggenschap op Defensieniveau. Dat plan wordt nu uitgewerkt vanuit de CMC en een masterclass waar ik aan deelneem. Bij de Landmacht begint dit bureau inmiddels vorm te krijgen, hopelijk kunnen we dit doortrekken op Defensiebreed niveau.”


Heb je een vraag aan Ernst? Neem contact met hem op door te mailen naar cmc@mindef.nl

Ernst van der Hoek, afgevaardigde CLAS