Een doorgewinterde sergeant-majoor Technische Dienst, die alles wel zo’n beetje heeft meegemaakt binnen het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK). Met de mentaliteit: wat je zegt, moet je minimaal proberen waar te maken. We omschrijven Carlo Eugelink, afgevaardigde voor de CZSK binnen de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC). Naast die rol heeft Carlo per 1 mei 2020 de functie van voorzitter Defensieonderdeel Medezeggenschapscommissie CZSK (DMC CZSK) op zich genomen.
Eind jaren ‘90 kwam Carlo met medezeggenschap in aanraking. ‘Het had toen nog niet de naam medezeggenschap, maar was wel een vorm van. Binnen onze organisatie waren reddingsvesten aangeschaft, die op voorhand al afgekeurd bleken te zijn. Door dit aan te voeren als overlegonderwerp zijn er nieuwe vesten aan boord gekomen. Zo merkte ik invloed te kunnen uitoefenen op mijn eigen omgeving, maar ook op die van anderen.’ Sinds 2005 is Carlo binnen eenheden veelvuldig onderdeel van medezeggenschap geweest. ‘Ik vind het leuk om met mensen te werken, maar ook om iets voor mensen te kunnen betekenen. Medezeggenschap is daarin voor mij de belangrijkste tool.’
Twee jaar geleden stapte Carlo van zijn reguliere loopbaanpad af, door volledig voor de medezeggenschap te gaan. ‘Mijn carrière binnen Defensie was tot nu toe dynamisch. Ik heb op allerlei schepen gevaren, op diverse wal instellingen gewerkt en vele opleidingen gedaan. Wat dat betreft heb ik het altijd naar mijn zin gehad.’ De rol van voorzitter hoopt Carlo de aankomende drie jaar te vervullen. ‘Voorzitter ben je met bestaansrecht vanuit alle leden in de commissie. Doe je niet goed je best, dan word je daar vanzelf op afgerekend. Ik probeer drie jaar vooruit te kijken, omdat ik dat een redelijke termijn vind. Nieuw bloed geeft weer een nieuwe dynamiek in een overlegomgeving, dat is ook belangrijk.’
Carlo is als voorzitter DMC vrijgesteld voor medezeggenschap. ‘Als je wordt vrijgesteld is het goed om te spreken over de vervolgstap, na de medezeggenschap.’ Zo’n vervolgstap na het voorzitterschap kan best een uitdaging zijn. ‘Omdat je als medezeggenschapper, zeker op dit niveau, zoveel van de organisatie af weet, kan je best als een lastpak worden ervaren.. Een commandant moet een opdracht uitvoeren en tegelijkertijd de bemanning tevreden houden. Het verhaal dat daarvoor wordt gebracht, mist soms informatie. Als medezeggenschapper die al jaren meedraait in de organisatie prik je daar doorheen. Dan kan het voor een commandant vervelend zijn, om iemand aan boord te hebben die tegengas geeft. Dat is begrijpelijk. Het zou echter mooi zijn als een commandant dit juist als een kans aanpakt en de medezeggenschap op de juiste wijze inzet, bijvoorbeeld als sparringpartner. Dat gebeurt helaas nog niet altijd.’ Juist daarom is het belangrijk om die vervolgstap tijdig af te stemmen. ‘Medezeggenschap brengt veel uitdagingen met zich mee en de organisatie heeft niet voldoende nagedacht over de waardering. Laten we kijken hoe we de loopbaan van medezeggenschappers de aankomende jaren verder kunnen inregelen. Het is een goede ontwikkeling dat dit steeds vaker gebeurt, naar mijn inzien is dit noodzakelijk. Goed voorbeeld doet volgen.’
Als voorzitter van de DMC CZSK nam Carlo het takje over van John van der Hulst, ook oud-voorzitter van de CMC. ‘Zowel binnen de DMC als de CMC zijn we de afgelopen jaren dezelfde richting ingeslagen, beiden onder bezielende leiding van John. Samen met de andere commissieleden hebben we de DMC en CMC op de kaart gezet. Zijn beeld en denkwijze vloeien naadloos over in de mijne. Hij vanuit het bestuurlijk gedachtegoed, ik vooral vanuit de werkvloer. Binnen CZSK zijn we gestart met het vergroten van de betrokkenheid vanuit medezeggenschap binnen de organisatie, maar ook andersom. Daar zijn grote stappen in gemaakt. Maar op bepaalde niveaus wordt er nog steeds te lang gewacht om medezeggenschap in te schakelen. Dat is iets waar mijn aandacht naar zal blijven uitgaan.’
Een tweede focuspunt van zowel de DMC CZSK als de CMC is communicatief sterker worden. ‘Het is belangrijk om je wins and losses te communiceren, anders blijf je onbekend en dat maakt onbemind. Binnen de DMC hebben we hiervoor een werkgroep communicatie opgericht, die zich richt op het creëren van meer bekendheid en het onderstrepen van het belang van medezeggenschap. Ook willen we het stoffige imago van medezeggenschap afhalen. Vaak is medezeggenschap gevuld met wat oudere mensen binnen de organisatie, die meer ervaring hebben. Om de continuïteit van medezeggenschap te waarborgen is het van belang om ook meer jonge mensen aan te trekken. De organisatie is niet meer zoals vroeger, de mensen zijn anders en het personeelsbeleid verandert. Naast de ervaren medezeggenschappers, hebben we ook mensen nodig die daar op de juiste manier op in kunnen springen en die niet over vijf jaar de dienst uit gaan.’
Het vergroten van het netwerk is daarin volgens Carlo van groot belang. ‘We willen vanuit de DMC twee keer per jaar een netwerkdag organiseren. Een dag om elkaar te leren kennen en te laten zien wat medezeggenschap is, om ook meer mensen aan te trekken. Ik zou graag Jong CZSK laten aansluiten bij de DMC. Het zijn jonge mensen, die een andere kijk hebben op de organisatie, hun werkzaamheden en hun loopbaan. Als medezeggenschap is het goed om daar kennis van te hebben en dit te kunnen meenemen in beslissingen. Medezeggenschap moet zich ervan bewust zijn dat het geen uniformiteit is in de organisatie, maar zich moet willen laten adviseren door allerlei groepen en instanties, die net zoveel goede ideeën en onderwerpen kunnen behandelen. Dat moet je op elkaar laten aansluiten, bijvoorbeeld door middel van werkgroepen. Uiteindelijk staat medezeggenschap naast de bestuurder in de organisatie en kan het de gedachten en belangen van de diverse groepen uit het netwerk in die positie meenemen.’
Een groot netwerk is zowel voor de DMC als de CMC van belang. Wat betreft Carlo is de CMC de afgelopen jaren de goede weg ingeslagen. ‘Men kent ons, weet ons te vinden en ook te ontwijken. Ook binnen de vakbonden merk ik dat er steeds meer rekening wordt gehouden met de met de CMC. Dat doet me goed, want dat betekent dat je indruk maakt. We zijn op veel onderdelen sterker geworden en hebben veel kennis in de CMC zitten. De leden hebben veel verstand van heel veel dossiers, dat moeten we koesteren. Wel denk ik dat we soms nog net wat fanatieker mogen zijn. Een voorbeeld is dat we akkoord hebben gekregen voor een centraal bureau medezeggenschap op het Plein. Als je zaken bespreekt en vastlegt met elkaar, dan moet je ook je gram halen. Als CMC zijnde moeten we onze stem laten horen en een standpunt durven innemen, of het nou positief is of negatief. We zijn er als CMC en zetten onze stempel.’
Tenslotte heeft Carlo nog een laatste boodschap om zijn verhaal mee af te sluiten. ‘Medezeggenschap is leuk, sexy, interessant en leerzaam. Het is een club van enthousiaste mensen, die elkaar weten te waarderen. En dat mag best meer onder de aandacht worden gebracht!’