Afgevaardigde CLSK: Dennis Oldenburg

De nieuwe voorzitter van de Centrale Medezeggenschapscommissie (CMC) is Dennis Oldenburg, 40 jaar en woonachtig in Dongen. Zoon van een militair en ondertussen ook zelf vader van drie kinderen. Hoe Dennis bij medezeggenschap betrokken is geraakt en hoe hij van plan is invulling te geven aan zijn rol als voorzitter van de CMC? De voorzitter van de CMC vertelt.

Dat Dennis aan de slag zou gaan binnen Defensie was geen verrassing. “Mijn opa zat bij de marine, mijn vader bij de landmacht. Ook mijn oom en zus werkten bij de landmacht. Als klein kind ging ik al vaak met mijn vader mee. Hij werkte bij de verbindingsdienst, daardoor had ik al veel van de landmacht gezien.”

In de afrondende fase van zijn vwo solliciteerde Dennis bij zowel de landmacht als luchtmacht. “Bij beiden ben ik aangenomen. Uiteindelijk heb ik de keuze gemaakt voor de luchtmacht. Dit was mede op advies van mijn vader, hij gaf aan dat de luchtmacht beter bij mij zou passen.” Direct na het vwo startte hij aan de KMA en volgde daar de opleiding tot officier electronica. “Na gestart te zijn in Soesterberg, ben ik nu technisch officier binnen het materiaal logistieke domein van de luchtmacht en werkzaam binnen staf CLSK. Je wordt technisch opgeleid, maar in de dagelijkse gang van zaken ben je in deze functie meer een technisch manager dan dat je zelf aan het rekenen of sleutelen bent.”

Dennis is sinds 2018 actief lid van medezeggenschap, maar is als sinds 2009 zijdelings betrokken. “De eerste keer dat ik in aanraking kwam met medezeggenschap was in 2009, toen ik een plaatsing op Gilze-Rijen kreeg als hoofd mechanica. Mijn plaatsvervanger zat al vele jaren in de medezeggenschap. We hadden een goede relatie en sparden over veel zaken, ook zaken die op de tafel lagen bij de medezeggenschap. Vanaf dat moment ben ik zijdelings betrokken geweest. Pas toen ik in 2018 binnen de staf luchtmacht ging werken op een vaste functie, werd ik gevraagd om in de medezeggenschap te gaan.” Daarna maakte Dennis ook vrij snel de stap naar de Centrale Medezeggenschapscommissie.

Wat was zijn motivatie om na negen jaar langs de zijlijn betrokken te zijn geweest, nu actief lid te worden van een medezeggenschapscommissie (MC)? “Omdat ik medezeggenschap vanaf de zijlijn had meegekregen, wist ik dat je als MC-lid veel informatie meekrijgt, die je vanuit de normale lijn niet zomaar ontvangt. De nieuwe functie die ik bekleedde was binnen doctrine en visie, ik vond dit een mooie combinatie met een medezeggenschapsfunctie. Daarnaast sprak het me aan als MC-lid ook iets voor de luchtmacht te kunnen doen. We stonden aan de vooravond van een roerige tijd, waarbij je als medezeggenschap je stem kunt laten horen. Je kunt ergens aan bijdragen, ergens invloed op uitoefenen, om zo te proberen het met z’n allen beter te maken.”

En vanwaar maakte Dennis de keuze om voor het voorzitterschap van de CMC te gaan? “Voorzitter is een hele uitdagende functie. Je maakt nu als CMC-lid de formele overlegvergaderingen mee. Maar je mist het informele overleg met de SG, dat door het dagelijks bestuur wordt gevoerd. Als voorzitter krijg je een kijkje in de gang van zaken op de bestuursstaf. Een unieke kans om ervaring op te doen, die er anders voor mij op de korte termijn niet zou zijn.” Maar er speelde ook enige twijfel. “Ik vind het belangrijk om een goede binding te behouden met de werkvloer. Daarom heb ik de afgelopen jaren nog een normale functie gedraaid, naast de medezeggenschap. Als voorzitter CMC is dat onmogelijk, daarom zat ik in dubio. Maar zo’n kans als dit kon ik niet voorbij laten gaan.”

Ook over de vervolgstap na deze functie heeft Dennis al nagedacht. “Deze functie is naar mijn mening goed om drie tot vier jaar te vervullen. Maar dan is het denk ik weer verstandig om iets anders te gaan doen. Dat is iets wat ik binnen de luchtmacht uit moest zoeken, of men daar voor afspraken over het vervolg open zouden staan. Ik heb met diverse functionarissen binnen CLSK gesproken over de stap hierna. Hebben we genoeg vertrouwen in elkaar? Dan moet je dat vertrouwen onderling ook durven uit te spreken, en dat is gebeurd. Dat gaf mij de doorslag om voor deze kans te gaan.” Soortgelijke afspraken over vervolgstappen na medezeggenschap zijn nog niet altijd vanzelfsprekend. “Hier hebben we binnen de CMC ook over gesproken. Ik denk dat het van belang is dat er loopbaanafspraken moeten kunnen worden gemaakt, waar medezeggenschap in meegenomen wordt. Dat voorkomt het risico dat deuren gesloten zijn wanneer je er klaar voor bent een volgende stap te nemen. Nu komt het voor dat sommige mensen vrijgesteld worden en dat voor de rest van hun loopbaan binnen Defensie blijven. Daar ben ik persoonlijk geen voorstander van. Zo verlies je mogelijk de binding met de werkvloer, dat is juist belangrijk voor medezeggenschap. Daarom is het goed om gesprekken te voeren als je vrijgesteld wordt, over hoe je straks na de medezeggenschap weer verder gaat.”

Juist in het officierskorps kan dit volgens Dennis van grote waarde zijn. “Binnen medezeggenschap zie je nu veel onderofficieren. Officieren proberen daarnaast veelal aan de zeggenschapskant te komen in plaats van de medezeggenschapskant. Er is iets wat men het gevoel geeft dat medezeggenschap geen toegevoegde waarde heeft, dat het in je nadeel werkt. Terwijl het juist van toegevoegde waarde is. Je praat informeel met de hoofden en in geval van de CMC met de SG. Je verneemt van alles wat er gaande is. Ik denk dat het veelal onbekendheid is. Het zou mooi zijn als daar een stukje van kan worden weggenomen en er vaker afspraken kunnen worden gemaakt over vervolgfuncties na medezeggenschap, om zo meer mensen te enthousiasmeren ook voor medezeggenschap te gaan.”

Hoe komt het dan dat medezeggenschap voor velen iets onbekends of onduidelijks is? “In mijn opleiding heb ik vrij weinig van medezeggenschap meegekregen. Tijdens een majoorscursus een uurtje over reorganiseren en medezeggenschap, dat was het wel. Ik kreeg er zijdelings mee te maken door mijn plaatsvervanger, anders was het ook voor mij grotendeels onbekend geweest. Daarbij hoor je in de communicatie vanuit zeggenschap veelal dat medezeggenschap zaken tegenhoudt. Het wordt als zondebok gebruikt, daardoor krijgt het een stempel. Daarom is het belangrijk om veel meer te benadrukken wat de toegevoegde waarde is van medezeggenschap. En wat je er voor jezelf uit kunt halen. Want het kan een grote rol spelen in je eigen ontwikkeling.”

Hoe Dennis de aankomende jaren zijn rol als voorzitter voor zich ziet? “Ik ben iemand van samenwerken. Daarom is het voor mij niet zozeer wat ik wil de komende tijd, maar gaat het om de doelen die we gezamenlijk opstellen als CMC. Daar wil ik de aandacht op leggen. De rol van de voorzitter is om het meeste uit de groep te krijgen en de gezamenlijke doelstellingen te realiseren. Daar wil ik als voorzitter de aanjager in zijn.”

Heb je een vraag aan Dennis of aan de hele CMC? Neem dan contact op via cmc@mindef.nl. Minder weergeven